Voor de grote windmolenambities op zee in Nederland en Europa zijn extreem sterkte magneten cruciaal. Die magneten maken windturbines efficiënter en onderhoudsvriendelijker, maar ze komen bijna allemaal uit China. Voor die afhankelijkheid is nog te weinig aandacht in het huidige beleid, zeggen deskundigen en de branchevereniging van de windsector.
De plannen voor wind op zee zijn enorm: de komende decennia moeten er duizenden en duizenden windturbines op de Noordzee komen - de meeste van het type mét magneten. Ook voor onder meer elektrische auto's zijn deze magneten cruciaal, dus analisten verwachten dat de vraag de komende decennia minstens zal verdrievoudigen.
De westerse afhankelijkheid is niet nieuw, maar wel steeds urgenter. Niet alleen door de groeiende vraag naar kritieke grondstoffen voor de energietransitie. "Er is ook een structurele verslechtering in de relatie met China, zoals we die ook in de relatie met Rusland zagen vanaf 2007", zegt Joris Teer, China-analist bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS).
"In zo'n turbine zit soms wel tot 12.000 kilo magneten", zegt Maarten de Bekker van een bedrijf bij Eindhoven waar ze neodymium-magneten importeren, onder meer voor windmolens. "En als China stopt met leveren, is ons magazijn in een paar maanden leeg."
De magneten worden gemaakt van neodymium, een van de zeventien zogenoemde zeldzame aardmetalen. 'Zeldzaam' is een tikje misleidend, want ze zijn op veel plekken te vinden. Maar de mijnbouw, en vooral de verwerking die daarbij hoort, is complex en vervuilend, dus wagen veel landen zich er liever niet aan. "China heeft daardoor - in combinatie met lagere prijzen - de toeleveringsketen de afgelopen decennia overgenomen", zegt Benjamin Sprecher, industrieel ecoloog aan de TU Delft. "Dus komt nu ruim 90 procent van alle neodymium-magneten uit China."
"Nederland moet zich bewust zijn van de strategische positie die China daarmee heeft ingenomen", zegt Jan Vos, voorzitter van de NWEA, branchevereniging van de windsector. "Dat gebeurt op dit moment onvoldoende. Van beleid is tot op heden nauwelijks sprake geweest, dat moet veranderen."
De Europese Commissie bracht in 2020 al de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen in kaart. De zeldzame aardmetalen (LREE en HREE, de rode lijnen) vallen in de hoogste risicocategorie:
Het HCSS vroeg experts uit de industrie, overheid, universiteiten en denktanks naar de kans dat China een grondstoffen-exportboycot instelt tegen Europa. "Zij schatten die kans op meer dan 50 procent in de komende tien jaar", zegt Teer. "De Verenigde Staten nemen verregaande maatregelen om de Chinese chipindustrie klein te houden. Laat China het daarbij zitten? De Chinese regering heeft in 2021 een aantal grote aardmetaal-bedrijven al samengevoegd tot één bedrijf onder de overheid. Je ziet dat er een tool gecreëerd wordt die desnoods gebruikt kan worden."
"Als het gaat om die afhankelijkheid kregen een we belangrijk signaal in in 2010", zegt René Kleijn, industrieel ecoloog aan de Universiteit Leiden. "Toen raakte China in conflict met Japan, waarna China de export van onder meer zeldzame aardmetalen beperkte. Je zag toen dat die grondstoffen werden gebruikt als wapen. Je kan het vergelijken met hoe het nu met Russische gas gaat."
Beleid
Ondanks de al langer klinkende waarschuwingen, lijkt Europa nu pas echt wakker te worden. Nederland werkt aan een grondstoffenstrategie voor eind dit jaar, Europa kondigde dit jaar een Critical Raw Materials Act aan. Onderdeel van de plannen is bijvoorbeeld dat in 2030 zo'n 20 procent van de zeldzame aardmetalen uit Europa zelf moeten komen.
Die voorraden zijn er wel, maar heel concreet zijn de plannen nog niet. Terwijl het bouwen van een nieuwe mijn zo tien tot twintig jaar duren, en plannen vaak op lokale weerstand stuiten. "Er is nog amper een schop de grond in", zegt Kleijn. "Iedereen wil een Tesla, maar niemand wil een mijn in zijn achtertuin. Er zit wel wat beweging in, maar het stelt allemaal nog niet veel voor."
Wij zijn afhankelijk van China, maar zij ook van de rest van de wereld.
Een andere optie is afspraken maken met niet-Europese landen voor de levering van grondstoffen. En je kunt ook turbines bouwen zonder magneten, maar dan moet de industrie omschakelen. "Dat kost weer extra tijd, en dan komen de doelstellingen voor de energietransitie in gevaar", zegt Kleijn. Windmolenbouwer Siemens Gamesa stelt dat andere technologie beschikbaar is, maar wil "uit strategische overwegingen" niet zeggen hoe lang een omschakeling zou duren.
Daarnaast is er in het (Nederlandse) beleid veel aandacht voor circulariteit - het hergebruiken van magneten die we al hebben. "Dat is belangrijk", zegt Sprecher. "Maar je moet eerst die windmolens bouwen, dan twintig jaar wachten, en dan kan je in theorie circulair zijn. Het idee dat je dit probleem oplost met circulariteit is eigenlijk onzin."
Tegelijkertijd zal China ook niet zomaar de export stopzetten, denken deskundigen. "Wij zijn afhankelijk van China", zegt Kleijn. "Maar zij ook van de rest van de wereld. Tegelijkertijd maak ik me wel zorgen dat er heel weinig gebeurt in Europa, want die energietransitie is heel hard nodig."