Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft meer opvangplekken nodig en dat komt met name doordat een groter deel van de asielzoekers hier komt "om economische redenen". Dat zei staatssecretaris Ankie Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid in Nieuwsuur. Zij is binnen het kabinet verantwoordelijk voor asiel- en migratiezaken.
"In 2015 en 2016 kwam 80 procent van degenen die naar Nederland kwamen, uit Syrië. Dat waren kansrijke asielzoekers. Op dit moment komt zo'n 70 procent hier om economische redenen. Dat is niet waar onze asielzoekersprocedure voor bestemd is."
'Complexere vraag'
Vorige week werd duidelijk dat er duizenden nieuwe opvangplekken nodig zijn. Volgens de prognoses van een half jaar geleden moet het COA eind dit jaar 25.000 asielzoekers opvangen. Dat aantal was vorige maand al bereikt.
"Er komen nu veel meer mensen die niet per se uit een oorlogsgebied komen. Bij hen is het lastiger om uit te zoeken of ze recht hebben op bescherming of niet. Dat kost meer tijd en dus blijven ze langer in de opvang", zegt Broekers-Knol. "Daarnaast zie je dat het woningprobleem in Nederland ook niet erg makkelijk is. Dus statushouders uit laten stromen is niet erg eenvoudig op het ogenblik."
Op Twitter laat Vluchtelingenwerk weten het niet eens te zijn met de analyse van de staatssecretaris. De echte reden van het "tekort" aan opvangplekken is volgens de organisatie de extreme wachttijd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) "als gevolg van bezuinigingen en het uitblijven van politiek ingrijpen".
"De AZC's zitten vol met duizenden mensen die wachten tot hun asielprocedure eindelijk kan beginnen", schrijft Vluchtelingenwerk. Het aantal asielzoekers is al drie jaar vrij stabiel en er wachten relatief weinig mensen op huisvesting, benadrukt de organisatie.
Capaciteit verhogen
Voor een oplossing voor het krappe aantal opvangplekken is het COA in overleg met gemeenten, zegt Broekers-Knol. "Het COA kijkt met gemeentes of contracten die aflopen, verlengd kunnen worden en of de capaciteit weer wat opgehoogd kan worden."
Ook zegt ze "te kijken of we meer mensen kunnen terugsturen naar het land van herkomst." Ze gaf niet precies aan hoe ze dat wil doen, maar zei wel meer contact te willen met ambassadeurs van herkomstlanden. "We moeten kijken wat voor methode we kunnen hanteren om te zorgen dat men bereid is overlastgevende asielzoekers terug te nemen."
Op de vraag of Nederland sancties tegen herkomstlanden moet overwegen, zei ze: "Daar ga ik niet over. Ik vind dat je als Europese Unie dat veel makkelijker zou kunnen doen."
Uiteindelijk kan Nederland de toestroom van asielzoekers hoe dan ook aan, zegt Broekers-Knol. "Dat hebben we in 2015 en 2016 laten zien, toen er die grote crisis was in Syrië. Met een enorme krachtinspanning is dat goed gegaan."
Bekijk hieronder het hele interview met de staatssecretaris in Nieuwsuur: