Iets meer dan helft van de Syriërs wil in Nederland blijven
Van de Syrische vluchtelingen die tussen 2014 en 2016 een verblijfsstatus kregen, ziet 55 procent zijn toekomst in Nederland. Dat blijkt uit een studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het onderzoek, 'Opnieuw beginnen', is mede gedaan door het WODC, het RIVM en het CBS.
Uit een enquête onder 3200 Syriërs blijkt dat vooral progressieve Syrische statushouders graag in Nederland willen blijven, ook als ze veilig naar hun moederland zouden kunnen terugkeren. Van de mensen voor wie religie niet belangrijk is, denkt 67 procent in Nederland te blijven. Van degenen voor wie religie wel belangrijk is, wil 49 procent graag terugkeren. Volgens de onderzoekers voelen deze mensen zich mogelijk minder thuis in het seculiere Nederland.
Ook hoogopgeleiden willen minder vaak in Nederland blijven. Zij ervaren het maatschappelijke klimaat in Nederland negatiever dan andere Syriërs. Ook is het voor hen lastig een baan op niveau te vinden.
Ook het hebben van kinderen speelt een belangrijke rol. Anders dan de onderzoekers verwachtten, lijkt het erop dat mensen met (thuiswonende) kinderen vaker de intentie hebben uit Nederland weg te gaan (59 procent) dan mensen zonder (thuiswonende) kinderen (51 procent). Hoe dat komt is niet duidelijk, zeggen de onderzoekers.
Haast maken met terugsturen
Tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2016 kwamen Syrische vluchtelingen in groten getale naar Europa: ruim 27.000 Syriërs vroegen hier asiel aan. De meeste mensen kwamen in de zomer van 2015.
Inmiddels is IS verdreven uit Syrië en wordt er in het land vrijwel niet meer gevochten. Denemarken overweegt nu om mensen terug te sturen. Ook in Nederland klinkt dat geluid, het hardst uit de mond van Thierry Baudet van Forum voor Democratie. Hij riep onlangs de Tweede Kamer op om snel een besluit te nemen, nu mensen nog teruggestuurd kunnen worden.
Baudet wil haast maken omdat Syriërs na vijf jaar permanent in Nederland kunnen blijven, als zij hun inburgeringsexamen hebben gehaald en voldoende Nederlands spreken. Deze mensen kunnen een half jaar voor het beëindigen van hun tijdelijke vergunning van vijf jaar, een verblijf voor onbepaalde tijd aanvragen. Als ze dat eenmaal hebben, kunnen ze ook het Nederlanderschap aanvragen en vervolgens niet meer worden teruggestuurd.
Syrië-specialist Erwin van Veen van Instituut Clingendael is het niet met Baudet eens dat Syrië veilig genoeg is om mensen terug te sturen. Terugkeerders lopen het risico opgepakt te worden, omdat ze worden gezien als deserteurs, legt hij uit. Bovendien zit president Assad niet te wachten op de terugkeer van grote groepen Syrische vluchtelingen, nu zijn regime de controle over het land terug heeft.
Gelijk het leger in
6000 Syriërs die sinds 2014 een verblijfsvergunning kregen, kunnen volgens de regels vanaf dit jaar Nederlander worden. Het is niet bekend hoeveel van hen inmiddels het Nederlanderschap hebben aangevraagd.
Een van de Syriërs die nu Nederlander kan worden, is de 32-jarige Mohamad Dawod. Hij kwam in januari 2014 naar Nederland en kreeg in februari zijn vergunning voor onbepaalde tijd. Hij vluchtte uit Damascus, via Turkije en Griekenland. Hij wilde naar Nederland of Zweden, omdat daar een verblijfsvergunning voor vijf jaar wordt verstrekt. In de meeste landen is dat korter.
Sinds een half jaar heeft Dawod een baan bij internetbedrijf Lumiad in Utrecht. Hij doet ook vrijwilligerswerk waarbij hij andere nieuwkomers helpt. Hij is blij dat hij zijn Nederlanderschap kan aanvragen. Hoewel het nog best wennen is, vindt hij het hier fijn.
Dawod schrikt van de discussie over het terugsturen van gevluchte Syriërs. "Wie teruggaat, moet van Assad gelijk het leger in of wordt vervolgd", legt hij uit. Bij Syrische vrienden merkt hij nog geen onrust over het terugsturen. "Zij doen allemaal hun best om werk te vinden en de Nederlandse taal te leren en verwachten dat ze dan niet terug hoeven. Misschien wel als je nog in de bijstand zit."
Andere Europese landen
In juni komt het ministerie van Buitenlandse Zaken met een landenrapport, waarin de veiligheidssituatie in Syrië wordt besproken. Naar aanleiding daarvan komt staatssecretaris Harbers van Asiel mogelijk met een beleidswijziging. "Dat kan twee kanten uit", zegt hij. "Als het rapport zegt: 'Het is veilig', dan betekent het dat Syriërs geen verlengde vergunning krijgen. Als het rapport zegt: 'Het is niet veilig', dan heb je verblijf in Nederland."
De Deense immigratiedienst meldt in zijn laatste rapport van februari dat de provincie Damascus weer veilig is, omdat er sinds een jaar niet meer wordt gevochten. De dienst bekijkt om die reden of de verblijfsvergunning van vluchtelingen uit dat gebied weer kan worden ingetrokken. Deze beoordelingen van de immigratiedienst worden vervolgens getoetst door de Vluchtelingenraad, die beslissingen in hoger beroep behandelt.
Voor vluchtelingen die persoonlijk door de Syrische autoriteiten worden bedreigd, bijvoorbeeld vanwege hun politieke voorkeur of religie, geldt dat niet.
Europees zevenpuntenplan
Ook EU-chef buitenland Mogherini heeft herhaaldelijk laten weten dat Syrië nog niet veilig genoeg is om mensen naartoe terug te sturen. Wel pleit de Europese Commissie er in het gemeenschappelijke asielakkoord voor om de verblijfsvergunningen jaarlijks te herzien, zodat sneller duidelijk is wie er wel of niet mogen blijven. Dat is een van de elementen in het zevenpuntenplan voor een Europees asielbeleid. Maar dat akkoord is nog niet aangenomen door de EU-lidstaten, die onderling erg verdeeld zijn over asielzaken.