Vingegaard focust niet op Pogacar, maar Pogacar zegt: 'Hij kijkt alleen naar mij'
De eerste negen dagen van de Tour de France zitten erop. Jonas Vingegaard kan er niet anders dan met tevredenheid op terugkijken. "Ik voel me heel goed en ik voel dat ik nog groei en beter en beter word", constateert de kopman van Visma-Lease a Bike op de eerste rustdag.
En dat is een geruststellend gevoel, nadat de Deen, de afgelopen twee edities de beste in de Ronde van Frankrijk, begin april een zware val had gemaakt in de Ronde van het Baskenland en wekenlang uit de roulatie was. De eerste etappe van deze Tour was zijn eerste wedstrijd sinds die onfortuinlijke buiteling.
"Ik denk dat ik al op een hoog niveau zit, veel hoger dan ik had verwacht na slechts anderhalve maand echte voorbereiding. Of ik al op hetzelfde niveau zit als vorig jaar, is moeilijk te zeggen, omdat we een relatief makkelijke eerste week hebben gehad met nog maar één echte bergetappe. Ik denk dat ik er net onder zit."
Vingegaard hoopt dan ook nog te groeien de komende koersdagen, voordat de zware laatste week ingaat. Een slotweek die hem nog wel wat twijfels bezorgt. "Normaal ben ik in de derde week altijd erg goed, maar dat is door de crash misschien veranderd. Dat is nog afwachten."
'Hun probleem'
De 27-jarige Deen staat nu derde in het klassement op 1.15 van geletruidrager Tadej Pogacar en driekwart minuut achter Remco Evenepoel. Primoz Roglic volgt hem op 21 tellen. De 'grote vier' zit dus nog dicht bij elkaar en dat doet Vingegaard deugd. "Dan kunnen anderen helpen de wedstrijd hard te maken. Dat is altijd gunstig voor mij."
Hij kijkt ook niet alleen naar Pogacar, de Tourwinnaar van 2020 en 2021. "Dat heb ik al eerder gezegd: ik zie Pogacar niet als mijn enige concurrent. Ik kijk naar de hele top tien, en misschien nog wel meer renners. Ik moet iedereen in de gaten houden."
Maar zijn grote concurrent Pogacar ziet dat net even anders. "Hij kijkt alleen maar naar mij", vertelt de Sloveen tijdens een digitale persconferentie. "Als ik achterin rij, rijdt hij ook achterin. Ik denk dat hij een beetje bang is."
En over het verhaal van Vingegaard dat hij nog niet honderd procent fit zou zijn, heeft Pogacar ook zijn twijfels. "Op het moment dat duidelijk werd dat hij mee ging doen aan de Tour, wist ik dat hij op honderd procent zat. Ze bagatelliseren het allemaal gewoon. Ze spelen hetzelfde spel als vorig jaar."
Maar, dat betekent niet dat Pogacar zich daardoor laat afleiden. "Ik heb meer vertrouwen in mezelf dan vorig jaar. Ik heb de gele trui en dat voelt goed. Ik rij gewoon mijn eigen race."
Visma's werken niet mee
Vingegaard had gisteren in de graveletappe het gros van het peloton op achterstand kunnen fietsen, toen hij een kleine twintig kilometer voor de meet alleen met Pogacar en ploeggenoot Matteo Jorgenson vooruit kwam te zitten. Beide Visma-renners besloten echter geen kopwerk te doen. "Ons doel was geen tijd te verliezen. En dat is gelukt. Mensen begrijpen het misschien niet, maar dat is hun probleem."
Pogacar begreep die keuze van de Visma-renners inderdaad niet. "Als Jonas besluit helemaal niet mee te werken, zijn we daar niet blij mee, nee."
Snelste op klim
Visma-ploegleider Arthur van Dongen blijft erbij dat het logisch was om niet met gravelspecialist Pogacar mee te draaien. "Als we dan later waren gedropt, had iedereen gevraagd: waarom rijd je mee?! Bovendien hebben we daarna kunnen zien dat Christophe Laporte en Matteo Jorgenson van heel grote waarde waren voor Jonas."
Van Dongen zag ook dat Vingegaard tot dusver "een heel hoog niveau laat zien. Hoopgevend was ook dat hij in een tijdrit die hem parcourstechnisch niet zo goed ligt, de schade enorm wist te beperken. We hebben gekeken naar de tijden op de klim die erin zat en hij was de snelste ten opzichte van de concurrentie. Dus dat is positief."