Hoe goed waren de 'grote vier' nou echt? Niemand kon het voorafgaand aan de Tour de France vertellen. Na een week fietsen is duidelijk dat Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Jonas Vingegaard en Primoz Roglic elkaar niet heel veel ontlopen.
De 'grote vier' vormen op de eerste rustdag ook de top vier van het klassement. Testmomenten, waarop de vier kopmannen elkaar eraf probeerden te rijden, zijn genoeg langsgekomen in week één. Met beperkt resultaat: nummer vier Roglic, ogenschijnlijk de minste, staat op anderhalve minuut van geletruidrager Pogacar, de aanvaller.
De eerste Tour-week van de 'grote vier' in vier momenten.
Etappe 2: punchen op de San Luca
De mannen van Pogacar zouden de van een ernstige val herstellende Vingegaard eens even flink gaan testen in het openingsweekend, was de verwachting. Als het niet in de heuvelige eerste etappe naar Rimini zou gebeuren, dan toch wel op de San Luca, de steile bedevaartsklim in Bologna.
Nabij de basiliek stoof Pogacar er inderdaad vandoor. Maar op terrein dat hem ligt, haakte Vingegaard vrijwel moeiteloos aan. Evenepoel liet zich even verrassen, maar sloot vlak voor de finish toch weer bij hen aan. Roglic paste.
In Bologna verraste Vingegaard zichzelf, en misschien ook wel zijn concurrenten, met zijn vorm. De Deen had meer tijdverlies verwacht. Maar het was juist Roglic wiens vorm minder leek dan die van de andere drie.
Twee dagen later zou op grote hoogte, op de imposante Galibier, meer duidelijk worden.
Etappe 4: klimmen over de Galibier
De Galibier is 23 kilometer lang, maar pas op 800 meter van de top plaatste Pogacar een aanval, sterk als hij zich duidelijk voelde. Net als op de San Luca kon alleen Vingegaard mee. Evenepoel moest weer even passen en Roglic was nergens te bekennen.
Vingegaard kon 300 meter mee met het tempo van Pogacar, die de Galibier - een zeldzame Alpenreus in de eerste week van de Tour - had uitgekozen voor zijn coup.
Zonder angst dook Pogacar vervolgens de afdaling naar de finish in Valloire in. De Sloveen reed Vingegaard (+0.37), Evenepoel (+0.35) en Roglic (+0.35) eraf en greep de gele trui. Toch was het verschil niet veel meer dan een halve minuut.
"Een perfect uitgevoerd plan, een droometappe", volgens Pogacar. Evenepoel tankte vertrouwen, want hij was er niet finaal afgereden door de drie berggeiten. Ook Vingegaard was opgetogen: "We hadden wel een beetje verwacht dat we op achterstand zouden staan na de eerste vier etappes deze Tour. Eigenlijk had ik verwacht dat ik in alle etappes tijd zou verliezen."
Etappe 7: tijdrijden door de wijngaarden
In de eerste eerlijkste meting tussen de favorieten, een race tegen de klok zonder hulp van ploeggenoten, zouden dan écht de werkelijke verschillen duidelijk worden. Toch? Dat wereldkampioen Evenepoel zou winnen, daar gingen de 'grote vier' en alle andere renners toch wel van uit.
Hoe groot het gat zou zijn, was de vraag. Tijdritwinnaar Evenepoel had Pogacar (+0.12) dichterbij verwacht en tegelijkertijd zei Pogacar dat hij de Belg in de gaten moest gaan houden. Het verschil tussen de twee was immers nog maar 33 seconden.
Roglic leek nogal wat tijd te gaan verliezen na een moeilijke start van de 25 kilometer, maar dankzij een vernietigende afdaling reed hij toch weer naar zijn drie rivalen toe. Hij won drie seconden op Vingegaard en verloor een halve minuut op Evenepoel.
Wederom: geen reusachtige verschillen.
Etappe 9: gravelen rondom Troyes
Zelfs in de zo gevreesde graveletappe van zondag, over veertien onverharde stroken, kregen de klassementsfavorieten elkaar niet definitief op achterstand. Gravelfetisjist Pogacar, meervoudig winnaar van Strade Bianche, was degene die het liefst wilde aanvallen. Verschil maken, meneer, omdat hij wist dat het daar kon.
De geletruidrager probeerde het twee keer. En kwam niet los. Evenepoels aanval - ja, gegroeid in vertrouwen waagde ook hij een poging - was net zo indrukwekkend. Pogacar en Vingegaard moesten reageren, merkten ze.
De passieve Roglic leek gezien en de 'grote vier' werd plots de 'grote drie'. Maar toen hield Vingegaard de benen stil, geketend door orders van hogerhand. De ploegleiding wilde niet dat de kopman, kwetsbaar en alleen, zichzelf met de kanonnen Pogacar en Evenepoel zou uitputten.
Een keuze gemaakt vanuit defensief denken. Misschien niet gek als je weet wat er nog in week twee en drie komt: de Pyreneeën, de Alpen en een tijdrit in Nice. Het is de vraag hoe lang de 'grote vier' ook echt de 'grote vier' blijft.