Vertekend beeld verzetsvrouwen WO II: 'Hannie Schaft kon het echt niet alleen'
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Lambert Teuwissen
redacteur Online
In de vroege ochtend van 5 mei 1945 was de 21-jarige Annick van Hardeveld op de fiets op weg naar Amsterdam-Noord. Gekleed in haar verpleegstersuniform om stiekem bevelen voor haar verzetsgroep te kunnen afleveren. Toen een vrachtwagen van de Grüne Polizei haar pad kruiste, openden de terugtrekkende Duitse agenten zonder aanleiding het vuur. Annick werd zo de laatste koerierster van het verzet die haar werk met de dood bekocht.
Haar familie heeft nog altijd een sigarettendoosje vol kogelhulzen, verzameld op de plek van de moord. Bewijs van de overdaad aan geweld die Annick het leven kostte. Het is vanaf maandag te zien op een tentoonstelling in het Noord-Hollands Archief over de vaak onderschatte rol van vrouwen in het verzet.
"Het beeld dat we hebben klopt niet. Er is echt een herijking nodig", zegt samensteller Mart van de Wiel. Er is een blinde vlek, veel verhalen zijn over het hoofd gezien, concludeert hij na anderhalf jaar onderzoek naar de situatie in Noord-Holland. Hij stelde een lijst op met ruim 1200 namen, van wie er 135 worden uitgelicht in de tentoonstelling De vele gezichten van Vrouwen in Verzet.
"Als je kijkt naar wat vrouwen deden, dan zie je dat ze echt van belang waren voor de infrastructuur van het verzet. Ze konden dingen doen die mannen niet of moeilijker konden, juist omdat ze als vrouw minder verdacht waren. Ze waren als koerierster onmisbaar voor de informatievoorziening, maar vervoerden ook wapens of voedselbonnen en smokkelden Joodse kinderen. Ook brachten ze onderduikers of piloten naar veilige adressen, door te doen alsof ze een stelletje waren, of door de rol van moeder te spelen."
Definitiekwestie
Er zijn volgens Van de Wiel veel oorzaken waardoor de rol van vrouwen na de oorlog onderbelicht bleef. Er was natuurlijk weinig vastgelegd over het heimelijke werk en bovendien zwegen veel verzetsmensen over de rol die ze hadden gespeeld. Omdat veel vrouwen weer terugkeerden naar het huishouden werd er aan hen ook minder vaak gevraagd wat ze tijdens de oorlog hadden gedaan.
Een definitiekwestie speelde vrouwen ook parten, stelt Van de Wiel. "Loe de Jong hanteert een strikt onderscheid tussen het brede verzet en het specifiekere begrip illegaliteit. Onderduikers helpen schaart hij bijvoorbeeld niet onder illegaliteit. Dan had je wel banden met het verzet, maar je zat er niet per se in. Terwijl als je kijkt naar wie de onderduikers verzorgden en wie constant in angst voor invallen moesten leven, dan waren dat grotendeels vrouwen. Door die definitie werden vrouwen buitengesloten en kreeg men een vertekend beeld. "
"Na de oorlog had men behoefte aan het verhaal dat Nederland had geholpen bij de eigen bevrijding, dat er samen met de geallieerden was gevochten. Dat viel in werkelijkheid reuze tegen, maar het vergrootte de aandacht voor het gewapend verzet. Heel lang is de oorlog zo vooral militair bekeken, terwijl als je kijkt naar het menselijk leed, de Holocaust, de hongerwinter, dan zie je het belang van vrouwen op dat humanitaire vlak."
Mensen blijven vaak steken op Hannie Schaft.
Als voorbeeld wijst Van de Wiel naar Hannie Schaft, die met haar aanslagen de Duitsers schrik aanjaagde. Als het meisje met het rode haar werd ze legendarisch en haar pistool is een van de topstukken op de tentoonstelling. Maar juist haar vorm van verzet is niet exemplarisch voor vrouwen.
"Mensen blijven vaak steken op Hannie Schaft", legt Van de Wiel uit. "Als het ging om vrouwen in het verzet, dan kon je niet om haar en de zusjes Oversteegen heen. Daardoor werd er bijna nooit dieper gegraven. Terwijl Hannie het ook nooit in haar eentje had kunnen doen: daar zat een hele organisatie achter."
Van de Wiel noemt bijvoorbeeld Annie Averink, de communistische verzetsvrouw die de groep van Schaft leidde. Veel minder bekend, hoewel ze in 1941 betrokken was bij de Februaristaking, verzetsmensen uit kamp Vught bevrijdde en het contact onderhield met de groep Georgiërs die op Texel in opstand zouden komen.
"Het is een van mijn favoriete verhalen, maar omdat ze communist was heeft ze eigenlijk nooit erkenning gekregen. Ze heeft een lastig leven gehad na de oorlog en leefde van een karig pensioen, terwijl er archiefstukken zijn waar haar handschrift met dat van Hannie op staat. Maar omdat Hannie werd doodgeschoten is zij een icoon geworden."
Annie Averink, Annick van Hardeveld en ruim honderd anderen kijken straks de bezoekers aan, in oude portretfoto's die zijn verzameld voor de tentoonstelling. Deels ingekleurd, waardoor voor Van de Wiel de verhalen van de vrouwen nog meer gaan leven.
"Je ziet dat het gewone mensen waren. Ik heb een hekel aan het woord verzetsheld, omdat het woord het beeld van deze mensen vertekent, alsof ze alleen maar held waren en niet gewone mensen met fouten, problemen en angsten. Dit waren gewone mensen die deden wat ze vonden dat ze moesten doen."
Eerder maakte de NOS deze reportage over vergeten verzetsvrouwen: