Charlotte Klein
redacteur Economie
Charlotte Klein
redacteur Economie
Kritisch, maar niet onwelwillend. Zo reageren Nederlandse grootverbruikers op de klimaatplannen waar het Europees Parlement vandaag over stemt. De industrie is wel bang dat zijn wereldwijde concurrentiepositie in gevaar komt, blijkt uit een rondgang van de NOS. Zo moeten grootverbruikers gaan betalen voor hun CO2-uitstoot zodra ze producten exporteren. Concurrenten buiten de Europese Unie hoeven dat niet.
De EU heeft sinds 2005 het emissiehandelssysteem (ETS): bedrijven mogen alleen CO2 uitstoten waar ze rechten voor hebben. Elk jaar komt er een beperkt aantal CO2-rechten op de markt die bedrijven met elkaar kunnen verhandelen.
Vervuilende bedrijven moeten extra rechten kopen: duurzaam produceren loont dus. Wie meer uitstoot dan waar die rechten voor heeft, krijgt een forse boete. In Nederland vallen zo'n 400 bedrijven onder het ETS-systeem.
Bedrijven krijgen nu nog veel van de rechten gratis, om zogeheten koolstoflekkage te voorkomen. Daarbij vertrekken bedrijven naar landen buiten de EU omdat ze daar niet voor uitstoot hoeven te betalen.
Ook betalen voor import
Om die 'lekkage' te voorkomen bedacht de EU een manier om de rest van de wereld te koppelen aan het emissiehandelssysteem: het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Een moeilijke term voor een CO2-belasting aan de Europese grens, voor de import van klimaatvervuilende producten vanuit landen buiten Europa.
Dit moet leiden tot eerlijke concurrentie. Het CBAM wordt over zo'n drie jaar van kracht, het afbouwen van de gratis CO2-rechten voor de Europese bedrijven duurt tien jaar.
Wat die begrippen precies betekenen en waarom ze van belang zijn, leggen we uit in deze video:
De bedrijven die door de NOS zijn benaderd - zie de verantwoording onderaan - zijn het in grote lijnen met elkaar eens: het is goed dat de EU instrumenten inbouwt voor CO2-belasting aan de grens.
Maar dat is importbescherming. De exportbescherming is volgens de industrie onvoldoende. Alleen is dat bijna niet te organiseren als gevolg van regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), zegt Maarten de Vries van milieuonderzoeksbureau CE Delft.
"CBAM is een belangrijk stuk in de puzzel van het Europese klimaatbeleid. Aan de ene kant maakt dat het mogelijk om de gratis rechten af te bouwen, waardoor bedrijven echt gaan betalen voor hun uitstoot. Aan de andere kant is het een prikkel voor landen buiten de EU om hun klimaatbeleid aan te scherpen."
'Complexe uitvoering'
Dat de industrie minder moet uitstoten lijkt onder de grootverbruikers niet meer ter discussie te staan. Ook de vereniging voor grootverbruikers VEMW is in principe voor het plan.
Toch is algemeen directeur Hans Grünfeld kritisch over de "bijzonder complexe" uitvoering. Bij producten die worden geïmporteerd moet namelijk worden bepaald wat de CO2-uitstoot is geweest in het land van herkomst, en die informatie moet worden geverifieerd. "Voor een eenduidig product als staal is dat eenvoudiger dan voor samengestelde producten."
Ook de VEMW noemt het een risico dat bedrijven die wereldwijd exporteren hun grote kostenstijgingen niet kunnen doorberekenen. "Tel daarbovenop de onzekerheid of het CBAM-systeem waterdicht is en bestand is tegen politieke druk. Dat betekent niet alleen aanzienlijke risico's voor Europese bedrijven, maar ook een flink risico op koolstoflekkage."
Concurrentienadeel
Ook Tata Steel bepleit "een gelijk speelveld". De staalproducent noemt de nieuwe CO2-grensbelasting "op zichzelf goed", maar vindt nog veel onduidelijk. "Wat wel duidelijk is, is dat het de concurrentiekracht in onze export negatief beïnvloedt. Wij zullen hogere kosten hebben dan bijvoorbeeld onze Amerikaanse en Turkse concurrenten. Dus hebben wij buiten Europa een nadeel."
Kunstmestproducent Yara vindt de CO2-belasting aan de grens positief, omdat anders het concurrentienadeel te groot wordt: "Yara is van mening dat hogere koolstofprijzen nodig zijn om de meest klimaatvriendelijke oplossingen te stimuleren. We snappen dat de EU stopt met het uitdelen van gratis rechten."
Maar wereldwijd gelijke kansen vindt Yara van cruciaal belang. Vandaar dat de kunstmestproducent al langer voor een vrijstelling van CO2-rechten voor export pleit. In de huidige vorm denkt Yara dat juist de meest competitieve en klimaatvriendelijke bedrijven geschaad gaan worden, omdat die veel wereldwijd exporteren.
Biedt kansen
Brancheorganisatie Metaal Nederland zegt dat CBAM op de langere termijn kansen biedt om de ontwikkeling van de Europese en Nederlandse basismetaalindustrie voort te zetten. "Een optimale mix is wat ons betreft een aanpak die zowel koolstoflekkage als het dumpen van vervuilend staal en aluminium op de Europese markt voorkomt."
Internationale risico's vindt Metaal Nederland moeilijk te voorspellen, maar de brancheorganisatie acht het niet onmogelijk dat niet-EU landen de plannen zien als een beperking van handelsmogelijkheden met Europa en daarom met tegenacties komen.
Dow valt waarschijnlijk vanaf 2030 onder het CBAM. Alhoewel het concern ook kritisch is, denkt het chemiebedrijf dat een dergelijke CO2-grensbelasting ook juist de marktwaarde van duurzamere producten kan vergroten.