André Cats en Pieter van den Hoogenband
NOS Sport

Van den Hoogenband en Cats: 'Overheid moet niet van katalysator tot struikelblok worden'

  • Luuk Blijboom

    olympisch redacteur NOS Sport

  • Luuk Blijboom

    olympisch redacteur NOS Sport

Ooit stonden Pieter van den Hoogenband en André Cats als zwemmer en coach zij aan zij in het zwembad. Nu staan ze als chef de mission en directeur topsport van NOC*NSF aan het roer van de Nederlandse olympische ploeg in Parijs.

Een dubbelinterview aan de hand van zes stellingen. Gisteren verscheen deel 1, vandaag deel 2. "De overheid moet niet ineens van katalysator tot struikelblok worden."

Met het nieuwe kabinet kan de top tien-ambitie van NOC*NSF voor Los Angeles 2028 de prullenbak in

Cats: "Het is veel te vroeg om dat met stelligheid te zeggen. Laten we eerst kijken met welke ambities dit kabinet gaat komen. Natuurlijk zijn er zorgen. We volgen met heel veel spanning wat er allemaal in Den Haag gebeurt. Onze budgetten zijn nu eenmaal zo krap dat welk percentage bezuiniging dan ook voor ons desastreus is. Dat kunnen we echt niet gebruiken."

VdH: "Ik ga altijd uit van het goede van de mens. En ik kijk ook altijd in de spiegel. Er is hier een taak voor ons weggelegd. Wat kunnen wij doen om de beleidsmakers duidelijk te maken wat sport voor de maatschappij betekent? Het is een cliché, maar met sport kunnen we heel veel zaken in goede banen leiden. Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat het dé oplossing is voor een hoop problemen."

Cats: "Dankzij de Nederlandse politiek, of beter: mede dankzij de Nederlandse politiek hebben we al een aantal Olympische Spelen op rij een plek bij de mondiale top 10 bereikt. Tot op heden is de overheid geen belemmering gebleken. We moeten er alleen wel voor waken dat we het kind straks niet met het badwater weggooien."

"De topsport volgt met heel veel belangstelling de besluitvorming van dit kabinet De overheid moet niet ineens van een katalysator een struikelblok worden. Dat is namelijk iets dat we absoluut niet kunnen gebruiken."

"In onze meest conservatieve berekening hebben we de komende tijd jaarlijks twintig miljoen euro extra nodig. Dat hoeft niet allemaal van de overheid te komen, maar we hebben die er wel bij nodig."

"We moeten dit kabinet ervan overtuigen dat sport onlosmakelijk verbonden is met de Nederlandse maatschappij. Dat de politici trots moeten zijn op onze topsport en dat we daar met z'n allen in moeten investeren. Inclusief overheid, dus."

VdH: "Vergeet niet: ons verenigingsleven is uniek in de wereld. Daar moeten we zuinig op zijn. Vanuit alle hoeken van deze aardbol komen mensen bij ons kijken hoe die gekke Nederlanders dat organiseren. Om dat vol te houden, moet je de wet van de remmende voorsprong verslaan. Niet inkakken en met steeds minder genoegen nemen. Maar juist alert, eerlijk en transparant zijn. En blijven."

Als topsporter een beroep is, heerst er in Nederland veel verborgen werkloosheid

VdH: "Er is geen atleet te vinden die aan sport is begonnen met rijkdom en roem in het achterhoofd. Zeker olympiërs niet. Een aantal sporten is populair, omdat er gigantische salarissen in worden betaald. Maar de atleet met olympische ambities is daar niet mee bezig."

"Aan de andere kant moeten we een goede balans zien te vinden tussen de tijd die een atleet in zijn sport stopt en de vergoeding die daar tegenover staat. Met de invoering van het stipendium heeft NOC*NSF daar een eerste aanzet toe gegeven."

"Ik ben heel blij dat André het initiatief heeft gegeven om topsporter zijn als beroep te erkennen. Ik volg die ontwikkelingen en geef waar mogelijk steun. Want ik weet hoe waardevol sporters en coaches zijn voor dit land."

Cats: "Er zijn zeker atleten in Nederland die het beoefenen van topsport als soortement van vrijwilligerswerk doen. Daar maken we ons in toenemende mate zorgen over. De topsport gaat, nationaal en mondiaal, naar een steeds hoger niveau. In veel sporten zie je daarnaast dat carrières langer duren, terwijl de weg naar de top steeds langer wordt."

"Waar we heel zorgelijke ontwikkelingen bespeuren is bij de categorie atleten die bezig is zich een weg naar de top te banen. In sommige sporten moet je soms wel acht jaar op hoog niveau trainen om die top te bereiken. Die categorie weten we niet te ondersteunen. De groep die traint met de intensiteit van een wereldtopper, maar dat niveau nog niet heeft bereikt."

"Er staat niets tegenover de inspanningen die deze groep zich getroost. Ik ken echt tientallen schrijnende gevallen. Er zijn jonge sporters die zeggen: ik moet stoppen met topsport omdat ik moet werken om in mijn levensonderhoud te kunnen voorzien."

"Ook in de groep van Parijs zitten atleten die het tijdens hun carrière echt niet gemakkelijk hebben gehad. Maar dit probleem speelt vooral bij atleten van tussen 16 en 24 jaar die zich richten op Los Angeles 2028. Daar moeten we op anticiperen. Want het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn dat het bedrijven van topsport alleen is weggelegd voor atleten die ouders hebben met een grote beurs."

VdH: "De hockeyers nemen hier een voortrekkersrol in. De KNHB is druk bezig met het ontwikkelen van duale carrières, waarin topsporters zich niet alleen sportief maar ook maatschappelijk ontwikkelen. Er wordt veel van die sporters gevraagd, maar de bestuurders nemen in dat proces ook hun verantwoordelijkheid. Door in ruil voor dat commitment iets terug te doen. Hopelijk vindt dat spoedig een vervolg in andere sporten."

Cats: "De professionalisering van de sport is niet voor niets een wezenlijk onderdeel van de topsportstrategie waar we de komende jaren aan gaan werken."

Het IOC moet uit de miljardenopbrengst van de Spelen medaillewinnaars een riante bonus geven

Cats: "In de huidige constellatie keert het IOC geldbedragen uit aan nationale olympische comités. Dit gebeurt niet op basis van prestaties, maar op grond van allerlei ontwikkelingsprogramma's. Dat is zeker belangrijk voor met name Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen die bezig zijn de topsport op poten te zetten en daarbij zeer afhankelijk zijn van het IOC."

"Hoe de gelden daar besteed worden, weet ik niet. Het IOC heeft echt lovenswaardige projecten in het kader van Olympic Solidarity. Dat is goed voor de mondiale ontwikkeling van de sport."

"Alleen worden de Olympische Spelen gemaakt door sporters en die mogen daar absoluut voor beloond worden. Nu zie je dat in Parijs in de atletiek bonussen worden uitgekeerd en in andere sporten niet. Dat is een natuurlijk vreemde situatie."

"Het IOC is het daar niet mee eens. Ik ben benieuwd hoe zich dat in de komende jaren gaat ontwikkelen. Het is belangrijk dat de sporters zelf een groot gewicht in de schaal gaan leggen en hierover een discussie met het IOC gaan voeren."

VdH: "Dit is een goed moment om de koppen eens bij elkaar te steken en hierover te discussiëren. Is het allemaal nog wel van deze tijd dat de hoofdrolspelers niets verdienen aan de Olympische Spelen?"

"In mijn tijd ging er veel geld om in het zwemmen. Er was alleen helemaal niets voor ons weggelegd. Terwijl wij op onze trainingsjacks en badmutsen wel reclame maakten voor de hoofdsponsors van de wereldzwembond."

"Sebastian Coe, de voorzitter van World Athletics, is echt een pionier in de mondiale sport. Iemand die niet bang is de knuppel in het hoenderhok te gooien."

"Hij is iemand die voortkomt uit de sport en na zijn loopbaan heeft geleerd de taal van de bestuurders te spreken. Hij probeert het juiste te doen voor de atleten die hij mag vertegenwoordigen. Waarom staan we niet wat langer stil bij de situatie zoals die in andere sporten momenteel is en gaan we niet met z'n allen het gesprek aan?"

"De Olympische Spelen van Parijs zijn een mooi moment om het IOC eens een spiegel voor te houden. Laten we dit eerst tot een goed einde maken. En wie weet is het IOC als de vlam straks is gedoofd wel tot inkeer gekomen en bereid in het verleden gemaakte keuzes te herzien."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl