Nederland kampioen biodiversiteitsverlies, 'de natuur staat er dramatisch voor'
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Op de Internationale Dag van de Biodiversiteit is er voor de Nederlandse natuur weinig te vieren. "Nederland is kampioen in biodiversiteitsverlies, in Europa en eigenlijk zelfs wereldwijd", zegt emeritus hoogleraar ecologie Louise Vet, initiatiefnemer van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel.
Het vorige week gepresenteerde coalitieakkoord maakt het er niet beter op. De versnippering van de natuur wordt in het akkoord genoemd, maar wordt niet aangepakt door die snippers te verbinden, maar door te kijken welke kleine natuurgebieden (snippers) hun beschermde status kan worden ontnomen. Bufferzones om natuurgebieden te beschermen worden verkleind en er komt extra ruimte voor mest, waardoor verzuring en vergrassing zullen toenemen.
In het akkoord staat nog een opvallende zin: "De daadwerkelijk gemeten staat van de natuur wordt leidend in het natuurbeleid." Dat was altijd al het uitgangspunt. Maar door selectief winkelen in metingen kun je tot heel verschillende conclusies komen.
15 procent biodiversiteit resteert
Om helderheid te verschaffen, publiceerden kennisinstellingen vandaag een online dashboard over de staat van de Nederlandse natuur. Geen enkele indicator staat op groen. De vier partijen kunnen terug naar de onderhandelingstafel om zich te laten bijpraten, zegt bioloog Arnold van Vliet van de Universiteit Wageningen. "De natuur wordt al tientallen jaren onderzocht, en staat er dramatisch voor."
Het verval van de Nederlandse natuur kwam vanaf ongeveer 1950 in een stroomversnelling door ruilverkaveling, intensief gebruik van kunstmest en landbouwgif en import van veevoer, waardoor een stikstofoverschot opbouwde. Rond de eeuwwisseling resteerde naar schatting nog 15 procent van de biodiversiteit die Nederland ooit had.
Ook sindsdien gaat de teloorgang door, vooral in open natuur, zoals duinen, heide, en boerenland, waar de soortenaantallen sinds 1990 nog eens halveerden. "Na de bijzondere natuur, zien we inmiddels ook de algemene soorten achteruitgaan", zegt Sander Turnhout van SoortenNL. "Zoals huismussen, spreeuwen, hazen en egels."
"Ik heb gedurende mijn carrière alleen maar dalende lijnen gezien", zegt hoogleraar Vet.
De Nederlandse natuur wordt ook eentoniger door een teloorgang van zogeheten 'habitattypen', zoals heischrale graslanden, glanshaverhooilanden, hardhoutooibossen en 'zwakgebufferde vennen'. Dat zijn soorten natuur waar kenmerkende planten en dieren in samenhang horen te leven.
In Nederland verkeert maar liefst 90 procent van deze habitattypen in slechte staat. Daarmee scoort Nederland ongeveer het slechtst van alle landen in de Europese Unie. De vier belangrijkste oorzaken, vermesting, verzuring, verdroging en versnippering, worden vaak genoemd, maar tot nu toe niet effectief aangepakt.
Eén procent blauwgraslanden resteert
Blauwgraslanden, nog een bedreigd habitattype, zijn een helder voorbeeld. Een eeuw geleden leverden dergelijke hooilanden wintervoer voor de koeien en sierden ze het landschap in de zomer met een uitzonderlijk divers boeket aan weidebloemen, vlinders, leeuweriken en tal van andere vogels. Door vermesting en verdroging is honderd jaar later 99 procent verdwenen.
Toch is herstel van blauwgraslanden mogelijk, blijkt uit een burgerinitiatief bij Wageningen, de Binnenveldse Hooilanden. Deze worden gehooid en begraasd door koeien, maar zonder extra te bemesten. Stikstof en fosfaat zijn verwijderd met een paardenmiddel: het afgraven van de toplaag. Ook het grondwater is hersteld, net als een oude kronkelende beekloop.
Slechts vijf jaar later groeien en bloeien er weer tal van zeldzame blauwgraslandsoorten, zoals het melkviooltje, de klokjesgentiaan, orchideeën en blauwe knoop - en trekt het gebied weer grote aantallen weidevogels aan. "Het is een succes door de samenwerking van natuurminnende burgers, boeren, Staatsbosbeheer en provincie", vertelt Patrick Jansen, een betrokken Wageningse bioloog.
Ook op nationale schaal is natuurherstel mogelijk. In november werd een plan gepresenteerd voor een volledig natuurinclusieve samenleving, in 2050. Welvaart hoeven we daar niet voor in te leveren, zegt Van Vliet - maar het vraagt wel andere keuzes. "Met het coalitieakkoord is het niet mogelijk om deze plannen te realiseren en zal de natuur juist veel verder achteruit gaan."
"We zien dat de natuur kan herstellen als we ingrijpen", zegt Vet. "Ik denk dat we het samen op kunnen pakken om biodiversiteitsherstel in Nederland wel degelijk voor elkaar te krijgen."
Vet pleit onder andere voor herstel van heggen, houtwallen, natuurlijke oevers. Dat zou niet alleen biodiversiteit versterken, maar ook de regionale identiteit van het landschap. Boeren zouden er volgens Vet een boterham aan moeten kunnen verdienen. Maar dat vraagt dat ook politiek Den Haag het landschapsherstel waardeert.