Klimaatneutraal in 2050: het kan, maar Nederland moet wel vol aan de bak
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Rolf Schuttenhelm
redacteur Klimaat
Nederland kan in 2050 volledig klimaatneutraal zijn. Maar die haalbaarheid komt ernstig in het geding als we controversiële maatregelen - zoals CO2-opslag, biobrandstoffen en krimp van de veestapel - uitsluiten of zelfs maar uitstellen. Dat zegt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een nieuwe doorrekening.
Ruim dertig routes om klimaatneutraal te worden zijn doorgerekend voor alle belangrijke sectoren. Het PBL spreekt van hun 'vlaggenschip'. Samen met achtergrondrapporten gaat het om zo'n duizend pagina's.
"Het is een enorme opgave", zegt PBL-directeur Marko Hekkert tegen de NOS. "We hebben nog maar 25 jaar om dit voor elkaar te krijgen. Elke vertraging die je je nog veroorlooft, maakt het of enorm duur, of onmogelijk. Het is nu dus vooral doorzetten - de urgentie hebben we afgelopen jaren al gezien."
Hekkerts zorg is kortetermijndenken. Sommige maatregelen die kunnen helpen om het klimaatdoel voor 2030 te halen (55 procent minder broeikasgassen dan in 1990) kunnen juist leiden tot stagnatie op de lange termijn. Een voorbeeld is het verwarmen van huizen met waterstof.
"Vanuit de sector wordt gezegd: er liggen mooie aardgasleidingen - daar kunnen we dus waterstof in stoppen. Maar als je naar het hele systeem kijkt, hebben we die waterstof elders nodig, en blijken warmtepompen voor verwarming veel optimaler. Dus voor beleid dat we nu nog maken: zet de 2050-bril op."
Het PBL heeft onderzocht welke scenario's het meest kosteneffectief zijn, tegen relatief kleine veranderingen in productie en consumptie. "Zo gaan we in de studie niet uit van grootschalige gedragsveranderingen", zegt hoofdauteur Bart Strengers. Zijn conclusie: het is niet alleen haalbaar, maar ook betaalbaar. "Het zijn geen astronomische bedragen. Het gaat vooral om een transitie waar we doorheen moeten. Dat vraagt grote investeringen en eerlijke verdeling - maar brengt geen hoge netto kosten."
Nederlandse waterstof en biokerosine
In 2050 zal in Nederland maar liefst drie tot vijf keer zo veel elektriciteit geproduceerd moeten worden als nu, afkomstig uit wind, zon en mogelijk wat kernenergie. Dankzij die extra elektriciteit kunnen wegverkeer, verwarming en de industrie stoppen met fossiele brandstoffen.
Ook waterstof speelt daarbij een belangrijke rol - om pieken in vraag en aanbod van elektriciteit op te vangen. Het grootste deel van die waterstof zullen we volgens het PBL in Nederland zelf produceren. Het is volgens het planbureau essentieel dat verschillende investeringen parallel worden uitgevoerd, en dat nergens "gewacht" wordt op voortgang elders.
Twee lastige sectoren die niet kunnen elektrificeren, zijn de scheepvaart en de luchtvaart. De scheepvaart zou kunnen overstappen op biobrandstof of ammoniak, en luchtvaart op biokerosine en synthetische kerosine.
Krimp van de veestapel
Ook die alternatieve luchtvaartbrandstof moeten we zelf (grootschalig) gaan produceren in Nederland. Bij die fabricage komt CO2 vrij en als we die ondergronds opslaan wordt meer CO2 aan de atmosfeer onttrokken dan erbij vrijkomt.
Die negatieve uitstoot zal vervolgens nodig zijn voor de sector die het lastigst te verduurzamen is: de landbouw. Die stoot in Nederland nu 23 miljoen ton broeikasgassen per jaar uit (15 procent van het totaal).
Dat zal in 2050 alsnog 9 tot 12 miljoen ton zijn. Daarbij wordt uitgegaan van enige krimp van de veestapel, in lijn met het stikstofbeleid. Vooral die resterende uitstoot van de landbouw zal in 2050 dus moeten worden gecompenseerd.
Geen aflaat
In veel andere rapporten wordt ervan uitgegaan dat zulke negatieve emissies gecreëerd kunnen worden door biomassa te verstoken voor elektriciteit en de CO2 die daarbij vrijkomt ondergronds op te slaan.
Het PBL ziet dat anders: door te sterke groei van de vraag kunnen tekorten en duurzaamheidsproblemen ontstaan, waaronder ontbossing. Biomassa moet daarom alleen worden gebruikt voor hoogwaardige toepassingen, zoals grondstof voor bioplastics en de bouw, en biobrandstoffen voor transportsectoren die niet kunnen elektrificeren.
Het ondergronds opslaan van CO2 is geen aflaat om door te gaan met grootschalig gebruik van fossiele brandstoffen. Volgens het rapport kan in 2050 slechts een zeer klein deel fossiele brandstoffen met CO2-opslag worden gecompenseerd.
Bevolkingsgroei
In het rapport wordt bevolkingsgroei gezien als een gegeven en uitgegaan van gematigde groei (een à twee miljoen extra mensen in 2050). Dat vraagt tussen 2020 en 2050 1,4 miljoen extra woningen. Het werkelijke volume van gebouwen in het Nederlandse landschap groeit bijna twee keer zo hard, door een vergelijkbare toename van bebouwing ten behoeve van de dienstensector.
Toch toonde de Staatscommissie voor Demografische Ontwikkelingen dat de bevolkingsgroei in praktijk aanzienlijk lager of hoger kan zijn, afhankelijk van immigratie. Als er voor 2050 nog meer mensen bijkomen wordt het moeilijker en bij lagere groei makkelijker, erkent Hekkert. Naast landbouw en woningbouw is de schaarse ruimte in Nederland ook nodig voor extra bos.
Verspilling aanpakken
Ook verduurzaming van leefstijl kan de opgave een stuk vergemakkelijken. Volgens het PBL is op dat vlak vervolgstudie nodig; het is niet meegenomen in dit rapport. Wel is het volgens het planbureau essentieel dat we netto veel minder energie verspillen. Alleen dan is de extra CO2-vrije elektriciteit toereikend om alle fossiele brandstoffen te vervangen.
Die besparing komt van goede isolatie van alle woningen en andere gebouwen, zegt Bert Daniels, de tweede hoofdauteur. "Maar het zit ook in nieuwe technologie. Zo verbruiken warmtepompen netto een derde tot een kwart van de energie van gasverwarming en is een elektrische auto ruwweg drie keer zo efficiënt als een vergelijkbare verbrandingsauto."
Uiteindelijk is het een vrij simpel verhaal, besluit Hekkert. "Alle verduurzaming moet opgeschaald worden. Je kunt niks verkeerd doen, zolang je opschaalt."