Steeds meer megastallen, terwijl kabinet er juist minder wil
Sarah Bürmann
redacteur Binnenland
Sarah Bürmann
redacteur Binnenland
Het aantal megastallen in Nederland blijft toenemen. Dat blijkt uit cijfers die de NOS opvroeg bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De trend gaat in tegen de plannen van het demissionaire kabinet. "Dit type landbouw past niet meer bij Nederland", zegt demissionair landbouwminister Adema over de toename van het aantal megastallen.
Gerard Klop uit Maasbommel voert samen met andere inwoners van het Gelderse dorp actie tegen de komst van drie veehouderijen, die duizenden dieren huisvesten. "Boeren, prima, daar hebben we helemaal geen problemen mee", zegt hij. "Maar deze stallen met duizenden geiten, varkens en kalveren zo dicht bij het dorp, dat kan niet meer."
Ieder jaar komen er meer boerderijen met grote aantallen vee bij. De meest recente cijfers laten zien dat er vorig jaar 946 van zulke stallen waren, 4,4 procent meer dan in 2021. Van 2017 tot 2022 is het aantal toegenomen met ruim 28 procent. Vooral het aantal grote koeienstallen groeide, het aantal grote pluimveestallen nam juist af. Het aantal grote varkensstallen groeide in de periode van zes jaar ook flink, maar het laatste jaar nog maar heel beperkt.
Die groei gaat ten koste van kleinere bedrijven, want daarvan zijn er juist steeds minder. In 2022 waren het er 3,4 procent minder dan het jaar ervoor. In de afgelopen vijf jaar nam het aantal kleinere bedrijven af met 14,7 procent.
"Echt een ongewenste ontwikkeling", vindt demissionair minister Adema. "We moeten naar een andere schaal van landbouw in Nederland, passend bij het echte familiebedrijf. Daar past dit soort stallen niet bij."
Een van de veehouders die in Maasbommel een megastal wil bouwen vindt het onzin dat Klop zijn stal als probleem bestempelt. "Het totale aantal dieren in Nederland neemt niet toe", zegt hij. Ook zijn stallen nu een stuk schoner dan vroeger, omdat er strengere duurzaamheidsregels gelden.
Oude stallen gesloopt
Linda Verriet van de belangenorganisatie van de varkenshouderijsector (POV) reageert namens de twee andere veehouders. "Wat hier gebeurt, is dat oude stallen worden gesloopt en er duurzame, nieuwe stallen voor in de plaats komen", zegt ze. Veel meer dieren dus, maar wel in schonere stallen.
Toch snapt Gerard Klop er niets van dat de overheid vergunningen afgeeft voor de grote stallen "in een tijd waarin het kabinet en de provincies bezig zijn met het aanpakken van het stikstofprobleem".
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de omgevingsvergunning, die nodig is om te mogen bouwen. Provincies geven natuurvergunningen af, waarin onder meer de toestemming voor stikstofuitstoot wordt geregeld.
Geen invuloefening
Maar volgens het Interprovinciaal Overleg, dat de belangen van de provincies behartigt, is het niet mogelijk om een vergunningsaanvraag zomaar af te wijzen. "Vergunningverlening is geen vrije invuloefening", laat een woordvoerder weten. Als de aanvrager voldoet aan alle eisen en regels, moet de provincie de vergunning wel afgeven, zegt hij.
Klop vindt dat de regels moeten veranderen. "Zolang er geen politieke beslissing wordt genomen, zullen boeren hun kansen pakken en zeggen: het mag, het kan. Dus de politiek is aan zet."
Nodig om genoeg geld te verdienen
Volgens Verriet, die namens twee van de veehouders in Maasbommel spreekt, ontkomen de boeren er niet aan om meer dieren te houden als ze moderne, schone stallen laten bouwen. Zonder de extra dieren kunnen ze de dure investering niet terugverdienen en komt hun verdienmodel in de knel.
Dat verdienmodel was een van de belangrijkste punten tijdens de gesprekken over het landbouwakkoord. Dat akkoord moest ervoor zorgen dat boeren kunnen verduurzamen, maar ook genoeg geld blijven verdienen. Maar het overleg klapte deze zomer en het akkoord kwam er niet.
Adema noemt dat "ongelooflijk jammer", omdat hij het verdienmodel van de boer wilde verbeteren. Toch vindt Adema dat de plannen die op tafel lagen moeten doorgaan. Hij hoopt "van harte" dat een nieuw kabinet "hier echt stappen in zet", want "dit type landbouw past niet meer bij Nederland".