Oppositiepartijen tegen stikstofwet van kabinet
Een groot deel van de oppositie is tegen de stikstofwet van het kabinet. Ook PvdA en GroenLinks, partijen waarop het kabinet zijn hoop vestigt voor steun in de Eerste Kamer, zijn tegen de wet in zijn huidige vorm.
De coalitie heeft nu geen meerderheid in de Eerste Kamer en het ziet er volgens peilingen niet naar uit dat die er snel komt. Over anderhalve week zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten en eind mei kiezen de Staten de nieuwe Eerste Kamer.
Het wetsvoorstel is nog niet ingediend bij de Tweede Kamer, maar zit in de fase dat burgers en organisaties er commentaar op kunnen leveren. Kern van de wet is dat de stikstofuitstoot in 2030 moet zijn gehalveerd, en dat er in 2025 en 2028 'ijkmomenten' zijn om de voortgang te bekijken.
De stikstofcrisis is een belangrijk onderwerp in de verkiezingen en in het tv-programma Buitenhof werden zes vertegenwoordigers van oppositiepartijen vandaag naar hun mening over de wet gevraagd. Alle zes zijn tegen het huidige voorstel.
Ook bijdrage luchtvaart en industrie
GroenLinks-leider Klaver vindt de wet gewoon niet goed genoeg. Hij wil dat erin wordt opgenomen dat ook industrie en luchtvaart evenredig bijdragen aan het terugdringen van de stikstofuitstoot. PvdA-leider Kuiken sloot zich daarbij aan. En SP-leider Marijnissen vindt dat er minder megastallen moeten komen, en niet zozeer minder boeren. Ook volgens haar ligt er nu te veel focus op de boeren, "zonder noemenswaardig perspectief".
BBB-leider Van der Plas vindt dat er te veel nadruk op stikstof wordt gelegd en zij is fel tegen de wet. Volgens haar zijn ook binnen de Europese regels andere keuzes mogelijk. Volgens haar collega Ouwehand van de Partij voor de Dieren gaat de wet juist niet ver genoeg: "We moeten veel sneller, veel steviger handelen en het kabinet kiest ervoor om een deel van de veehouders over te leveren aan de Rabobank." Ook de lijsttrekker van JA21 in de Eerste Kamer, Nanninga, zei dat haar partij "hier geen handtekening onder zal zetten".
Op een campagnebijeenkomst in Dordrecht ging VVD-leider Rutte in op de kritiek. "Je moet er op een praktische manier voor zorgen dat je sterke boerenbedrijven houdt, maar ook dat er gebouwd kan worden en dat er wegen kunnen worden aangelegd", zei hij. "Je wilt natuurlijk niet dat partijen groot worden die eigenlijk zeggen: 'Die hele boerenstand in Nederland hebben we eigenlijk niet meer nodig.' "