Veel geld voor megastallen, weinig voor duurzaamheid: Rabo's rol in de stikstofcrisis
Charlotte Klein
redacteur Economie
Joram Bolle
redacteur Online
Charlotte Klein
redacteur Economie
Joram Bolle
redacteur Online
Is het de schuld van de Rabobank? De bank is met afstand de grootste financier van de agrarische sector in Nederland en dus medeverantwoordelijk voor het ontstaan van de stikstofcrisis, klinkt het de laatste tijd bij politieke partijen, maatschappelijke organisaties en partners van de bank. Ook de Rabobank zelf lijkt nu voorzichtig de eigen rol te erkennen: "Met de kennis van nu zou je in het verleden echt anders handelen."
Die handelwijze kenmerkte zich decennialang door het stimuleren van intensivering en schaalvergroting in de landbouw. Maar de schaalvergroting werd "ingezet door de overheid" en voltrok zich "binnen marktomstandigheden die de samenleving schept", werpt de bank meteen tegen.
Hoeveel heeft de Rabobank in de melk te brokkelen? We leggen het uit in drie vragen en grafieken.
Waarom is de landbouw in Nederland zo geïntensiveerd?
De oorsprong van intensieve landbouw ligt kort na de Tweede Wereldoorlog. Eerst was het Nederlandse beleid - en vervolgens het Europese - om efficiëntie en schaalvergroting te stimuleren. Zo moest honger voor eeuwig worden uitgebannen.
Door exportsubsidies, importheffingen, ruilverkaveling en technische innovatie maakten kleinschalige boerenbedrijven plaats voor grote spelers, met de focus op veel productie. Aangejaagd door Europese subsidies werd er meer geproduceerd dan waar vraag naar was, met de bekende melkplassen en boterbergen tot gevolg.
In 1984 werd, om die overproductie te voorkomen, een Europees melkquotum afgesproken. Dat zou 31 jaar standhouden. De gemiddelde melkprijs bleef in al die jaren min of meer gelijk, terwijl je anno 2022 voor hetzelfde geld de helft kan kopen.
Melk levert boeren dus in verhouding veel minder op dan vroeger. Aanhoudende schaalvergroting en intensivering zijn daarom nodig om er niet op achteruit te gaan. Na het afschaffen van het melkquotum in 2015 versnelde dat proces verder, met per bedrijf meer vee en meer megastallen.
Van de stikstofuitstoot is 40 procent afkomstig uit de landbouw, en daarmee draagt de sector verreweg het meeste bij aan de neerslag van stikstof in de natuur. Veehouderij leidt tot uitstoot van ammoniak, een schadelijke stikstofverbinding en een belangrijke veroorzaker van de stikstofcrisis. De uitstoot van ammoniak daalt sinds 1991. Tussen 2013 en 2017 stagneerde die daling, onder meer door het afschaffen van het melkquotum.
De intensivering van de melkveehouderij is te zien aan de daling van het aantal bedrijven, terwijl het aantal koeien redelijk gelijk blijft:
Hoe belangrijk is Rabobank voor de financiering van de agrarische sector?
Om die grotere stallen en ander materiaal te betalen, moeten boeren geld lenen bij banken. De Rabobank zegt ongeveer 85 procent van alle bedrijven in de agrarische sector te financieren.
Zulke cijfers zie je in bijna geen andere sector. Maar het had ook een keerzijde, zegt deze boer:
Voor de bank is de agrarische sector één van de belangrijkste klanten. Uit het jaarverslag (.pdf) blijkt dat een kwart van de leningen van de Rabobank naar de food- en agrisector gaat - zie de eerste grafiek hieronder. Let wel, dat zijn leningen aan Nederlandse én buitenlandse ondernemingen. Ook wereldwijd is de Rabobank een van de grootste financiers van de voedselindustrie.
Onder food en agri valt overigens niet alleen de landbouw, maar bijvoorbeeld ook de supermarktsector en grondstoffenhandel. Van de 103 miljard euro die Rabobank wereldwijd aan food- en agrileningen heeft uitstaan, gaat een groot deel naar de melkveehouderij en vleesveehouderij - zie afbeelding 2 hieronder.
Die sectoren zijn de grootste veroorzakers van stikstofuitstoot in de landbouw. In de tweede grafiek hieronder maakt de Rabobank overigens geen onderscheid tussen leningen in Nederland en in het buitenland.
Wat investeert de Rabobank in duurzame landbouw?
Rabobank laat zich erop voorstaan dat 75 procent van alle biologische boeren zijn klant is. Tegelijkertijd is maar 4 procent van de landbouw in Nederland biologisch. In absolute zin gaat het daarom maar om een klein bedrag: de bank zei vorig jaar zo'n 1 miljard euro in duurzame landbouw te investeren.
Ook zegt Rabobank dat boeren die investeren in duurzaamheid een korting krijgen op de rente die ze betalen voor een lening. Daarnaast zijn er algemene investeringen in innovaties die bijvoorbeeld de ammoniakuitstoot moeten beperken. Volgens het Wereld Natuur Fonds (WNF), al jarenlang partner van de bank, bieden zulke innovaties schijnzekerheid, omdat je het probleem beter bij de bron kan aanpakken.
Talloze verhalen van boeren roepen vragen op over de duurzame ambities van de Rabobank. Boeren die biologisch willen worden, kunnen vaak geen lening krijgen, schreven de Volkskrant en NRC. Als je als boer een rendabel biologisch bedrijf wil uitbaten, moeten de prijzen van je product omhoog. Volgens de bank zijn nog niet genoeg klanten bereid daarvoor te betalen.
De interne ethische commissie van de Rabobank leverde in het jaarverslag kritiek op die houding en ook op het bevorderen van schaalvergroting. Schaalvergroting komt er in de financiële afweging van accountmanagers gunstiger uit, omdat ze met algemene risicomodellen werken. Op basis daarvan ziet de bank het vergroten van je bedrijf als minder risicovol dan verduurzamen. De ethische commissie pleit voor meer maatwerk.
Een weg voorwaarts ziet de Rabobank vooral in samenspraak met de hele sector, zonder dat er concrete veranderingen in het eigen beleid worden aangekondigd: "Dat het duurzamer moet, staat buiten kijf en dat vraagt een extra stap, van boeren, consumenten en van ons als bank."