Met vallen en opstaan: Afghaanse WK-debutanten dromen van Spelen in Parijs
Gespannen staan ze klaar op het startpodium, wachtend op het moment dat de rode lampen groen worden. Dat betekent namelijk dat de mannen van het eerste Afghaanse wielerteam ooit op een WK het stokje doorgeven aan de vrouwen.
Rood. Oranje. Groen! En dan gaat het vreselijk mis.
Een van de Afghaanse rensters smakt op het startpodium al tegen de grond. Het is de 24-jarige Zahra Rezayee, die rijdt met twee opvallende vlechten en een hoofddoek onder haar tijdrithelm. Een golf van ontzetting klinkt door het centrum van Glasgow.
Achter het startpodium bijt James Hey op zijn lip. De Engelsman, geboren in Middlesbrough maar woonachtig in Londen, is de bondscoach van de Afghaanse wielerbond.
"In oktober ben ik met zeven Afghaanse wielrensters gaan werken, die gevlucht waren", vertelt Hey. "Op dat moment wilden ze nog helemaal niet aan koersen denken. Daar waren ze emotioneel, mentaal en fysiek nog niet aan toe. De verhalen die ze vertelden over hun thuisland, daar werd ik stil van."
Potentie
Toch zag Hey potentie in zijn trainingsgroep. "Vooral de zusjes Hashimi bleken echt goed te zijn. Toen besloot ik om contact op te nemen met de UCI en met de Afghaanse wielerfederatie, die ook in het Zwitserse Aigle gevestigd is intussen. En nu staan we hier op het WK, dat is echt een bijzonder moment."
"Het is voor het eerst sinds de machtsovername door de Taliban dat vrouwen Afghanistan vertegenwoordigen op een WK", vervolgt Hey. "Er zijn 52 sportbonden in het land, maar alleen in het wielrennen doen Afghaanse vrouwen mee."
De drie Afghaanse deelneemsters wonen in Italië, waar ze als vluchteling naartoe trokken. In oktober won Fariba Hashimi (20) het nationaal kampioenschap in Aigle, voor haar oudere zus Yulduz (23). Beiden werden daarvoor beloond met een profcontract bij Israel-Premier Tech. Nummer drie Rezayee rijdt voor Valcar, de Italiaanse ploeg van onder anderen Silvia Persico.
Dat betekent niet meteen dat we de Afghaanse vrouwen in het Vlaamse voorjaar of de Tour de France zullen zien. In 2022 reden ze alleen het nationaal kampioenschap én het WK gravel. Dit jaar stonden ze aan de start van het Aziatisch kampioenschap en de Ronde van Berlijn.
Tandarts
Toch zijn de vrouwen al een stapje verder dan de Afghaanse mannen. "De mannen zijn eigenlijk amateurs, zoals jij en ik. Mohamed Islam Jorat, bijvoorbeeld, is tandarts. Maar de laatste anderhalf jaar hebben ze alles gegeven om hierbij te kunnen zijn."
De mannen gingen als eerste van start, maar werden voor de finish in George Square al ingelopen door het drie minuten later gestarte Oezbekistan. De Afghaanse vrouwen, die een paar honderd meter verderop al opgesteld stonden, kregen zo opeens gezelschap van hun Oezbeekse concurrenten.
Misschien dat Rezayee daardoor van slag raakte. Maar haar val was niet het enige pechgeval van de middag. Tegen het einde van de omloop over het parcours, waar Mathieu van der Poel de wereldtitel won, reed de oudste van de twee zussen Hashimi ook nog eens lek.
Omdat de tijd van de tweede renster telt, zat er niets anders op dan te wachten op de onfortuinlijke Rezayee, die al kilometerslang in de achtervolging was.
Met een gapende wond aan haar knie liet Rezayee zich door Hashimi naar de streep voeren, in een tijd die uiteindelijk bijna 18 minuten langzamer was dan die van winnaar Zwitserland. Het verschil met de voorlaatste deelnemer, China, is ruim tien minuten.
Dromen van Parijs
Toch maakt het resultaat niet uit. "Het was mijn droom om hier te staan", vertelt Rezayee na afloop, als de eerste teleurstelling is verwerkt. "En mijn andere droom is om professioneel wielrenster te worden en mee te doen aan de Olympische Spelen."
"Als ik fiets dan voel ik me vrij en kan ik alles vergeten. Ook de problemen die ik in Afghanistan heb ervaren", vervolgt Rezayee, wiens familie nog altijd in Afghanistan woont. "Als ik dit kan, dan zou elke vrouw in Afghanistan de mogelijkheid moeten hebben om haar droom te volgen."
"Ik ben een van de gelukkige meisjes die uit Afghanistan hebben kunnen vluchten. Nu heb ik zelfs de mogelijkheid om miljoenen Afghaanse vrouwen te vertegenwoordigen. Vrouwen die nu niet naar school mogen of mogen werken. De wereld moet Afghaanse vrouwen blijven ondersteunen, zodat ze zich vrij kunnen voelen, naar school kunnen gaan en kunnen sporten."
Brok in de keel
Bondscoach zijn doet Hey uit idealisme, al is het voor hem ook een leerzame ervaring. In het dagelijks leven probeert hij met zijn bedrijf The Cycle Coach jongeren aan het wielrennen te helpen.
"We zijn niet Nederland, Groot-Brittannië, Italië of Zwitserland. Wij zijn afhankelijk van de UCI. En zonder die steun zouden we hier niet zijn. Ik ben eigenlijk vrijwilliger en betaal mijn eigen reiskosten. We hebben een mechanieker. De Zwitsers, die ook in ons hotel zitten, hebben drie koks. We blijven bescheiden."
Zijn taak als coach is niet eenvoudig. "De Afghaanse renners en rensters zijn over heel Europa verspreid. Ze trainen bij hun eigen ploegen. Natuurlijk houden we wel contact, maar we zien elkaar vooral bij de wedstrijden zelf."
"De gemengde ploegenestafette is heel technisch en uitdagend, maar we zijn blij dat we niet onderweg al zouden moeten stoppen door pech. Als ik dan zie hoe Zahra en Fariba alsnog de lijn passeren, dan krijg je wel een brok in je keel."
In de individuele tijdrit en in de wegwedstrijd zullen we de Afghaanse vrouwen opnieuw in actie zien. Nu ze er zijn, willen ze er ook alles uit halen.
"Wielrennen is niet nieuw in ons land", besluit Fariba Hashimi. "Wij willen aan de mensen in ons land laten weten dat wij nooit zullen opgeven en dat we goed kunnen presteren als de kans komt. Afghanistan is mijn geboorteland. Ik droom ervan om bij mijn familie te zijn. En ik droom ervan om met de andere rensters in mijn eigen land te kunnen koersen."