Thomas helpt vriend Cavendish aan keizerlijke sprintzege in Rome, Roglic wint Giro
Primoz Roglic heeft de 106de Giro d'Italia op zijn naam geschreven. De Sloveense kopman van Jumbo-Visma, die zaterdag met een magistrale klimtijdrit Geraint Thomas uit het roze reed, kwam zonder problemen over de streep voor het Collosseum in Rome.
In de slotrit speelde Thomas nog een hoofdrol door zijn vriend en voormalig ploeggenoot Mark Cavendish hoogtstpersoonlijk aan de zege te helpen. Cavendish maakte het af met een keizerlijke sprint en boekte in zijn laatste jaar zijn zeventiende ritzege in de Giro.
Met zijn 38 jaar en zeven dagen is Cavendish ook de oudste ritwinnaar ooit in de Giro.
Van Slovenië naar Rome
Na de gedenkwaardige klimtijdrit en een overnachting in het Sloveense Kranjska Gora stapten de renners vanochtend in Triëst op het vliegtuig naar Rome, waar de slotrit verreden werd. Dit tot ongenoegen van onder meer Bauke Mollema, die de reisafstand van meer dan 750 kilometer belachelijk noemde.
Desondanks stapten de renners met vrolijk gemoed op voor de slotrit van 126 kilometer, verdeeld over een grotere lus en zes ronden door het centrum van Rome. Het eerste deel werd, zoals we kennen uit de Tour de France, gebruikt voor champagne, grappen en grollen op de fiets.
Toch stond er nog wel iets op het spel. Zo had de Let Toms Skujins (Trek-Segafredo) nog zijn zinnen gezet op het tussensprintklassement, een van de nevenklassementen die eigen zijn aan de Giro.
Voor die premie wilde hij nog wel even zijn best doen en dus trok hij op avontuur met de op een Poolse licentie rijdende Cesare Benedetti (Bora-hansgrohe) en de Fransman Maxime Bouet (Arkéa).
Niet zonder succes overigens, want na de eerste van twee tussensprints kwam Skujins op één schamel puntje van leider in dat klassement Derek Gee.
Bij de tweede tussensprint waren echter ook nog drie, twee en een bonificatieseconden te verdienen. En dat was interessant voor de nummer acht in het klassement, Andreas Leknessund. De kopman van DSM strandde gisteren op één seconde van de nummer zeven in het klassement, Eddie Dunbar.
Eeuwige tweede
Leknessund hield zich echter aan de ongeschreven regel om het ceremoniële karakter van de slotrit niet te gebruiken om een plekje te stijgen in het klassement en zo wipte Skujins alsnog over Gee in het tussensprintklassement.
Zo eindigde Gee - een van de smaakmakers van deze Giro met drie tweede en twee vierde plaatsen in etappes - als tweede in het bergklassement, als tweede in het puntenklassement en ook nog eens als tweede in de nevenklassementen van de tussensprints en die van de meeste kilometers in de vlucht.
Wel werd de Canadees na afloop uitgeroepen tot meest strijdlustige renner van de Giro. En dat onderstreepte hij nog eens met een ultieme uitval op 4,5 kilometer van de finish, maar ook die aanval was gedoemd te mislukken.
Keizerlijke sprint
Het peloton maakte zich op voor een keizerlijke sprint in de schaduw van het Collosseum. Opvallend genoeg was het Ineos, de ploeg van de verslagen Geraint Thomas en Thymen Arensman, die de laatste kilometers het tempo bepaalde. De reden daarvoor zat wellicht in het wiel bij zijn voormalige ploegmaten: Mark Cavendish.
Sterker, op twee kilometer van de streep gebaarde Thomas zelf naar Cavendish om zijn wiel te kiezen en zo loodste de nummer twee van het klassement zijn vriend hoogstpersoonlijk naar een goede positie.
En terwijl achter hem gevallen werd door Pascal Ackermann, werd het sprookje voltooid: Cavendish won afgetekend voor de verrassende Alex Kirsch en Filippo Fiorelli. Zo werden alle zeven massasprints in deze Giro gewonnen door een andere sprinter.
Jonathan Milan kwam er in Rome niet aan te pas, maar mag wel de maglia ciclamino mee naar huis nemen als eindwinnaar van het puntenklassement. Thibaut Pinot besluit zijn laatste Giro met de blauwe bergtrui en een knappe vijfde plek in het eindklassement.
Maar de nummer een van de 106de Giro is een Sloveen: Primoz Roglic.