Roglic overwint pech in klimtijdrit en wist Tourtrauma uit: Sloveen in roze naar Rome
Primoz Roglic heeft voor een enorme stunt gezorgd op de voorlaatste dag van de Giro d'Italia. De kopman van Jumbo-Visma reed een uitmuntende klimtijdrit van 18,6 kilometer van Tarvisio naar de top van de steile Monte Lussari, maar leek zijn kansen te verspelen door problemen met zijn ketting.
Toch hield de ontketende Sloveen genoeg over om Geraint Thomas uit het roze te rijden. De Welshman werd nog wel tweede in de tijdrit, maar gaf 40 seconden toe op Roglic en eindigt zo op 0.14 van de Sloveen in het eindklassement.
Met zijn zege verjaagt de Sloveen ook de spoken van de afsluitende klimtijdrit op La Planche des Belles Filles in de Tour de France van 2020, toen hij zijn zeker gewaande gele trui alsnog verloor aan de ontketende Tadej Pogacar.
Na drie Vuelta-zeges wordt dit voor Roglic - als er geen ongelukken gebeuren in de slotrit in Rome - de vierde eindzege in een grote ronde. Slechts een keer werd een Giro met een kleinere marge beslist: in 1948 won de legendarische Fiorenzi Magni met elf seconden voorsprong op zijn landgenoot Ezio Cecchi.
João Almeida werd derde in de tijdrit en zal ook derde zijn in Rome. Achter de strijd om het podium klom Thymen Arensman dankzij een prima tijdrit naar de zesde plek in het algemeen klassement.
Maandenlang uitkijken naar deze dag
Maandenlang werd uitgekeken naar de voorlaatste dag van de Giro, waarop de renners nog een moordende klimtijdrit voorgeschoteld kregen. Mogelijk was het vooruitzicht van de Monte Lussari, een klim van 7,3 kilometer met een gemiddelde stijging van 12,1 procent en stukken boven de 20 procent, zelfs zo ontzagwekkend dat het de hele Giro in zijn greep hield.
Want zeker na het uitvallen van topfavoriet Remco Evenepoel viel deze Giro vooral op door behoudzucht tussen de klassementsmannen. Na een afwachtend secondenspel was het verschil tussen roze trui Geraint Thomas (Ineos) en Primoz Roglic (Jumbo-Visma) slechts 0.26. João Almeida (UAE) volgde op iets minder dan een minuut 0.59.
Omdat de weg naar het heiligdom van Monte Lussari te smal was om auto's toe te laten, gingen de renners in drie verschillende golven van start met een mecanicien met een reservefiets op de motor achter zich. Aan de voet van de klim was bovendien een wisselzone ingericht, waar de renners hun tijdritfiets inruilden voor een klimfiets.
De sprinters en de mindere goden in de eerste golf hadden alle tijd om te genieten van de sfeer, want de Giro-organisatie had besloten om de tijdslimiet op te rekken naar een comfortabele 50 procent van de tijd van de winnaar.
Jonkie Riccitello verrast
In het tweede blok werden de eerste serieuze tijden neergezet. Niet door Nederlands kampioen Bauke Mollema, die snel was in de vlakke aanloop, maar aan het begin van de klim al snel het hoofd moest buigen. Koen Bouwman, deze Giro geen schim van de bergkoning en tweevoudig etappewinnaar van vorig jaar, reed wel een knappe tijdrit.
Wél door de piepjonge Matthew Riccitello. De 21-jarige Amerikaan van Israel-Premier Tech was ruim twee minuten sneller dan de rest en werd pas laat in het derde en laatste blok van de hotseat geduwd.
In dat laatste blok waren het de ploeggenoten van Almeida die voor de toptijden zorgden. Jay Vine was de eerste die de tijd van Riccitello wist te kloppen en Brandon McNulty dook daar nog eens ruim onder.
Sepp Kuss, misschien wel de beste klimmer ter wereld maar een matig tijdrijder, was zelfs nog twee seconden sneller dan McNulty. Dat Thibaut Pinot zelfs nog sneller bleek dan de Amerikaan bewees maar weer eens dat dit een tijdrit voor de sterkste klimmers was.
Apotheose
De apotheose van deze Giro moest nog komen en die kwam er ook. Roglic, die voor de klim overstapte op een fiets met een compact-verzet met een kleiner verzet, was bij het eerste tussenpunt vier seconden sneller dan Almeida.
Thomas koos ervoor om niet alleen van fiets, maar ook van helm te wisselen en verloor daarmee een seconde of zeven. Bij het eerste meetpunt bleek dat hij wel wat sneller had gereden op het vlakke eerste deel dan Roglic, maar door de trage fietswissel moest hij toch twee seconden toestaan.
Ook Almeida hield vrijwel gelijke tred, maar al snel werd duidelijk dat meer dan de derde plek er niet in zat voor de Portugees.
Bij het tweede tussenpunt op 3,3 kilometer onder de top had Roglic al 16 van de benodigde 27 seconden op Thomas te pakken en leek zo op weg naar een ongelooflijke stunt.
Maar Roglic - die net als gisteren op Tre Cime di Lavaredo met een enkel voorblad de beklimming deed - reed in een gat en schakelde zo zijn ketting eraf. Die mechanische pech kostte hem zeker een seconde of tien en dus leek ook deze dag de eindigen in tranen.
Niets bleek minder waar. De ontketende Roglic, vooruitgeschreeuwd door de Sloveense fans vloog naar boven. Thomas voelde in de laatste kilometer de kracht juist wegvloeien uit zijn benen.
Uitgeput kwam Thomas boven in de tweede tijd van de dag, maar de 40 seconden die hij verloor op Roglic waren er wel veertien te veel.