Is falend klimaatbeleid een schending van de mensenrechten?
Gaat een belangrijk element uit de baanbrekende Urgendazaak voor de hele Europese Unie en nog meer landen gelden? Die vraag ligt op tafel, nu het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich vandaag buigt over de vraag of een land de mensenrechten schendt als het te weinig doet tegen klimaatverandering. Als het antwoord 'ja' is, zal dit volgens juristen gevolgen hebben voor alle bijna 50 landen die bij het mensenrechtenverdrag zijn aangesloten.
In de zaak die actiegroep Urgenda had aangespannen tegen de Nederlandse Staat oordeelde de Hoge Raad in 2019 dat de overheid verplicht is meer te doen om "gevaarlijke klimaatverandering" tegen te gaan.
De Hoge Raad stelde dat het Europese mensenrechtenverdrag lidstaten verplicht om hun inwoners te beschermen tegen "reële en onmiddellijke risico's". En, concludeerde de Hoge Raad, er bestaat wereldwijd overeenstemming over de mate waarin klimaatverandering een gevaar vormt.
Drie klimaatzaken
Bij het Europees Hof spelen drie belangrijke klimaatzaken, waarvan twee vandaag. Bij de ene gaat het om een groep Zwitserse oudere vrouwen, die betogen dat het leven van senioren gevaar loopt door toenemende hitte.
De andere is aangespannen door een Franse oud-burgemeester, die vindt dat de Franse overheid te weinig doet om de opwarming en daarmee zeespiegelstijging tegen te gaan, waar zijn gemeente (vlakbij Duinkerke) last van kan krijgen.
Een derde zaak betreft een groep Portugese jongeren van 12 tot 21 jaar oud. Zij hebben tientallen landen aangeklaagd, waaronder Nederland, omdat ze die verantwoordelijk houden voor met name de steeds ergere bosbranden in hun land. Deze zaak zal later dit jaar worden behandeld. De jongeren vinden dat de landen nalatig zijn, omdat hun toekomst bedreigd wordt door de rampzalige gevolgen van klimaatverandering.
Snellere klimaatactie
Nederlandse juristen volgen wat er nu bij het Europees Hof gebeurt met grote interesse. Ook bij de klimaatzaak tegen Shell, twee jaar geleden gewonnen door Milieudefensie, speelden mensenrechten een belangrijke rol.
Advocaat bij zowel de Urgenda- als de Shell-klimaatzaak is de Nederlandse jurist Roger Cox. Hij denkt dat als het Europees Hof oordeelt dat landen inderdaad meer moeten doen voor het klimaat, dit een "enorme reikwijdte" zal hebben in Europa.
In dat geval wordt bevestigd dat het niet halen van klimaatdoelen betekent dat mensenrechten worden geschonden, ook in Nederland. Daarnaast zou de Nederlandse regering met een dergelijke uitspraak in de hand andere landen kunnen aanspreken om meer te doen. "Dat is belangrijk", zegt Cox, "want het zal leiden tot snellere internationale klimaatactie."
Grote Kamer
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kent veel gewicht toe aan deze klimaatzaken, zegt jurist Dennis van Berkel van Urgenda. Hij heeft de Zwitserse vrouwen geadviseerd, en is vandaag bij het Hof in Straatsburg. Het belang blijkt volgens hem uit het feit dat de zaken door de "Grote Kamer" (Grand Chamber) worden behandeld.
Terwijl er op dit moment meer dan 75.000 rechtszaken lopen bij het Europees Hof, zijn er maar twintig bij de Grote Kamer, waarvan dus drie over het klimaat.
Normaal gesproken worden alleen zaken in behandeling genomen die zijn stukgelopen bij nationale rechters. Bij de zaken van vandaag is dat het geval, waardoor de kans dat ze ontvankelijk worden verklaard groot is.
Bij de Portugese jongeren die later aan de beurt zijn, is dat niet zo. "Zij hebben hun nationale rechter overgeslagen, vanwege de in hun ogen grote urgentie van het klimaatprobleem", zegt Van Berkel.
Urgenda koploper
Met een beroep op het aspect van de mensenrechten was Urgenda een absolute koploper, zegt hoogleraar Christina Eckes van het Amsterdam Centre for European Law and Governance aan de Universiteit van Amsterdam. Wereldwijd zijn inmiddels duizenden klimaatrechtszaken aangespannen, waarvan ruim 70 veel lijken op de Urgendazaak.
"Het geeft aan dat de politiek niet actief genoeg is in het tegengaan van klimaatverandering. Overheden stellen te lage klimaatdoelen, en het is ook nog eens de vraag of die lage doelen wel gehaald worden", zegt Eckes.
Ook zij denkt dat een uitspraak door het Europees Hof gevolgen kan hebben in alle landen die bij het Mensenrechtenverdrag zijn aangesloten. "In Nederland waarschijnlijk nog meer dan in andere landen. Dat komt omdat onze rechters zaken direct toetsen aan het mensenrechtenverdrag en aan uitspraken van het Europees Hof, terwijl bijvoorbeeld Duitsland vooral toetst aan de eigen nationale grondrechten."