'Kledinggigant Shein gebruikt katoen uit Xinjiang gelinkt aan dwangarbeid'
Het Chinese modemerk Shein, het grootste kledingbedrijf ter wereld, gebruikt katoen dat afkomstig is uit de Chinese provincie Xinjiang. Dat concluderen onderzoeksjournalisten van het Amerikaanse persbureau Bloomberg. In de Chinese regio worden Oeigoeren ernstig onderdrukt en gedwongen aan het werk gezet.
De journalisten bestelden in maart en in juli van dit jaar twee pakketten met kledingstukken van webwinkel Shein en stuurden die naar een laboratorium in Duitsland. Daar werd een zogenoemd isotopenonderzoek gedaan naar de vezels van het katoen. Met dat onderzoek zijn klimaatkenmerken vast te stellen van het gebied waar het katoen groeide. De resultaten van het onderzoek kwamen overeen met monsters die eerder in Xinjiang genomen waren.
De Oeigoeren zijn een moslimminderheid in het westen van China. De Chinese overheid begaat in Xinjiang "ernstige mensenrechtenschendingen" waar het de Oeigoeren betreft, stelden de Verenigde Naties afgelopen augustus. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch vond bewijs van massale opsluiting in 'heropvoedingskampen', martelingen en verkrachtingen.
Oeigoeren vertellen zelf over gedwongen sterilisatie en over dwangarbeid, onder meer op katoenvelden en in textielfabrieken. De Tweede Kamer heeft de behandeling van Oeigoeren in Xinjiang vorig jaar als genocide bestempeld. China ontkent dat het zich schuldig maakt aan strafbare feiten tegen de moslimminderheid.
Niet alleen Chinese merken
Er gaan al jaren geruchten dat Chinese fastfashionbedrijven als Shein katoen gebruiken dat door Oeigoerse dwangarbeiders is geplukt of verwerkt. Volgens Bloomberg zijn de resultaten van hun steekproeven "het eerste publieke bewijs" van gebruik van katoen uit Xinjiang.
Shein ontkent tegenover Bloomberg niet dat het katoen uit de regio komt, maar zegt dat uit eigen controles blijkt dat er geen sprake is van het "overtreden van de arbeidswet". Ook neemt het aantijgingen over dwangarbeid naar eigen zeggen zeer serieus.
Overigens zijn het niet alleen Chinese merken die met katoen uit Xinjiang werken. China is de grootste katoenproducent ter wereld. Voor internationale bedrijven die in China inkopen, is vaak niet duidelijk waar het katoen precies vandaan komt. Vorig jaar begonnen de Franse autoriteiten een onderzoek naar het gebruik van katoen uit Xinjiang door onder meer Inditex (moederbedrijf van onder meer Zara) en Uniqlo. Beide modebedrijven ontkennen dat ze katoen gebruikt hebben waar dwangarbeid aan te pas gekomen is.
Strenge importregels
Dat katoen uit de bewuste Chinese regio nu in de Verenigde Staten gevonden is, is pijnlijk voor de Amerikaanse overheid. De regering van president Biden nam afgelopen juni een wet aan die moet verhinderen dat Chinese producten worden geïmporteerd die met dwangarbeid gemaakt zijn.
Shein heeft echter nauwelijks te maken met die zogeheten Uyghur Forced Labor Prevention Act. Alleen ladingen met een waarde boven 800 dollar moeten volgens de wet bij de Amerikaanse douane gecontroleerd worden op een verband met dwangarbeid. De bestellingen die Amerikaanse consumenten bij Shein doen, hebben doorgaans een veel lagere waarde.
Shein behaalt volgens Bloomberg een derde van de omzet in de Verenigde Staten. Ook in Europa is het merk zeer populair, met name onder jonge vrouwen. De geschatte waarde van het kledingbedrijf is op dit moment zo'n 100 miljard dollar.