GGD: bevolkingsonderzoek naar pfas in bloed Zeeuwen heeft geen zin
De GGD Zeeland vindt het niet zinnig om een bevolkingsonderzoek in te stellen naar de hoeveelheid pfas in het bloed van Zeeuwen. Daarmee volgt het een advies van een landelijk expertteam. Volgens de GGD en het expertteam draagt zo'n onderzoek niet bij aan een betere gezondheidszorg.
Ze stellen dat bloedonderzoek niets zegt over de oorzaak van de hoeveelheid pfas en de gevolgen ervan op de persoonlijk gezondheid. Ook bestaan er geen behandelingen om pfas-waarden te verlagen. "Op deze manier levert het resultaat van dit onderzoek geen bijdrage aan de volksgezondheid", aldus directeur publieke gezondheid van de GGD Zeeland Joke Gaemers.
De onrust over de aanwezigheid van pfas in Zeeland ontstond nadat bekend was geworden dat chemieconcern 3M bij het Belgische Zwijndrecht jarenlang pfas had gedumpt in de Schelde. Het RIVM deed onderzoek naar de hoeveelheid pfas in de Westerschelde en concludeerde dat de concentratie in het water niet schadelijk was voor zwemmers. Wel liet het RIVM het advies uitgaan om geen zelf gevangen vis en garnalen uit de Westerschelde te eten.
Vijf Zeeuwse gemeenten hadden opgeroepen tot het onderzoek, ook toen uit bloedonderzoek van inwoners in het Belgische Zwijndrecht was gebleken dat zij een zeer hoge concentratie pfas in hun bloed hadden. Het verschil is dat die mensen rondom de fabriek van 3M woonden en de pfas via luchtvervuiling hebben binnengekregen. Daardoor is de omgeving in een straal van vijf kilometer rondom de fabriek flink vervuild.
Uitstoot moet omlaag
Experts relativeerden daarom het gevaar van pfas in Zeeland: "Als je van dat water afblijft, dus er niet in zwemt en geen vis of garnalen eet, kun je pfas bijna niet binnenkrijgen", aldus Jacob de Boer, hoogleraar milieutechnologie en toxicologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
In plaats van een regionaal bevolkingsonderzoek vinden de GGD Zeeland en het landelijk expertteam een "breed meerjarig landelijk gezondheidsonderzoek" wel zinvol. Dat moet zich met name richten op gebieden waar pfas-vervuiling is vastgesteld, zoals de Westerschelde.
Zo'n onderzoek kan inzicht bieden in de mate van blootstelling en kan helpen bij het maken van beleid om die blootstelling te verminderen. Uiteindelijk is het vooral zaak om de uitstoot van pfas sterk te verlagen "zodat het niet meer in de natuur en de mensen komt", zegt Joke Gaemers.