Waarom delen Britten inlichtingen over Oekraïne?
Liedeke Morssinkhof
redacteur Buitenland
Liedeke Morssinkhof
redacteur Buitenland
Het is een zin die journalisten in Nederland en andere Europese landen sinds het begin van de oorlog in Oekraïne veel gebruiken: 'Dat zegt het Britse ministerie van Defensie'. Dagelijks deelt dat via sociale media updates over de stand van de strijd. Het roept de vraag op wat de Britse inlichtingenpositie in Oekraïne is en waarom de Britten ervoor kiezen om een deel van hun informatie te delen met iedereen die het weten wil.
Groot-Brittannië heeft meerdere inlichtingendiensten, waarvan MI6 - met dank aan James Bond - de bekendste is. De geschiedenis van het Britse inlichtingenapparaat gaat ver terug: "Dat is deels terug te voeren op het Britse Rijk", vertelt historicus Rory Cormac, verbonden aan de universiteit van Nottingham en kenner van de Britse inlichtingengeschiedenis.
"Met koloniën in alle hoeken van de wereld was een stevig inlichtingennetwerk belangrijk en goed op te zetten. Toen na de Tweede Wereldoorlog de dekolonisatie begon, was dat inlichtingenapparaat bovendien een middel om toch een sterke machtspositie te behouden en verval te voorkomen. Zo waren de Britse inlichtingendiensten bijvoorbeeld leidend tijdens de Koude Oorlog."
Five Eyes
Danny Pronk, defensiespecialist verbonden aan Instituut Clingendael, wijst in dat kader op iets anders: "Sinds 1946 zijn de inlichtingendiensten van Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland met elkaar verbonden als de Five Eyes. Gezamenlijk zijn ze sterk in het onderscheppen van militair communicatieverkeer. In het geval van de oorlog in Oekraïne heb je het dan bijvoorbeeld over waar de Russische troepen zijn, wat ze doen en of ze problemen hebben."
Dat is dan ook precies de informatie die het Britse ministerie van Defensie deelt. Elke dag verschijnt een tweet met daarin een paar punten over bijvoorbeeld de hevigste gevechten, de strategie van het Russische leger en zijn grootste verliezen. Een paar uur later volgt dan een kaart waarop de laatste ontwikkelingen in de strijd zijn ingetekend.
"Die Britse openheid zal Rusland niet verrassen", zegt Ruslandspecialist Keir Giles, verbonden aan de Britse denktank Chatham House. "Het past in het Russische narratief dat Oekraïne een speelbal van het Westen is, waar een grotere oorlog tussen Rusland en het Westen wordt uitgevochten. Maar wát de Britten delen lijkt de Russen wel te verrassen. Zo zouden enkele hoge Kremlin-functionarissen alleen hebben geweten van de Russische invasieplannen dankzij waarschuwingen van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten."
Toch zijn de risico's van het openbaar delen van deze inlichtingen beperkt, zegt Willemijn Aerdts, docent en deskundige op het gebied van veiligheidsdiensten aan de Universiteit Leiden: "Informatie die echt geheim moet blijven zullen de Britten niet delen. Ook zorgen ze ervoor dat wat ze delen nooit naar bronnen te herleiden is."
Het is het risico bovendien waard, zegt historicus Cormac: "De Britse geheime diensten kozen er niet eerder voor om dagelijks informatie te delen via sociale media. Hun doel is om tegenwicht te bieden aan Rusland in de informatieoorlog. Door te delen wat er echt in Oekraïne gebeurt ga je daar tegenin."
Beïnvloeding van het publiek
Pronk vult aan dat je het publiek op die manier niet alleen informeert, maar ook beïnvloedt: "We lezen over Russische verliezen en de wandaden van Russische soldaten. Over het Oekraïense leger lezen we veel minder. Het beeld dat op deze manier ontstaat, helpt om een coalitie te bouwen. De bondgenoten van Oekraïne zijn mede op basis van deze informatie bereid om wapens te leveren en bij de bevolking van die landen is daar begrip voor."
Toch zitten geheime diensten er ook wel eens naast. Het waren onder andere de Britse inlichtingendiensten die beweerden dat er in Irak massavernietingswapens lagen, iets wat later niet bleek te kloppen. Volgens Cormac heeft dat de Britse geheime diensten veel vertrouwen gekost maar is er twintig jaar later veel veranderd.
"Hoewel fouten maken onvermijdelijk is, ben ik ervan overtuigd dat de Britse inlichtingendiensten niet opzettelijk liegen over Oekraïne", zegt Cormac. "Succesvolle inlichtingenoperaties zijn gebaat bij geloofwaardigheid. Britse desinformatie zou weinig kans van slagen hebben en het zou heel schadelijk zijn als het zou uitkomen. Dat is het risico niet waard. Bovendien is de situatie in Oekraïne op zichzelf al zo ernstig dat daar helemaal niet over hoeft te worden gelogen."