Bescheiden 'doorstartcoalitie' presenteert duur akkoord
Bescheidenheid. Als er iets moest blijven hangen bij de Nederlanders van de presentatie van het coalitieakkoord, dan is dat het wel, zei VVD-leider en demissionair/aankomend premier Rutte aan het begin van de 273ste formatiedag.
Aan het eind van de dag was het de vraag of dat helemaal is gelukt. Want de VVD-D66-CDA-ChristenUnie-coalitie trekt op ongekende wijze de portemonnee. Zo gaat er 35 miljard euro naar klimaat, 25 miljard euro naar de strijd tegen stikstof, 3 miljard euro naar defensie, bijna 1 miljard euro naar de lerarensalarissen, wordt de kinderopvang (nagenoeg) gratis voor werkenden en moeten er honderdduizenden woningen bij komen.
Financieel niet bescheiden dus, al is het maar omdat de staatsschuld de komende jaren behoorlijk zal oplopen. Aan het eind van de beoogde kabinetsperiode in 2025 komt de schuld zelfs boven EU-norm van 60 procent van het bbp, iets wat Rutte voorheen altijd wilde voorkomen. En inhoudelijk ook niet per se bescheiden, want die miljarden zijn bedoeld om grote problemen aan te pakken.
Maar, zo is toch ook te horen, het zijn wel problemen die onder de laatste kabinetten zijn blijven liggen (stikstof, klimaat) of zelfs ontstaan (toeslagenaffaire, woningtekort). En dat noopt dan weer tot bescheidenheid. Daarnaast zijn de plannen nog tamelijk algemeen geformuleerd en is er geen garantie dat hiermee de problemen die mensen hebben worden opgelost. Of in de woorden van Rutte: "Het is een mooi akkoord, maar het zal van de uitvoering afhangen."
Zijn drie mede-onderhandelaars staan er hetzelfde in. "Als politiek hebben we lang niet altijd geleverd waar mensen naar snakken, waar ze recht op hebben", zei ChristenUnie-leider Segers deemoedig. "U hoort van mij geen woorden van trots of tevredenheid", aldus D66-leider Kaag. "Laten we eerlijk zijn", formuleerde CDA-voorman Hoekstra. "We moeten nu van woorden naar daden."
Wat meespeelt bij de deemoedige opstelling van het viertal is het geslonken vertrouwen in de politiek. Dat heeft te maken met de coronacrisis, maar ook met de langslepende formatie. Informateur Remkes, die het het uiteindelijk lukte om eind te maken aan het geharrewar, stelde dat "het geduld van de samenleving op de proef is gesteld".
Als het stof is neergedaald moet de formatie nog wel worden geëvalueerd, zei Remkes:
Het komende kabinet moet zich van ver terugvechten dus, ook bij de oppositie, die bijna traditiegetrouw gehakt maakte van het akkoord. De grootste kritiek: een bezuiniging of 'ombuiging' (welk woord wordt gebruikt hangt af van aan wie je het vraagt) van 4,5 miljard euro in de zorg deugt niet en wat betreft asiel en immigratie wordt niet genoeg gedaan. Maar de oppositie, die de komende jaren essentieel is voor steun van de plannen, uitte ook een algemeen wantrouwen tegen de "doorstartcoalitie".
"Het is een nachtmerrie voor Nederland", aldus Wilders. "Het zijn dezelfde partijen, dezelfde ideeën en dezelfde mensen", zei SP-leider Marijnissen die het aanstaande kabinet een "ongeloofwaardige doorstart" noemde. En Klaver van GroenLinks: "De vorige keer hebben ze de doelstellingen niet gehaald en ik geloof niet dat ze dat nu wel gaan doen."
Kortom, er zit binnenkort een kabinet met veel geld en ambitie, maar ook met grote opgaves voor herstel en achterstallig onderhoud. En omdat steun in Den Haag en in de rest van Nederland nodig is, zullen ze het moeten laten zien. Of in de woorden van Rutte: "We moeten het echt bewijzen in de praktijk."