Olympisch kampioen Visser: 'Mijn harde hoofd moet snappen dat niet alles kan'
Joost Smedema
Redacteur NOS Sport
Joost Smedema
Redacteur NOS Sport
Altijd meer en altijd beter. Een stand waarin goed gewoon goed was, kende Esmee Visser niet. De olympisch schaatskampioene op de 5.000 meter rende zichzelf in de jaren na haar gouden medaille in Pyeongchang voorbij.
"Ik stond nooit stil bij wat ik heb bereikt en legde mezelf de meeste druk op. Omdat ik altijd meer en beter wilde", zegt ze in aanloop naar de NK afstanden.
Na een winter waarin ze op de ijsbaan naast startbewijzen voor de grote toernooien greep en de stapel twijfels buiten de baan groter en groter werd, oogt Visser weer ontspannen. Ze zoekt soms even naar de woorden die het best passen bij haar gevoel, maar het is niks vergeleken met de puzzeltocht die ze in haar hoofd afliep.
Alle kamertjes ging ze door, geen hoekje werd overgeslagen om te begrijpen waarom ze is wie ze is. "Mijn harde hoofd moet snappen dat niet alles kan. Dat is een hele uitdaging voor mezelf."
'Waarom heb ik mezelf zo bekneld?'
Aanvankelijk had Visser geen reden om te twijfelen aan haar eigen aanpak. "Het eerste jaar na de Spelen ben ik redelijk goed doorgekomen, ik had er toen niet echt moeite mee. Maar de jaren daarna wel, want je staat toch met een rugzakje aan de start."
Komend weekeinde begint het schaatsseizoen met de NK afstanden. Bekijk hieronder de programma's per dag:
"Je hebt olympisch goud en voor mij staan WK-goud en EK-goud daar toch onder. Als ik nu terugkijk op de WK, met zilver en brons, was ik daar op het moment zelf niet echt blij mee. Terwijl ik nu denk: hoe knap is het eigenlijk? Ik heb altijd een constant niveau laten zien en ben nooit aan de druk bezweken."
'Ik móést tegen die balk aanlopen'
In het stevig door corona beïnvloede seizoen werd de druk toch te groot. Noem het mentaal overtraind raken. Visser bleef maniakaal voor zichzelf, altijd meer en altijd beter. Waarschuwingen van haar omgeving sloeg ze in de wind. "Dat is mijn eigenwijsheid en mijn starre hoofd."
Bekijk hieronder hoe Visser tijdens de Spelen van Pyeongchang terugblikt op haar gouden race:
"Er werd dan wel gezegd dat ik het niet eindeloos kon blijven doen, maar zo lang ik niet merkte dat mijn prestaties achteruit gingen, vond ik dat ik het aankon. Ik deed alles er voor, deed zo mijn best, maar mergelde mezelf uit."
"Ik heb tegen deze balk móéten aanlopen voordat er in mijn hoofd, in mijn lichaam, een knopje is omgaan van: je bent geen robot. Van anderen neem ik dat niet aan."
'Mijn lichaam moet een reset krijgen'
Vissers seizoen eindigde al tussen Kerst en Oud & Nieuw toen ze zich bij het WK kwalificatietoernooi niet wist te plaatsen voor de internationale wedstrijden. "Mijn lichaam moet eigenlijk weer op nul beginnen, een reset krijgen", zei ze na een teleurstellende vijf kilometer. "Dat kan niet in een paar weken, het komt pas van de zomer als ik echt rust neem."
De grootste les van afgelopen zomer? Haar gevoel leren delen. Met de staf van Team IKO, ploeggenoten en een psycholoog. "Vroeger vond ik dat een beetje een zwaktebod, nu ben ik er gewoon heel open over. Ik heb het ook nodig, anders ga ik het dit seizoen niet halen", zegt Visser over de mentale begeleiding.
"Ik ben heel goed in alles voor mezelf houden en door corona was het nog moeilijker om het bij iemand neer te leggen. Maar ik moet mensen om me heen verzamelen die me kunnen helpen."
'Nooit aan stoppen gedacht'
"Ik heb nooit gedacht: ik ga stoppen. Maar als ik nog drie maanden alleen had gezeten, had ik gedacht: waar ben ik nou mee bezig? Dan was ik nog verder in de put gekomen en is het moeilijk eruit te komen."
Ik moet elke week tegen mijn eigen stemmetjes vechten.
"Ik merk dat ik nu meer straal, meer levenslust heb. Ik vond mezelf de afgelopen jaren een beetje vlak. Maar ik wist niet beter dan dat. Ik dacht: zo voel ik me en dat hoort zo, dat is wie ik ben. Het sluipt er langzaam in en je weet niet dat het mooier kan zijn. Dat merk ik nu wel. Waarom heb ik mezelf zo bekneld al die tijd en ben ik zo streng voor mezelf geweest?"
Grote vragen waarop het antwoord niet voor het oprapen ligt, maar Visser hoopt ze gevonden te hebben. Ze zit weer lekker in haar vel en moet zichzelf tegelijkertijd dwingen op de rem te trappen. "Ik moet elke week tegen mijn eigen stemmetjes vechten."
"Als ik vooruitgang boek, ben ik heel even content, maar vind dan snel weer dat het nog beter moet. Maar ik moet genieten van het proces en daar energie uit halen. Stilstaan in het moment en daarmee verdergaan. En niet denken: Esmee, je moet verder, je wil dáár staan."
'Ik ben een andere ik'
"Die lijn, die ik het afgelopen half jaar met het team heb ingezet, daar moet ik op blijven. En áls ik me dan niet plaats voor de Spelen... Als ik er niet meer aan had kunnen doen, kan ik ook niet anders dan trots zijn op mezelf."
Eerst maar eens de NK afstanden. Wat Visser daarvan moet verwachten, weet ze niet. "Ik heb geen idee hoe het zal gaan. Ik ben een andere ik. Ik heb een ander lichaam en een nieuw hoofd. Wat ik vorig jaar fijn vond, ik weet niet of ik dat nog steeds fijn vind. Het wordt een nieuwe puzzel om dat uit te vinden."