Boegbeeld Leerdam vindt olympische druk heerlijk: 'Daar schaats ik beter door'
Jutta Leerdam is het boegbeeld van haar eigen schaatsploeg en moet begin volgend jaar in Peking voor olympisch goud gaan zorgen. Veel druk voor de pas 22-jarige specialiste op de 1.000 meter, maar ze vindt het heerlijk. "Daar schaats ik beter door."
"Ik leg altijd al veel druk op mezelf, omdat ik weet dat ik door druk heel goed presteer. Ik ben het dus wel gewend. Voor mij is druk of spanning niet negatief."
Zelfbewust
De zelfbewuste Leerdam weet wat ze wil. Nadat ze in 2020 in Salt Lake City wereldkampioene op de kilometer was geworden in de vierde tijd ooit, besloot ze het roer om te gooien en een ploeg op te richten met haar vriend Koen Verweij.
Leerdam wilde werken met coach Kosta Poltavets en realiseerde die wens door Team Worldstream te beginnen. Een noodzakelijke stap, noemde ze dat destijds. "Ik wil zo graag verder groeien en niet blijven hangen. Het is niet makkelijk om nog een keer wereldkampioen te worden; daarvoor moet je echt verder."
Een nieuwe wereldtitel leverde de samenwerking met Poltavets in het door corona verstoorde vorige seizoen niet op. Wel de bevestiging dat Leerdam op de 1.000 meter bij de wereldtop hoort. Achter wereldrecordhoudster Brittany Bowe snelde Leerdam in de schaatsbubbel van Heerenveen naar WK-zilver.
Lat ligt hoger
Dit seizoen ligt de lat nog hoger. In Peking wil ze de opvolgster worden van Jorien ter Mors als olympisch kampioene op de 1.000 meter. Om dat doel te bereiken werd Rutger Tijssen aangetrokken als hoofdcoach naast Poltavets. "Ik heb heel veel aan allebei, op andere fronten. Dat gaat heel goed."
Leerdam kijkt zelfverzekerd vooruit naar het olympische seizoen. "Ik ga natuurlijk voor goud. Ik ben goed op weg. Het gaat heel goed en de stijgende lijn zit erin." Hooggespannen verwachtingen zullen haar niet van de wijs brengen. "Ik kan alleen maar uitkijken naar de grote wedstrijden."
En het zou zomaar kunnen dat Leerdam dit seizoen niet alleen schittert op de 1.000 meter. Begin oktober verraste ze in Inzell met een prima 1.500 meter, een afstand die ze al jaren niet meer had gereden. Leerdam was maar iets meer dan een seconde langzamer dan Ireen Wüst, die de snelste tijd neerzette, en dat smaakte naar meer.
"Ik dacht: hoe moet ik ook alweer een 1.500 meter rijden? En dat ging eigenlijk gelijk al best heel goed, dus ik pak die er gewoon bij als bonus."