Grote voorkeur voor zonne-energie in regionale energieplannen
Uit de energieplannen voor de regio's, die uiterlijk vandaag ingeleverd moesten worden, blijkt een grotere voorkeur voor zonne-energie dan voor windenergie. Er moeten bijvoorbeeld veel zonnepanelen komen op grote en kleinere daken, op parkeerplaatsen, schoolgebouwen en ook op de grond.
Als deze plannen worden uitgevoerd, wordt de ambitie om in 2030 een aanzienlijk deel van de energie met duurzame bronnen op te wekken ruimschoots gehaald. Maar gemeenten zijn nog onvoldoende toegerust voor de daadwerkelijke uitvoering ervan.
Dat staat in een rapport van het landelijk bureau van de zogenoemde Regionale Energie Strategieën (RES'en). In een RES werken gemeenten, provincies en waterschappen samen. Maar vooral gemeenten hebben meer geld en mensen nodig voor hun nieuwe taak, zegt Kristel Lammers van het landelijk bureau. Op de website van het landelijke bureau zijn alle RES'en in te zien.
"Gemeenten voeren de gesprekken met inwoners, zij geven straks ook de vergunningen af en ze moeten ervoor zorgen dat alles in beleidsplannen wordt opgenomen. Dus dat is ontzettend hard nodig om de energietransitie te realiseren."
De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft onderzocht dat het de komende drie jaar om 1,8 miljard euro gaat, voor alle decentrale overheden samen. Gemeenten en provincies zeggen dit niet te kunnen opbrengen. Lammers hoopt dat een nieuw kabinet hier snel naar kijkt en er besluiten over neemt. "Want daar is het nu wel een beetje het wachten op."
Onrust neemt toe
Los van het geld zijn er nog twee grote onzekerheden. De netbeheerders moeten alle nieuwe groene energie kunnen aansluiten op het elektriciteitsnet, en het draagvlak onder inwoners moet niet verder afbrokkelen. "Met de groeiende bekendheid met de RES, neemt ook de onrust toe", staat in het rapport. "Er wordt breder zichtbaar wat duurzame opwek op land gaat betekenen."
Op veel plekken hebben de plannen tot hooglopende discussies geleid. Een aantal gemeenten ziet de komst van grote windmolens of zonneparken niet zitten. Ook is de politieke besluitvorming nog niet overal afgerond. Dat is het geval in vier energieregio's: in U16 (16 gemeenten, Utrecht), de Metropoolregio Eindhoven (21 gemeenten), de Achterhoek (8 gemeenten) en de Cleantech Regio (7 gemeenten in Gelderland en Overijssel).
In provincies als Flevoland en Friesland is al veel meer ervaring opgedaan met duurzame energie dan in andere delen van het land. En de provincie die het eerst zijn groene energieplannen afhad is Zeeland. Dit is ook de provincie met de meeste zonuren en veel wind aan de kust. Er zijn al meerdere windparken, en zonnepanelen moeten er vooral op daken komen.
Grote stille middengroep
Ook bij de uitvoering van de plannen loopt Zeeland voorop. Als het gaat om het maatschappelijk draagvlak adviseert Gedeputeerde Jo-Annes de Bat: "Richt je op de grote middengroep. Degenen die hartstikke voor al die veranderingen zijn, prima, laat ze maar roepen. Degenen die hartstikke tegen zijn, serieus nemen, maar ook wel beseffen dat ze heel moeilijk nog mee te nemen zijn. De grote stille middengroep, waar de grootste winst te behalen valt, die moet je benaderen, erbij betrekken en ermee aan de slag."
Nu de definitieve plannen zijn ingeleverd, moet overal worden begonnen met de volgende fase, zegt Lammers. Om te beginnen hoe alles wordt ingepast in het landschap. Ook op het gebied van woningbouw en landbouw moeten er allerlei oplossingen komen.
Vervolgens moet alle duurzame energie worden aangesloten op het elektriciteitsnet. "De netbeheerders hebben een flinke klus, dus we moeten het gesprek voeren over wat kan en wat het eerst moet." En "het allerbelangrijkste is: het gesprek met de inwoners blijven voeren, ook als de plannen concreter worden."