Overheden en bedrijven moeten samen inzichtelijk gaan maken hoe wind- en zonneparken het landschap zullen veranderen. Daarmee kan voorkomen worden dat gefotoshopte beelden van tegenstanders een eigen leven gaan leiden. Die oproep doet directeur Kristel Lammers van het Nationaal Programma van de zogenoemde RES'en, de energieregio's die verantwoordelijk zijn voor het inplannen van grootschalige zonnevelden en windparken.
Lammers reageert daarmee op de eerste Monitor van de RES'en, die door het Planbureau voor de Leefomgeving is gemaakt. Daaruit blijkt dat de plannen van de dertig energieregio's die Nederland heeft, samen waarschijnlijk voldoende zijn om het afgesproken doel van 35 terawattuur (TWh) uit het Klimaatakkoord te halen. Het Planbureau denkt dat 38 TWh haalbaar zou kunnen zijn, ook al zijn er nog onzekerheden en knelpunten.
Zo vinden netbeheerders het problematisch dat de regio's vooral kiezen voor zonne-energie, in plaats van voor windmolens, want dat maakt het aansluiten ervan op het elektriciteitsnet complexer en duurder. Een nog grotere uitdaging, zegt het Planbureau, is het zorgen voor voldoende draagvlak in de bevolking, omdat de plannen het Nederlandse landschap flink zullen veranderen.
Emoties lopen op
In een RES werken provincies, gemeenten en waterschappen samen. Maar de mate waarin ook burgers tot nu toe mee mochten praten, verschilt sterk per regio. Vorig jaar oktober bleek dat in veel RES'en burgers en gemeenteraden onvoldoende betrokken waren, vooral vanwege corona.
Inmiddels lukt het op steeds meer plekken om online-bijeenkomsten te organiseren. Maar daarmee neemt soms ook de weerstand toe, zegt Kristel Lammers. "Doordat overheden en vooral gemeenten in gesprek gaan met inwoners, komen er reacties van mensen, en dat is goed. Om te horen waar de zorgen zitten en wat mensen belangrijk vinden in hun omgeving."
Soms lopen de emoties daarbij hoog op. Maar dat is niet erg, vindt Lammers. "Weerstand is ook een vorm van betrokkenheid waarbij emoties, en die mogen er zijn, met elkaar besproken gaan worden. Want de leefomgeving is van ons allemaal."
Fictieve kaart
Er zijn nog maar weinig concrete zogenaamde zoekgebieden aangewezen. Daardoor blijven de gesprekken met inwoners nog abstract. Tegenstanders springen soms in dit gat, en maken fictieve visualisaties van toekomstige wind- en zonneparken, die vervolgens een grote rol spelen in de discussies.
Op meerdere plekken is de onrust mede daardoor zo groot geworden, dat de gemeenten die gebieden op voorhand uitgesloten hebben als locatie voor wind- of zonne-energie. Een van de plaatsen waar dat gebeurd is, is Wijk bij Duurstede. Wethouder Hans Marchal kan zich er nog boos over maken.
"Vorig jaar zomer werd er een kaart de wereld in geslingerd, waar grote windmolens ingetekend stonden op een plek waar helemaal geen windmolens komen. Dat is een eigen leven gaan leiden, mensen werden overladen met mailtjes en appjes en werden erg onrustig. Terwijl het een fictieve kaart is, die iemand gewoon verzonnen heeft."
Op verschillende plaatsen in het land maken burgers en actievoerders foto's van hun omgeving, die zo worden bewerkt dat er afbeeldingen van windmolens of zonneparken in te zien zijn. Swipe hieronder door een paar voorbeelden:
Maar Willem Joustra, die voor de website 'RES in beeld' windmolens in het landschap fotoshopt, ziet er geen kwaad in. "We hebben het over de grootste verbouwing van Nederland en RES in beeld wil duidelijk maken hoe die verbouwing eruit gaat zien." Mensen kunnen foto's maken van hun omgeving, als ze vrezen dat daar duurzame energie moet worden opgewekt, en de website tekent er dan virtuele zonnepanelen of windmolens in.
Joustra erkent dat de plaatjes op zijn website niet altijd kloppen. "Zitten wij af en toe te hoog of te laag? Ja, dat zou kunnen, omdat wij niet precies weten wat de exacte locatie wordt en wat voor molen het wordt." Het is een soort gok zegt hij, vergelijkbaar met het laten intekenen van een serre met software, maar als de serre af is denken: dat was toch niet helemaal de bedoeling.
Ook signaleert hij dat sommige actievoerders de waarheid wel meer geweld aan doen. Maar, zegt hij: "Als de overheid hier eerlijk over wil communiceren, en je hebt moeite met deze plaatjes, maak dan de goede plaatjes en vraag dan de mensen wat ze ervan vinden."
Wethouder Marchal is daar inmiddels ook van overtuigd. "Dat is voortschrijdend inzicht. Omdat je merkt dat je door dit soort dingen op achterstand wordt gezet, niet met 1-0, maar wel 5-0. Dus dit moeten we als een haas gaan doen."