Rabobank verwacht in 2021 en 2022 dip in woningmarkt
De Rabobank voorziet voor de komende twee jaar een dip in de woningmarkt. Door de coronacrisis zal de werkloosheid oplopen en daardoor neemt de vraag naar huizen af, schrijft de bank in zijn Kwartaalbericht Woningmarkt.
Volgens de berekeningen liggen de huizenprijzen in 2021 gemiddeld 0,8 procent lager dan dit jaar. In 2022 komt daar nog eens een daling van 2,6 procent bovenop. In de loop van dat jaar zullen de huizenprijzen wel weer gaan stijgen, denkt de Rabobank.
Steunpakketten
De dip komt later dan de Rabobank eerst verwachtte. In het vorige kwartaalbericht werd het begin van de dip al in het laatste kwartaal van 2020 voorzien. Dat het langer duurt, komt waarschijnlijk door de coronasteunpakketten van de regering. Die houden de werkgelegenheid, in ieder geval onder potentiële huizenkopers (ouder dan 25 jaar), nu nog redelijk op peil.
Daardoor draait de woningmarkt nu nog op volle toeren. Tot en met juli waren huizen gemiddeld 7,1 procent duurder dan een jaar eerder. Het aantal verkopen lag 6,7 procent hoger.
Maar uiteindelijk zullen toch veel mensen hun baan kwijtraken of daar op z'n minst bang voor zijn, denkt de bank. Ook beleggers zullen terughoudender worden. Daardoor zullen de huizenverkopen terugvallen van 220.000 dit jaar tot 190.000 volgend jaar.
Starters slaan toe
De Rabobank wijst erop dat dit jaar relatief veel starters (25 tot 35 jaar) een huis kopen. Dat kan komen doordat doorstromers eerder terughoudend worden als het economisch minder gaat, bijvoorbeeld doordat zij ook nog een huis te verkopen hebben. Ook beleggers worden voorzichtig, waardoor starters hun kans kunnen grijpen.
Het toenemende aandeel van jonge kopers kan dus een voorteken zijn van een aanstaande dip, concludeert de Rabobank. Ook rond 2008, aan het begin van de jarenlange crisis op de woningmarkt als gevolg van de kredietcrisis, was te zien dat opvallend veel starters een huis kochten.