Waarom plastic hergebruiken ingewikkelder is dan je denkt

"Plastics make it possible." Met die slogan liet de American Plastics Council in 1997 de bijna oneindige mogelijkheden van plastic zien. Dat is 22 jaar geleden, vandaag de dag wordt er heel anders gekeken naar het veelzijdige materiaal, dat meer en meer onder vuur komt te liggen. Het belandt op plekken waar het niet hoort en doordat het niet volledig afbreekt draagt het bij aan een afvalberg die groter en groter wordt.

De oplossing? Recyclen. Nederland streeft ernaar om in 2050 een volledig circulaire economie te hebben. Dit houdt in dat producten die we nu nog weggooien, zoveel mogelijk een tweede leven krijgen. Afval zou dé nieuwe grondstof zijn volgens experts.

Maar het recyclen van plastic is nog behoorlijk ingewikkeld. Hieronder leggen we uit waardoor dat komt:

Van de Europese Unie moeten alle verpakkingen in 2030 recyclebaar zijn en daarbovenop wil Nederland in 2050 een circulaire economie hebben. Grote ambities, maar volgens cijfers van het Afvalfonds Verpakkingen zijn we goed op weg. In 2017 recycleden we bijna de helft van onze plastic verpakkingen. Dat is ruim boven de Europese doelstelling van 22,5 procent.

Maar de term recycling zet mensen nogal eens op het verkeerde been. Dat je plasticverpakking gerecycled wordt, betekent namelijk niet dat je dat plastic ook daadwerkelijk terugziet in een soortgelijke plastic verpakking. De keten is niet gesloten en er moet dus steeds nieuw plastic gemaakt worden. En dat komt vooral door additieven, die de samenstelling van bijna elk plastic weer anders maakt.

"Geen enkele producent doet die toevoegingen zomaar", zegt Bjorn de Koeijer, onderzoeker aan de Universiteit Twente: "Verpakkingen staan in dienst van het product". Die verpakkingen worden bijvoorbeeld zo ontworpen dat je koekjes zo lang mogelijk knapperig blijven.

Statiegeld

Maar als we verpakkingen willen hebben die goed te recyclen zijn, moeten producenten daar in hun ontwerp rekening mee houden. Een goed voorbeeld van een verpakking waarbij dat het geval is, is de petfles met statiegeld. Producenten hebben afspraken gemaakt over de samenstelling van het plastic van zo'n fles, waardoor een petfles weer een petfles kan worden.

Maar merken willen zich ook kunnen onderscheiden, dus ook daar is aan gedacht. "Een petfles bestaat uit drie delen: het lichaam, de dop en het folie. Die onderdelen zijn allemaal makkelijk van elkaar te scheiden. Het lichaam is gemaakt van PET, een materiaal dat zinkt als het in water wordt gelegd. Maar de dop en het folie zijn gemaakt van PP en PE, materialen die blijven drijven", legt Ulphard Thoden van Velzen uit, hij is onderzoeker recycling aan de Universiteit van Wageningen.

We hebben nu duizenden verschillende soorten plastics en dat is gewoon nergens voor nodig.

Peter Rem

Hoogleraar recycling Peter Rem van de TU Delft vindt dat producenten afspraken moeten maken over de samenstelling van het plastic in hun verpakkingen: "We hebben nu duizenden verschillende soorten plastics en dat is gewoon nergens voor nodig". Die afspraken moeten ervoor zorgen dat meer plastic terug de verpakkingsketen in kan. Bij statiegeld petflessen is dit nu namelijk wel al het geval.

Maar volgens Ulphard Thoden van Velzen zijn afspraken alleen niet genoeg. In Nederland hebben we strenge voedselveiligheidsregels. Voedsel mag dus alleen worden verpakt in gerecycled plastic dat aan hele strenge eisen voldoet: "En met de huidige technologie, kunnen we die kwaliteit nog niet garanderen."

Toch is Peter Rem hoopvol, verschillende grote partijen zitten namelijk met elkaar om tafel om te kijken of ze tot een aantal universele verpakkingen kunnen komen. "Het zal nog wel even duren voor we zover zijn, misschien een jaar of vijf, maar ik denk dat het zeker moet gaan lukken."

Deel artikel: