Syriërs zijn puinhopen gewend, maar 'deze aardbeving maakt het veel, veel erger'
De twee aardbevingen die Turkije vanochtend troffen hebben ook in het noorden van buurland Syrië voor veel verwoesting gezorgd. En die klap komt dubbel zo hard aan, want veel inwoners van dat gebied waren al getroffen door de oorlog die het land sinds 2011 teistert.
Hulporganisaties en vrijwilligers proberen met man en macht overlevenden onder het puin vandaan te krijgen. Zoals Ismail Alabdullah, vrijwilliger bij de Witte Helmen. Hij woont in Sarmada, een dorpje op een paar kilometer van de Turkse grens. Al snel na de aardbeving ging hij aan de slag in een van de hulpteams die overlevenden in zijn dorp probeerde te redden.
Alabdullah's eigen huis werd ook geraakt door de aardbeving. Hier vertelt hij hoe het was om dat mee te maken. De beelden in de video komen uit Sarmada en zijn geverifieerd door Nieuwsuur:
"We vroegen om al het zware materieel dat beschikbaar was", zegt Alabdullah. "Ambulances, brandweerwagens, alles wat we hebben lieten we naar dat gebied sturen. We konden op dat moment een moeder en haar kind redden. We hebben ook meerdere doden uit het puin gehaald. Alle Witte Helmen zijn nu aan het werk in het veld om hulp te bieden."
De aardbevingen leiden tot extra veel schade omdat veel huizen in slechte staat zijn door de oorlog, zegt Alabdullah. "Het noordwesten van Syrië is jarenlang gebombardeerd door Assad en Rusland. Daardoor zijn veel gebouwen beschadigd. Dat is de reden dat zoveel gebouwen zijn ingestort door de aardbeving."
Daar komt nog bij dat veel mensen juist voor de veiligheid in de aardbevingsstreek zijn komen wonen. "Al die mensen die zijn gevlucht uit verschillende delen van Syrië hebben hier in het noorden een heenkomen gezocht. En hun huizen, de opvangkampen en tijdelijke onderkomens waren al beschadigd door de bombardementen van het regime van Assad. De aardbeving heeft hun situatie nog veel erger gemaakt. De ziekenhuizen hier kunnen het enorme aantal gewonden niet aan."
Ook Osamo Abu el-Ez, arts in een ziekenhuis in het noorden van Idlib, zegt dat de ziekenhuizen het moeilijk hebben. "Het is heel druk. Overal liggen, zitten of staan gewonden, we komen er gewoon niet aan toe om iedereen genoeg aandacht te geven."
Het ziekenhuis waar hij werkt is niet voorbereid op zo'n grote natuurramp, zegt hij. De 5 ziekenhuizen in Idlib die worden gesteund door de medische noodhulporganisatie SAMS hebben volgens hem in totaal 700 gewonden en 150 doden ontvangen. En nog steeds worden er elke minuut nieuwe patiënten binnengebracht.
Sommige patiënten zijn ook nog eens onderkoeld, omdat het vannacht vroor. "We hebben niet genoeg apparatuur en medicatie om mensen te behandelen. We kunnen dit niet alleen. We hebben echt hulp nodig."
In Idlib vinden regelmatig bombardementen plaats, dus Abu El-Ez is het gewend om gewonden te ontvangen. Maar deze situatie is anders. "Soms zijn dat er ook te veel voor ons ziekenhuis alleen, maar dan zijn er andere ziekenhuizen die gewonden van ons over kunnen nemen. Nu zijn die er niet, want alle ziekenhuizen zitten vol."
In een overvol Syrisch ziekenhuis vertelt een vader hoe zijn flat instortte. Hij en zijn gezin waren net op tijd buiten:
Het dodental in Syrië staat al op zeker 928 mensen. Het land heeft hulp gevraagd aan hulporganisaties, de Verenigde Naties en andere landen, die volgens buitenlandminister Faisal Mekdad "alle benodigde faciliteiten" aangeboden zullen krijgen om humanitaire hulp te kunnen leveren. Onder andere Rusland, China en Algerije hebben al hulp toegezegd.