In Nagorno-Karabach is de uittocht in volle gang. Tienduizenden Armeniërs hebben de enclave verlaten en de verwachting is dat het daar niet bij blijft. Volgens Marieke de Hoon, universitair docent internationaal strafrecht, is er sprake van misdaden tegen de menselijkheid. Toch heeft zij er weinig vertrouwen in dat Azerbeidzjan hiervoor zal worden berecht.
Een week nadat Azerbeidzjan de aanval opende op de Armeense enclave Nagorno-Karabach, voeren de leiders van beide partijen nog altijd overleg over de toekomst van het gebied. Tienduizenden Armeniërs hebben besloten daar niet op te wachten en zijn de afgelopen dagen naar Armenië gevlucht. Volgens de Armeense bestuurders van Nagorno-Karabach willen vrijwel alle 120.000 inwoners het gebied verlaten, uit angst voor een etnische zuivering door Azerbeidzjan.
Dat is ook de term die De Hoon gebruikt voor de situatie in het gebied. "Het zijn misdaden tegen de menselijkheid en dan specifiek etnische zuivering. Je ziet dat de Azerbeidzjan met een duidelijk beleid deze burgerbevolking aanvalt."
Als je geweld gebruikt tegen een etnische groep en ervoor zorgt dat de levensomstandigheden niet meer mogelijk zijn, is er sprake van genocide.
Na een oorlog van 24 uur werden de Armeniërs in Nagorno-Karabach gedwongen in te stemmen met een staakt-het-vuren op ongunstige voorwaarden. De controle over het gebied kwam hiermee feitelijk in handen van Azerbeidzjan.
Azerbeidzjan zegt dat de Armeniërs in het gebied hun geloof mogen blijven uitoefenen en stemrecht krijgen. Vanwege de gewelddadige voorgeschiedenis (van beide kanten) hebben de bewoners daar geen vertrouwen in. "Ons volk wil niet leven als onderdeel van Azerbeidzjan", zegt David Babayan, adviseur van president Samvel Shahramanyan van 'de Republiek van Artsach', zoals het Armeense bestuur Nagorno-Karabach noemt. "Negenennegentig komma negen procent geeft er de voorkeur aan om ons historische land te verlaten."
Etnische zuivering en genocide
Als een etnische groep met geweld uit een gebied wordt verdreven, is er sprake van etnische zuivering. Als dat gepaard gaat met geplande, grootschalige moord, kan er sprake zijn van genocide. Volgens De Hoon past het handelen van Azerbeidzjan ook binnen die definitie. "Als je geweld gebruikt tegen een etnische groep en ervoor zorgt dat de levensomstandigheden niet meer mogelijk zijn."
De Hoon wijst op het afsluiten van de Lachin-corridor door Azerbeidzjan. Deze weg is de enige verbinding tussen Armenië en Nagorno-Karabach. De blokkade leidde in de afgelopen maanden tot grote tekorten aan voedsel en medicijnen in de enclave. Luis Moreno Ocampo, voormalig hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof, noemde de blokkade vorige maand al een poging tot genocide.
Vrijwillig kun je het verlaten van de enclave niet noemen, zegt De Hoon. "Ze hebben decennia geprobeerd daar een bestaan op te bouwen. Dat wordt nu onmogelijk gemaakt door de acties van Azerbeidzjan. Mensen daar realiseren zich dat het niet langer veilig is."
Ondanks de beschuldigingen aan het adres van Azerbeidzjan denkt De Hoon niet dat het internationaal recht veel kan betekenen. "Het Internationaal Gerechtshof heeft een zaak hierover lopen en gezegd dat Azerbeidzjan moet stoppen met dit geweld. Maar als Azerbeidzjan daar niet naar luistert en de internationale gemeenschap niet bereid is om Azerbeidzjan te stoppen, zie je dat het internationaal recht niet veel kan."
Volgens De Hoon speelt politieke onwil hierin een grote rol. "Je ziet dat veel landen toch wel erg afhankelijk zijn van Azerbeidzjan voor hun energie. En dan gebeurt er dus heel weinig."
Onderhandelingen
De Hoon benadrukt het belang van de vredesonderhandelingen die nog gaande zijn. "In het akkoord dat gaat komen moet hele duidelijke taal staan over het beschermen van mensenrechten en het zelfbeschikkingsrecht van de Karabachi. Zodat ook daarna, als Azerbeidzjan dat schendt, dat aan instellingen kan worden gemeld. En dan blijft het weer aan andere landen dat Azerbeidzjan zich daaraan houdt."