De topman van chipmachinebedrijf ASML, Peter Wennink, vreest voor de toekomst van de Nederlandse economie. Door kennismigranten te weren en China - door middel van exportrestricties - te isoleren, worden we zélf juist zwakker, zegt hij. Hij krijgt bijval van andere deskundigen.
Steeds meer politici pleiten voor een rem op expats; buitenlanders die tijdelijk in Nederland komen werken of studeren. Sommige universiteiten proberen zelfs internationale studenten te weren omdat er bijvoorbeeld geen huizen voor hen zijn. Een slechte ontwikkeling, zegt de CEO. "We hebben juist méér kennismigranten nodig."
Hightechbedrijf ASML in Veldhoven is het grootste techbedrijf van Europa met een beurswaarde van 248 miljard euro. Er werken 124 verschillende nationaliteiten, veelal mensen die studeerden aan de Technische Universiteit Eindhoven. De meeste buitenlanders komen uit India, Turkije, België en Portugal.
Je kan een internationale student die bij ons komt werken niet vragen om de Nederlandse taal machtig te zijn.
"We kunnen ons bedrijf niet overeind houden zonder hen." Volgens Wennink doen de expats veel terug voor Nederland. Niet alleen door bij te dragen aan onze economie, ook betalen ze 'gewoon' inkomstenbelasting.
Verder vindt hij het raar dat mensen ervoor pleiten enkel nog Nederlandstalige lessen te geven op universiteiten, zegt hij in de studio van Nieuwsuur. "De hele technologie-industrie spreekt Engels. Je kan een internationale student die bij ons komt werken niet vragen om de Nederlandse taal machtig te zijn."
Exportrestricties
Naast kennismigratie maakt de ASML-topman zich ook grote zorgen over onze economische relatie met China. Sinds vorige week gelden exportrestricties die maken dat hij minder chipmachines naar dat land kan sturen. Nederland voerde die restricties in onder druk van Amerika. President Biden vreest namelijk dat China militair te machtig wordt als ze over 'onze' technologie beschikken.
Die exportrestricties zijn niet per se erg voor ASML; een flink deel van de orders uit China blijft overeind. Wél vreest Wennink voor de toekomst, als Nederland op aandringen van Amerika nog meer sancties invoert.
Op die manier China helemaal isoleren is een kansloze zaak, zegt hij. Want als wij onze techniek niet delen doet China het gewoon zelf. "Er zijn 1,4 miljard Chinezen, waarvan een heleboel slimme. Die komen met oplossingen waar wij nog niet aan gedacht hebben. Je dwingt ze heel innovatief te worden."
Dat is al te merken, zegt Wennink. Zo komen de beste batterijen en elektrische auto's anno 2023 uit China. "In Duitsland hebben ze net een grote autoshow gehad en zijn ze zich kapot geschrokken. Het gaat in China harder, sneller en meer gefocust. Wij zijn te zelfgenoegzaam."
Protectionisme
Wennink waarschuwt voor protectionisme; oftewel de eigen economie proberen te beschermen door niet samen te werken met andere landen. 'Achterop' raken betekent dat we grote maatschappelijke transities, op gebied van energie en digitalisering, minder goed aankunnen. "Dan moeten we de consequenties aanvaarden en Chinese auto's importeren, omdat die beter zijn en goedkoper."
Wat mist is een visie vanuit de overheid, zegt Wennink. Hij is bezorgd over het verdienvermogen van Nederland en andere Europese landen en pleit voor meer samenwerking en het nemen van meer risico's om de concurrentiestrijd met andere machtsblokken aan te kunnen. De overheid moet in die samenwerking een faciliterende rol spelen.
Het is juist gunstig als China afhankelijk is van onze technologie.
Als het gaat om de exportrestricties is China-expert Frans-Paul van der Putten van Instituut Clingendael het eens met Wennink. "Hij spreekt natuurlijk uit belang van zijn bedrijf, maar ik snap hem wel."
Volgens Van der Putten zijn anti-China-sancties slecht voor onze economie, maar hebben ze wel degelijk invloed op het machtsevenwicht. "De vraag is dan: wat weegt zwaarder? Mijn antwoord is: het economisch belang."
Nederland hecht veel waarde aan de relatie met Amerika. De inmiddels demissionaire premier Mark Rutte bezocht Biden eerder dit jaar om over de exportrestricties te praten. Na afloop zei hij dat het behouden van de technologische voorsprong "ook in het Nederlandse belang" is. Maar, zegt Van der Putten: "Doe het dan niet alleen, maar Europees."
Bovendien, zegt hij, stopt ook de Chinese afhankelijkheid van Nederland. "Het is juist gunstig als China afhankelijk is van onze technologie."
Polarisatie versterkt
China ziet de Nederlandse exportrestricties als tegenslag op korte termijn. Minder Veldhovense chipmachines betekent een korte hapering in de technologische ontwikkeling. Maar op langere termijn zetten de Chinezen in op alternatieven van eigen bodem. "Voor de Chinese regering versterkt dit het verhaal dat je het Westen niet kan vertrouwen", zegt Van der Putten. "En dat China z'n kwetsbaarheden ten opzichte van het Westen moet verminderen."
Concreet is al te zien dat China 'terugslaat' door de uitvoer van gallium en germanium aan banden te leggen. Dat zijn zeldzame aardmetalen waar China het monopolie op heeft. Veel sectoren zijn er afhankelijk van, zoals de energiesector, de medische industrie, en defensie.