Structureel politiegeweld in de Franse banlieues, 'situatie is zorgwekkend'

Het was één van de heftigste nachten uit de geschiedenis van de Parijse voorstad Nanterre. Dinsdag schoot een politieagent in Frankrijk een 17-jarige jongen dood bij een verkeerscontrole. Dat zette het land op zijn kop. Die nacht die erop volgde waren er rellen, en ook een protestmars gisteren liep weer uit tot een confrontatie tussen demonstranten en de politie. Mensen schreeuwden leuzen als "politie dood" en "politie moordenaar".

Dit soort incidenten komen regelmatig voor in de buitenwijken van Parijs, de zogeheten banlieues. De gemeenschappen in deze wijken beklagen zich al jaren over het optreden van de politie, die volgens hen racistisch is. En ook de VN tikte Frankrijk op de vingers over het toenemend politiegeweld. Waarom gaat het vaker mis in Frankrijk?

Meer bevoegdheid om te schieten

De 17-jarige Nahel is niet het eerste slachtoffer dat op deze manier is doodgeschoten. Hij was de derde dit jaar. Vorig jaar werd een recordaantal van dertien mensen doodgeschoten toen ze zich niet hielden aan een verkeerscontrole.

"Sinds 2017 is er een aanzienlijke toename van het aantal schietpartijen door de politie op vluchtende voertuigen", zegt Emilie Schmidt, belangenbehartiger bij de Franse christelijke hulporganisatie Acat. Die organisatie registreert sinds 2000 alle slachtoffers van politiegeweld.

In 2017 kreeg de Franse politie, vanwege terroristische dreiging, meer bevoegdheid om hun vuurwapen te gebruiken. Zo mogen ze schieten wanneer een bestuurder een stopbevel negeert en een mogelijk risico vormt voor het leven of de fysieke veiligheid van anderen. Volgens critici maakt dit de wet veel te vaag, omdat het nu aan de agent is om te bepalen of iemand een 'risico vormt'.

Sinds de wetswijziging vielen er vijf doden in één jaar tijd, zegt politicoloog en criminoloog Sebastian Roché. "Dat is nog nooit eerder gebeurd. De gevolgen waren meteen duidelijk." Roché doet onderzoek naar de politie in de banlieues.

Kritiek

Maar kritiek op de Franse politie is niet alleen van vandaag en komt niet alleen uit de banlieues. De Raad van Europa beschuldigde de Franse politie in maart nog van het gebruik van "buitensporig geweld" tijdens protesten tegen de pensioenwet. Mensenrechtencommissaris Dunja Mijatovic beschreef de situatie toen als "zorgwekkend".

Nog geen twee maanden later werd Frankrijk weer op de vingers getikt, ditmaal door de Verenigde Naties. Tijdens de Universal Periodic Review worden de mensenrechten van elke VN-lidstaat onder de loep genomen. Meerdere landen uitten dit jaar hun zorgen over politiegeweld in Frankrijk, vanwege aanvallen op migranten, etnische profilering en religieuze intolerantie.

Zware wapens

De Franse politie is zwaarder bewapend dan elders in Europa. De LBD40, een geweer dat rubberkogels (ter grootte van een golfbal) afvuurt en ernstige verwondingen of zelfs de dood kan veroorzaken, komt nauwelijks voor in Nederland, Groot-Brittannië of Duitsland, terwijl het in Frankrijk op grote schaal en vaak zonder waarschuwing wordt gebruikt.

Roché ziet de laatste tien jaar het aantal doden door politiekogels toenemen. "Oud-president Sarkozy heeft de politie voorzien van wapens om rubberkogels af te vuren, vervolgens zijn jongeren in arme wijken vuurpijlen als wapens gaan gebruiken. De politie gebruikt granaten om te handhaven, en de andere kant gebruikt weer brandbommen."

Het is dus een soort wapenwedloop van twee kanten, zegt Roché. "Het gaat tussen de mensen uit de arme wijken en de politie, die zich steeds meer wil bewapenen. Zo houden ze elkaar gevangen."

Boosheid uiten

"Deze rellen zijn het resultaat van jongeren die zich niet veilig voelen als ze over straat lopen of autorijden omdat ze gekleurd zijn of tot een minderheid behoren", zegt Schmidt. "Ze voelen zich niet beschermd en vertegenwoordigd door de politie, wat hun belangrijkste taak is. De enige manier waarop ze hun stem kunnen laten horen, is door geweld te gebruiken. Want zonder geweld zou de regering niet verontwaardigd zijn over de gebeurtenissen en zou deze moord door de rest van het nieuws worden onderdrukt."

Volgens Roché hangt het nu af van wat de overheid doet. "Macron hield een evenwichtige toespraak waarin hij zei dat we vernietiging niet kunnen accepteren, maar dat we het ook niet kunnen accepteren als een kind sterft."

Maar mensen moeten ook hun boosheid kunnen uiten, zegt hij. "Ze zijn boos en daarom moeten ze kunnen demonstreren. De overheid moet hen helpen om hun woede publiekelijk maar vreedzaam te uiten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl