Overal in Zuid-Europa woeden bosbranden. Het zijn er veel, ze zijn hevig én ze begonnen vroeger dan in andere jaren.
Het jaar begon droog en in de lente zagen experts al dat het een zwaar brandseizoen kon worden. Landen konden zich dus even voorbereiden, maar om de gevaren van bosbranden écht te vermijden, moet Europa structureel anders met de natuur omgaan, zeggen bosbrand-experts. Ook Nederland zou veel meer aan vuurbeheer moeten doen.
Ik ben bang dat er eerst doden moeten vallen voordat dit onderwerp hoog op de politieke agenda komt.
Bij branden stellen we nu vaak nog de verkeerde vragen, zegt natuurbrandonderzoeker Cathelijne Stoof (Wageningen University & Research). "Er wordt vooral gekeken: wat veroorzaakte het vlammetje? Is het droog, wie stak de brand aan? Maar de vraag die bijna nooit gesteld wordt is: waardoor heeft het vlammetje zo'n grote brand kunnen veroorzaken?"
Het antwoord op die vraag is vaak het landschapsbeheer, zegt Stoof. Of eigenlijk het gebrek daaraan. "In Zuid-Europa zijn grote, verlaten gebieden waar mensen van platteland naar stad zijn vertrokken. Heuvels zijn er overwoekerd met planten, waar branden goed gedijen. Grassen en struiken dienen als laddertje voor het vuur om naar de toppen van bomen te klimmen. Dan is die brand niet meer te controleren."
Dennenbossen gevaarlijker
Vaak ontstaan branden in droge dennenbossen waar de bodem vol ligt met licht ontvlambare naalden en takken, zegt Merijn van Leeuwen, bosbrandexpert van het Wereld Natuur Fonds. "In het Middellandse Zeegebied worden massaal eucalyptusbomen geplant omdat die heel snel en recht omhoog groeien. Ze zijn daardoor heel handig voor de papierindustrie en om palen van te maken, maar ze trekken ook al het vocht uit de grond."
Stoof benadrukt: natuurbranden hoeven helemaal niet slecht te zijn. "Branden zijn natuurlijke processen. Sommige planten en dieren zijn zelfs afhankelijk van brand op zijn tijd. Natuurbranden worden pas gevaarlijk als ze in de buurt komen van mensen, heel groot worden en niet meer te controleren zijn."
Als er een gevaarlijke bosbrand uitbreekt, kan de Nederlandse brandweer dit soort speciale bosbrandvoertuigen inzetten:
Er zijn veel dingen die we kunnen doen om gevaarlijke bosbranden te voorkomen, zeggen de experts. Het belangrijkste, volgens Stoof: brandgevoelige overwoekering tegengaan. "Struiken onder bomen weghalen en gebieden maaien of begrazen."
Wat ook goed werkt, zegt ze, is een zogenoemd mozaïeklandschap creëren. "Hier wat bos, hier wat struiken, daar een olijfgaard. In risicovolle gebieden bedrijf je bewust landbouw om overwoekering te voorkomen en branden te houden op plekken waar die geen kwaad kunnen."
Deze aanpak vergt wel dat er mensen naar het platteland terugkeren. Dus moeten er goede voorzieningen zijn, zoals wegen, internet en scholen. Stoof: "En dat die mensen hun brood kunnen verdienen door het landschap te beheren."
Vaker extreme branden
De hele maatschappij heeft dus een rol in deze aanpak. Integraal vuurbeheer, noemt Stoof dat. "In Nederland zijn we bijvoorbeeld een kei in integraal waterbeheer; alle betrokken partners uit alle verschillende hoeken zijn met water bezig."
Maar wat betreft vuur staat ons land er nog niet goed genoeg voor, zegt Stoof. "We moeten er rekening mee houden dat extreme branden ook in Nederland kunnen voorkomen." Vorig jaar waarschuwde de brandweer al bosbranden in Nederland onbeheersbaar dreigen te worden door klimaatverandering.
Op dit moment is er in de meeste veiligheidsregio's sprake van fase 2, 'extra alert':
Volgens natuurbrandexpert Van Leeuwen is het vooral belangrijk dat we bossen anders gaan beheren. "Dennen- en sparrenbossen, die we ook in Nederland veel hebben, worden kurkdroog. Daar moet je takken op de grond opruimen."
"Bij een gevarieerd loofbos, met eiken en lindes en ook struiken beneden, hoeft dat niet. Dus we moeten goed nadenken of we de plantages met dennenbomen, vooral bedoeld voor biomassa-installaties en de houtindustrie, nog wel willen in Nederland."
Én het waterbeheer moet anders, zegt Van Leeuwen. "We maken nu overal slootjes om water snel af te voeren. Dat is fijn in maart als je met grote machines het bos in wilt. Maar in de zomer heb je dan kans op brand door droogte."
'Burgers moeten geen domme dingen doen'
Ook wijzelf hebben een belangrijke rol, zegt Stoof. "Elke burger is er verantwoordelijk voor dat we geen domme dingen doen. Dus op dagen met natuurbrandgevaar niet in het bos een kettingzaag gaan gebruiken, niet je auto in hoog gras parkeren en geen onkruidbrander gebruiken."
Stoof pleit ervoor dat één ministerie officieel leidend wordt in het vuurbeheer. "Het is een complex onderwerp, maar valt officieel onder geen enkel ministerie. Ik ben bang dat er eerst een ramp met doden moet gebeuren voordat dit onderwerp hoog op de politieke agenda komt."