Er komen meer zaken aan van gynaecologen die hun eigen zaad gebruikten bij vruchtbaarheidsbehandelingen, zegt Stichting Donorkind. De stichting wil een groot, onafhankelijk onderzoek naar de praktijken van artsen en gynaecologen tot 2004. Sindsdien is anonieme donatie verboden.
Het Alrijne Ziekenhuis maakte gisteren bekend dat de Leidse gynaecoloog Jos Beek tussen 1973 en 1986 ten minste 21 kinderen verwekte met zijn eigen zaad. Hij is de derde gynaecoloog van wie nu bekend is dat hij zijn eigen sperma gebruikte bij vruchtbaarheidsbehandelingen.
De zaak van Jan Karbaat werd als eerste bekend. Hij heeft mogelijk tachtig kinderen verwekt. Jan Wildschut verwekte tientallen kinderen in het Sophia Ziekenhuis in Zwolle, tegenwoordig het Isala Ziekenhuis. Dat ziekenhuis plaatste deze week een oproep aan ouders die tussen 1980 en 1993 een vruchtbaarheidsbehandeling bij hem hebben ondergaan.
Volgens Stichting Donorkind gaat het om een topje van de ijsberg. Naast de drie gynaecologen is bij de stichting van nog twee artsen bekend dat zij eigen sperma gebruikten. Zo is van één ziekenhuis en één privékliniek inmiddels ook bekend dat een arts zijn eigen sperma gebruikte bij vruchtbaarheidsbehandelingen.
'Steeds meer matches'
"In beide gevallen gaat het om kinderen die in databanken zoals MyHeritage grote matches hebben met nabije familieleden van de behandelende artsen van hun ouders", zegt voorzitter Ties van der Meer. "Het gaat nu om één match. Maar zo beginnen dit soort zaken altijd. Er komen vervolgens steeds meer matches bij."
Tot nu toe komen deze zaken volgens Van der Meer niet in de publiciteit, omdat betrokkenen dat niet willen. Het gaat om zeer gevoelige zaken, onderstreept hij. "Wij vinden het aan de kinderen, het ziekenhuis en de kliniek om erover naar buiten te treden, niet aan ons. Je hoopt wel op openheid, ook om een oproep te kunnen doen voor mensen die bij die arts zijn behandeld."
De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) steunt de oproep voor een onderzoek. "Het is lastig om te bedenken hoe je dat moet doen. Als arts ben je gebonden aan allerlei regels. Ik kan van alles vinden van de wet van voor 2004, maar die wet is er gewoon. Het is verboden om iemands identiteit prijs te geven. Je zou dus heel goed moeten kijken hoe je dat zo zorgvuldig mogelijk kan doen. Hoe je netjes onderzoek kunt doen, maar ook de privacy van donoren te respecteren", zegt gynaecoloog en NVOG-woordvoerder Annemiek Nap.
Jelmer is donorkind van Jan Wildschut. Hij ziet hoe steeds meer donorkinderen ook gerelateerd blijken te zijn aan een behandelend arts:
Nieuws over een arts die zijn eigen sperma gebruikte in vruchtbaarheidsbehandelingen blijft altijd schokkend, zegt Van der Meer van Stichting Donorkind. "Maar voor mij is het niet verrassend of verbazingwekkend."
Het gaat volgens hem dan om zaken waarbij de arts niet het zaad van de vader, maar van zichzelf gebruikte. Ouders bleven in de veronderstelling dat zij de biologische ouders waren. Ook zijn mannen als donor ingezet, zonder dat zij dit zelf het wisten. Er zijn ook klinieken bekend waarbij ook het sperma van medewerkers is gebruikt.
Van der Meer: "Artsen hebben zich van de jaren '50 tot 2004 kunnen verschuilen achter de anonimiteit van de donoren. Wat er precies is gebeurd, weten we niet. Het zijn allemaal heel ernstige misstanden. En we weten nog maar een deel."
Stichting Donorkind wil een groot onafhankelijk onderzoek, waarbij ook oud-patiënten en donoren worden aangeschreven. Ook hoopt de stichting op betere hulpverlening en een landelijke oproep aan ouders, om hun kinderen te vertellen dat zij via een donor zijn verwekt.
Van der Meer: "De belofte van de anonimiteit hadden ze nooit mogen doen. We weten uit de rechtszaak rond vruchtbaarheidsdokter Jan Karbaat dat de rechter donorkinderen uiteindelijk gelijk geeft. Dat is winst. Maar je wil geen rechtszaken om openheid af te dwingen."
Een woordvoerder van het ministerie van VWS laat weten dat er momenteel geen onderzoek komt. "De wens is wel bekend, maar er ligt geen concreet verzoek. Bovendien is een onderzoek complex, omdat veel dossiers zijn verdwenen. Dit neemt niet weg dat dit natuurlijk heel ingrijpend is voor deze kinderen en dat we goed snappen dat donorkinderen willen weten wie hun vader is. Daar helpen we ze bij binnen de mogelijkheden die we hebben."
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) laat in een schriftelijke reactie weten dat naast de zaken in Alrijne en Isala nog een melding is gedaan waar nog onderzoek naar loopt bij de betreffende zorgaanbieder. "Wij kunnen daar op dit moment niets over zeggen."