Minister Hugo de Jonge zei het vorige week al, maar nu bevestigt RIVM programmadirecteur covid-19-vaccinatie Jaap van Delden het ook. "Natuurlijk moeten we wel zeker weten dat de vaccins die beloofd zijn, ook daadwerkelijk komen. Bij de nieuwe farmaceuten is dat ook nog steeds onzeker. Maar als er wordt geleverd moet iedereen die wil worden ingeënt, in juli in elk geval een eerste prik hebben gehad", zegt hij in Nieuwsuur.
Van Delden gaat daarbij uit van een verdubbeling van de levering van het Pfizervaccin en het nieuwe vaccin van Janssen. Het Janssenvaccin komt aan het einde van de maand beschikbaar en is na één prik al werkzaam. In Nederland kwam de vaccinatiecampagne maar langzaam op gang, maar inmiddels zijn we de snelle starter Duitsland voorbij gestreefd en zijn er ongeveer 1,5 miljoen prikken gezet.
'Complexiteit onderschat'
Hoewel de eerste vaccins al vanaf 22 december beschikbaar waren, konden we pas op 18 januari landelijk beginnen met vaccineren op 25 GGD-locaties. Van Delden begon pas op 10 november in zijn huidige baan. Toen hij begon lagen er wel draaiboeken klaar, maar het meeste was daar nog niet ingevuld.
"Achteraf hadden we met alles eerder willen beginnen", zegt Van Delden. "Tegelijkertijd moet je je ook realiseren dat het hele RIVM en het ministerie van VWS ongelofelijk druk waren met het testen en het regelen van allerlei zaken. Dus het was niet zo dat we hier met de handen over elkaar zaten. Het was natuurlijk een hele intensieve tijd en elke week die we eerder hadden kunnen beginnen, had het vervolg iets makkelijker gemaakt. We hebben de complexiteit en de onvoorspelbaarheid onderschat."
Mensenlevens
Op de vraag of de late start ook mensenlevens heeft gekost, zoals oud-RIVM-directeur Roel Coutinho in december in Nieuwsuur heeft beweerd, moet Van Delden lang nadenken. "Dat is mogelijk. We waren liever eerder begonnen. We hebben alles op alles gezet maar er was vertraging. Natuurlijk ben ik het met Coutinho eens dat je zo snel mogelijk zo veel mogelijk mensen moet vaccineren. En dat doen we nu ook."
Kwetsbaren wachten op AstraZeneca
De 75 tot 80-jarigen worden op dit moment uitgenodigd voor een inenting op één van de inmiddels 60 GGD-locaties. Een groep die nog iets langer in onzekerheid zal blijven zitten, is de groep mensen van 18 tot 60 jaar die vanwege een kwetsbare gezondheid al een jaar in isolatie zit om niet besmet te raken.
"Het is inderdaad belangrijk dat we deze groep snel vaccineren, maar dat moet met het vaccin van AstraZeneca en dat wordt slecht geleverd. We moeten het nog bekijken, we weten nog niet wanneer dat kan." Een heel klein deel van de mensen met een kwetsbare gezondheid zal hopelijk de komende twee weken een uitnodiging ontvangen. Zij krijgen vanwege hun medische indicatie een zogeheten RNA-vaccin zoals dat van Pfizer of Moderna.''
Het gaat om een kleine groep van zo'n 100.000 mensen, onder andere met morbide obesitas, het syndroom van down en een nierafwijking. De grootste groep met een medische indicatie, ongeveer een miljoen mensen, moet nog veel langer wachten.
Vaccinatie bij zorginstellingen onderschat
Van Delden vindt het jammer dat er aanvankelijk zoveel problemen waren met het vaccineren van ouderen in zorginstellingen. Een deel van de bewoners kreeg een prik van de instellingsarts terwijl een ander deel veel langer moest wachten op een prik via de huisarts. Volgens hem loopt dat inmiddels beter omdat huisartsenposten zijn ingesprongen.
"Achteraf hadden we het anders moeten aanpakken. We hadden met de koepelorganisaties moeten afspreken dat het anders moest", zegt hij. "Maar vanwege de korte voorbereidingstijd hebben we onderschat dat er zoveel tijd zou gaan zitten tussen de eerste en de laatste bewoner."