Klimaatverandering wordt gezien als de meest existentiële bedreiging van deze tijd. We stevenen nu af op drie graden opwarming van de aarde, met mogelijk catastrofale gevolgen. Dat had voorkomen kunnen worden, als één cruciale nacht internationaal onderhandelen in een hotel in Noordwijk, dertig jaar geleden, succesvol was geëindigd. Dat zeggen althans betrokkenen en experts.
Kijk in de video hieronder hoe het redden van de aarde in 1989 strandde in Noordwijk aan Zee:
De internationale klimaatconferentie was een idee van toenmalig milieuminister Ed Nijpels. Hij wilde zo de basis leggen voor juridisch bindende afspraken om de CO2-uitstoot te beperken.
Eerder lukte het de wereld om onder leiding van de Verenigde Staten met het Montreal-protocol in enkele jaren tijd CFK's - verantwoordelijk voor het gat in de ozonlaag - uit te faseren. Nijpels hoopte op dezelfde manier tot CO2-reductie te kunnen komen, al realiseerde iedereen zich dat dat een veel grotere opgave zou worden.
De Verenigde Staten stuurden milieu-minister William Reilly naar de conferentie in Huis ter Duin. Reilly wilde ver gaan, maar kreeg juist daarom vlak voor de conferentie vanuit het Witte Huis iemand mee die erop moest toezien dat hij niet te veel toezeggingen deed. Die rol was toebedeeld aan stafchef van president George H.W. Bush, John Sununu.
Lobby olie-industrie
Sununu was een vroege klimaatscepticus met nauwe banden met de oliesector. Hij speelde volgens veel betrokkenen een hoofdrol in het dwarsbomen van de klimaatconferentie in Noordwijk.
De Amerikaanse journalist Nathaniel Rich, schrijver van het boek Losing Earth, ziet 'Noordwijk' als een cruciaal omslagpunt. Tot dat moment overheerste het optimisme over de mogelijkheden om tot wereldwijde afspraken te komen en zo de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. Maar met de conferentie in Noordwijk begon de lobby van met name de Amerikaanse olie-industrie en daarmee ook een tegenbeweging van klimaatsceptici -en ontkenners, zo stelt Rich. Mede daardoor lukte het volgens hem jarenlang niet tot afspraken te komen.
In het akkoord van Parijs van 2015 werd, op basis van vrijwilligheid, afgesproken dat de temperatuur tot eind van deze eeuw met maximaal anderhalve graad mag stijgen. Maar deskundigen betwijfelen of dat nog wel haalbaar is en spreken van 'verloren jaren'. Ze wijzen erop dat sinds 1989, het jaar van de conferentie in Noordwijk, meer CO2 is uitgestoten dan in de 250 jaar daarvoor. En dat de gevolgen daarvan nog generaties lang merkbaar zullen zijn.