Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat de Friese ingenieur Hanso Idzerda de eerste radio-omroepuitzending van Nederland verzorgde. Vanuit zijn eigen studio in Den Haag, via het apparaat dat je hierboven op de foto ziet, sprak hij op 6 november 1919 de Nederlandse luisteraars toe.
"Wij moeten die man heel erg dankbaar zijn", zegt radiomaker Frits Spits. "Idzerda is met radio begonnen. Ik heb in feite alles aan hem te danken. Als kleine jongen ben ik verliefd geworden op het medium en die liefde is niet minder geworden. Ik luister de hele dag naar de radio, naar allerlei zenders en ook podcasts. Het is heerlijk als iemand tegen je aanpraat."
Spits werd zelf recentelijk uitgeroepen tot belangrijkste radiomaker van de eeuw. Wij gingen met hem terug naar de draaitafel waaraan hij zijn allereerste programma maakte. Zijn reactie zie je in de video hieronder:
Wanneer maak je goede radio? Dat is volgens Spits simpel. "Als je blijft luisteren. Het maakt me niet uit hoe ze het maken, maar als ze het zo spannend, boeiend en informatief maken dat ik het eigenlijk zonde vind om de knop om te draaien, dan is het goede radio. Je moet je luisteraars boeien én ze serieus nemen."
Eind vorige maand bestempelde een vakjury van de VARA-gids Spits tot belangrijkste radiomaker van de eeuw. De jury noemde hem "een van de allerbeste sfeermakers en verhalenvertellers op de radio". Hij werd geprezen vanwege zijn vermogen om een breed publiek aan te spreken met zijn programma's.
"Ik denk dat mensen horen dat ik ongelofelijk veel van het vak houd en heel veel van het medium houd. En dat alles wat ik doe in dienst staat van het programma en niet van mijzelf", zegt Spits. "Ik ben heel erg blij met de prijs en merk ook dat iedereen het mij gunt, maar zo goed vind je jezelf natuurlijk nooit."
Spits ontving voor zijn werk als radiomaker al verschillende prijzen. Bekende programma's zijn De Avondspits (1978-1995) en Tijd voor twee (1995-2013). Sinds 2014 presenteert Spits iedere zaterdag op NPO Radio 1 De Taalstaat, waarin hij taalkwesties bespreekt en schrijvers en dichters interviewt.
Radio gaat nooit verloren
Volgens Spits is het einde van de radio nog lang niet in zicht. "We gaan door naar de tweehonderd, driehonderd en dan nog vierhonderd jaar. Radio gaat nooit verloren. Dat geldt voor meer media. Er komt gewoon voortdurend wat bij. Eerst hadden we de krant, toen kwam er radio, tv, en nu sociale media."
Wel heeft hij de radiotechniek in de afgelopen jaren heel erg zien veranderen. "Mensen zijn nieuwsgierig, ze willen altijd uitvinden en vernieuwen. Als een radiotechnicus die dertig jaar geleden zou zijn gestorven, nu een studio zou binnenkomen, dan wordt hij knettergek. Dan snapt ie er niks meer van."
En wat denkt hij over de toekomst van de radio? "Ik denk dat er altijd programma's zullen zijn die nieuws brengen, entertainment bieden, muziek draaien of spelletjes doen met luisteraars. Maar ook verdiepende programma's, en daar horen ook de podcasts bij. Dat is de toekomst van de radio."