Aan de voet van de vulkaan Vesuvius ligt het Italiaanse dorp Palma Campania. Op het industrieterrein staan naaiateliers die vaak opdrachten krijgen van Italiaanse modehuizen. Daar werken duizenden mannen uit Bangladesh.
Niet alle inwoners van het dorp zijn blij met de Bengalen. "De inwoners hier hebben er zelf aan meegewerkt. Ze verdienen aan die lui", zegt een jonge man over de andere mensen in het dorp. "Ze verhuren hun huizen aan ze en de Bengalen werken voor een paar euro per uur. Maar ze hebben geen respect voor hoe wij in Italië leven."
'Bengaalse invasie'
De meeste Bengalen reisden illegaal via Libië per boot naar Italië. En nog steeds heeft een deel van hen geen papieren. Placido de Martino, een gezaghebbend ondernemer, vecht al vier jaar tegen de - in zijn ogen - "Bengaalse invasie".
Hij wijst naar een centrale straat, de 'Via Roma'. "Die noem ik 'Via Dhaka'. Daar bevindt zich de hoogste concentratie winkels van Bengalen. Die zijn illegaal, maar de gemeentepolitie voert geen controles uit."
De Martino vindt het geen goede ontwikkeling. "We verliezen onze identiteit, onze tradities en onze geschiedenis. Het tweede probleem is economisch: deze mensen hebben banen ingepikt van veel jonge Italianen. Het derde probleem is de volksgezondheid: in Palma Campania is de gevaarlijke ziekte tuberculose terug."
Ze werken allemaal en bezorgen nauwelijks overlast.
De Bengalen zelf merken dat ze niet gewenst zijn. "Zij vinden dat we met te veel zijn", zegt een van de migranten. "Dit is een klein plaatsje. Als wij allemaal op straat zijn, zien ze er te veel."
Hij beseft dat hij in een kwetsbare positie zit. "Zonder papieren ben je hier illegaal. We zijn hier in een Italiaanse stad en zij hebben gewoon hun wetten. Als ze zeggen dat je weg moet, moet je weg."
Lokale vakbondsman Giovanni De Pietro is begaan met het lot van deze buitenlanders. "Ze werken allemaal en bezorgen nauwelijks overlast, want ze zijn van nature vreedzaam. Het lijkt haast een religie voor ze. Ze storen dus niemand. Je zou verwachten dat hun massale aanwezigheid tot zorgen leidt. maar daar is geen reden voor."
Nobelprijs
Manlio Di Stefano, de nieuwe Italiaanse staatssecretaris Buitenlandse Zaken en afkomstig van de Vijfsterrenbeweging, waarschuwt Brussel dat de maat vol raakt voor de Italianen. "Ik vind dat ons volk de Nobelprijs verdient voor z'n humanitaire opstelling. Maar er zijn grenzen. Als je die overschrijdt willen mensen dat wreken op instituties en vooral op de EU."
De Europese instituties dwingen de Italianen ons om steeds verder te gaan, vindt hij. "De Raad van de EU moet inzien dat het vertrouwen hersteld moet worden tussen ons volk en de Europese instituties."
Er zijn veranderingen op komst. De Minister van Binnenlandse Zaken, Matteo Salvini van Lega, heeft aangekondigd dat hij illegale arbeid en illegale migranten gaat aanpakken. Al heeft hij nog niet gezegd hoe hij dit ingewikkelde probleem wil oplossen.
Maar zelfs vakbondsman De Pietro, geen fan van Lega, vindt de aftrap van de regering veelbelovend. "Ze willen de Europese regulering herzien. Dat is een terechte boodschap aan de EU. Want de Europese regelgeving lijkt mij, voor zover ik hem begrijp, niet overal even eerlijk verdeeld."