Pogacar heeft na vier zeges eindelijk genoeg: 'Morgen laten we vluchters gaan'
Vluchters, opgelet! Tadej Pogacar gaat jullie zaterdag in de etappe naar Col de la Couillole niet inhalen. De geletruidrager zei het zelf na afloop van de koninginnenrit naar Isola 2000, waar de Sloveen vrijdag zijn vierde ritzege van deze Tour de France ophaalde. De vijftiende uit zijn carrière.
Op de slotklim stoof hij weg bij concurrenten Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard en reed hij een gat dicht van 2.45 minuten op koploper Matteo Jorgenson. Als Pogacar wíl winnen, kán hij winnen, zo lijkt het deze Tour de France. De Sloveen fietst zonder genade. Maar morgen zal Tadej de Genadeloze voor een dag Tadej de Genadige zijn.
'Beter dan ooit'
Hoe de gele trui zich voelde over de twee beklimmingen van de buitencategorie en één van de eerste categorie? "Beter dan ooit, zou ik zeggen. Ik ben superblij. Het is een grote marge nu." Pogacar vergrootte het gat met Vingegaard naar 5 minuten en het gat met Evenepoel naar 7 minuten.
Het was bijna een beetje sneu voor Jorgenson. Op minder dan twee kilometer voor de streep zag hij een gele schim voorbij sjezen. Bijna 140 kilometer in de aanval zijn, het gejuich bij de finish al kunnen horen en dan tweede worden. Het is haast een gegeven als Pogacar meefietst in het peloton.
"Chapeau voor Matteo en alle vluchters vandaag", zei Pogacar na afloop. En toch had de koninginnenrit hem ook moeite gekost.
"Ik was een beetje leeg in de laatste twee kilometer. Nadat ik Carapaz en Yates had teruggepakt, zat ik al op mijn limiet, maar Matteo kwam ook dichterbij. Ik probeerde door te blijven duwen."
Eerder al, op de steile kronkelwegen naar het dak van de Tour op de Cime de la Bonette, hield Pogacars UAE-ploeg het tempo hoog om de concurrenten te kraken. En vooral ook om te voorkomen dat Vingegaard daar zou aanvallen.
"Dat was in eerste instantie mijn verwachting", gaf Pogacar na afloop toe. "Maar toen zagen we dat ze (Vingegaards ploegmaten Jorgenson en Kelderman, red.) voorop heel hard fietsten, dus ik denk dat hun hoofddoel was om de etappe te winnen."
Op de Bonette had zelfs Pogacar ook afgezien. "Ik kan bevestigen, de Bonette is een beangstigende klim in een race. Als je traint, kun je de laatste kilometer nog overslaan."
De Sloveen trainde zich een maand lang, tussen de Giro en de Tour, suf op de flanken van de Bonette. Schavend aan snode plannen. "We hadden het er toen al over hoe we vandaag wilden racen. En dat hebben we precies gedaan. Tot het moment waarop ik aanviel."
Het moet gek lopen, wil Pogacar de Tour nog verliezen. De geletruidrager maakt zich er zelf niet al te druk meer over, met nog een zware Alpenetappe en klimtijdrit te gaan. "Morgen kan ik eindelijk van de etappe genieten, van de trainingswegen, en dan laten we de vluchters gaan."