'Hamas zocht al ver voor 7 oktober steun bij Iran en Hezbollah voor grote aanslag'
De Amerikaanse krant The New York Times heeft verslagen in handen gekregen van ontmoetingen tussen Hamas-kopstukken in de aanloop naar de grote terreuraanslag van 7 oktober. De militante beweging zou al twee jaar eerder steun gezocht hebben bij Iran en Hezbollah. De aanslag die Hamas voor ogen had, zou nog grootschaliger zijn geweest dan wat er gebeurde.
Het is voor het eerst dat meer details over Iraanse betrokkenheid bij de aanval bekend geworden zijn. Bijvoorbeeld dat de aanslag eigenlijk een jaar eerder had moeten plaatsvinden, maar dat Hamas wachtte op volledige deelname van Iran en Hezbollah.
De interne Hamas-documenten zijn gevonden op een computer die door Israëlische soldaten in beslag is genomen bij een commandocentrum in Khan Younis, in het zuiden van Gaza, begin dit jaar. Het zouden notulen zijn van geheime bijeenkomsten. Een Hamas-kopstuk zou enkele maanden voor de aanval een ontmoeting hebben gehad in Libanon met een hoge Iraanse commandant. Een ontmoeting met Hezbollah-leider Hassan Nasrallah zou zijn uitgesteld. Iran ontkent nog altijd betrokkenheid.
Het Israëlische leger zegt in een intern rapport, ook ingezien door de krant, dat de documenten echt zijn en opnieuw blootlegt hoe de inlichtingendienst gefaald heeft om de aanslag te voorkomen.
9/11-aanslag
Ook de Washington Post bericht op basis van de gevonden documenten. Volgens de Amerikaanse krant circuleerden er in Hamas-kringen plannen voor een nog grotere terreuraanslag op Israël, waarbij een wolkenkrabber in Tel Aviv zou worden neergehaald, vergelijkbaar met de aanslagen van 11 september 2001. Ook zouden treinen, boten en "zelfs karren met paarden" worden gebruikt bij de grootschalige aanval.
De krant schrijft net als The New York Times dat Hamas in de jaren voor 7 oktober geprobeerd heeft meer steun te krijgen van bondgenoten, waaronder de belangrijkste: Iran. Hamas-leider Yahya Sinwar zou Teheran tegelijkertijd niet in detail hebben willen informeren, om te voorkomen dat de plannen zouden uitlekken.
De documenten laten volgens The New York Times verder zien dat Hamas grote confrontaties met Israël vermeed tussen 2021 en 7 oktober 2023. Op die manier zou de terreurorganisatie hebben willen uitdragen dat het rust zou willen in de Gazastrook, waardoor de aanslag nog onverwachter zou zijn.
Enkele uren voordat de terreuraanslag begon ging in Israëlische inlichtingenkringen het bericht rond dat de inschatting is dat Hamas "op dit moment niet uit is op escalatie en een confrontatie"
In de aanloop naar 7 oktober werden talloze signalen van een aanstaande aanslag genegeerd door de Israëlische autoriteiten. Nieuwsuur sprak vorige week met militairen en omwonenden die aan de bel hadden getrokken:
De beslissing van Hamas om aan te vallen had ook te maken met de toenadering tussen Israël en Saudi-Arabië, wordt benoemd in de documenten. Maar ook de illegale Israëlische bezettingen op de Westelijke Jordaanoever en Israëls aanwezigheid in het gebied rond de Al-Aqsa-moskee speelden een belangrijke rol voor Hamas.
Hezbollah, dat nauwe banden heeft met Iran, zou vanuit Libanon uiteindelijk pas een dag na de terreuraanslag beginnen met raketbeschietingen op Israël. Die zouden op dat moment wel veel beperkter zijn geweest dan waarop Hamas zou hebben gerekend. Iran zou aanvankelijk helemaal niet direct deelnemen aan de aanval, maar later wel twee grootschalige luchtaanvallen uitvoeren op doelen in Israël.