Behalve de grote winst van de PVV en de opkomst van het NSC van Pieter Omtzigt was er deze verkiezingen nog een andere duidelijke trend zichtbaar: de linkse en progressieve partijen samen hebben opnieuw zetels ingeleverd. Die daling is al jaren zichtbaar. Waar het linkse en progressieve blok in 2021 nog goed was voor 63 zetels, zijn daar nu nog 47 van over.
Voor deze vergelijking zijn namens de linkse en progressieve partijen de zetelaantallen van D66, GL-PvdA, SP, PvdD, Denk, Volt en Bij1 bij elkaar opgeteld. Ze zijn afgezet tegen het aantal zetels dat de rechtse partijen PVV, BBB, FvD en JA21 en de midden- en rechtse partijen VVD, NSC en CDA hebben veroverd. In de oudere grafieken zijn ook de LPF en Leefbaar Nederland meegeteld:
De vorige keer dat een soortgelijke verschuiving zichtbaar was, was in 2002. Dat kwam onder meer door de opkomst van de LPF van Pim Fortuyn, maar ook doordat het CDA veel stemmen wist weg te halen bij de PvdA, zegt politicoloog Tom van der Meer van de Universiteit van Amsterdam.
"Het linkerblok zakte toen in doordat het CDA een campagne voerde waarmee het links en christendemocratie bij elkaar wist te brengen. Maar die stemmers waren een jaar later weer terug bij de PvdA. Dus het was eigenlijk zo dat er eenmalig stemmen werden weggesnoept bij links."
Nu is de dalende trend al enkele jaren zichtbaar in de Tweede Kamer, ook als D66 en NSC niet meegenomen worden in de vergelijking. Van der Meer: "D66 zit tussen links en centrumrechts in, dus het is niet altijd eerlijk om die bij een van beide mee te tellen. En NSC heeft van links tot rechts kiezers getrokken, dus het is lastig is om voor die partij al een harde indeling te maken, althans op basis van kiezersvoorkeuren. Maar zelfs zonder die partijen is het verval bij links zichtbaar."
Dat is een significante verandering in het politieke landschap, zegt politicoloog Martin Rosema van de Universiteit Twente. "De twee blokken - D66 plus alles links daarvan en alle partijen aan de rechterkant - waren al tijden redelijk stabiel. Maar die verhouding is nu dus veranderd."
Dat heeft te maken met de onvrede in de samenleving, denkt Rosema. "In de afgelopen twintig jaar is er een dimensie van politiek wantrouwen, cynisme en afkeer van de regering ontstaan. Stemmers hebben een uitlaatklep gevonden in protestpartijen en partijen die zich afzetten tegen het systeem. Die mensen zijn zowel links als rechts te vinden, maar de partijen aan de rechterkant hebben de meeste aantrekkingskracht weten uit te oefenen op de ontevreden kiezer en boze burger."
Onder meer de SP heeft daar niet van weten te profiteren. Uit de kiezersstromen blijkt ook dat meer voormalig SP-stemmers nu hebben gekozen voor de PVV (16 procent) en NSC (16 procent) dan voor GL-PvdA (14 procent).
Een kwart van de mensen die in 2021 op de Partij voor de Dieren stemde, bleef thuis. Ook gingen er stemmen naar Wilders (8 procent) en Omtzigt (8 procent). Ook D66 heeft stemmen aan partijen aan de rechterkant verloren: zo ging 12 procent naar NSC en 6 procent naar de VVD. Alles bij elkaar opgeteld zijn D66, SP, PvdD, Bij1 en Volt 24 zetels kwijtgeraakt, waarvan er slechts 8 naar de samenwerking tussen GroenLinks en PvdA gingen.
De kiezersstromen zijn in deze grafiek te zien. Alle kiezersstromen en meer data zijn te vinden in onze verkiezingstool.
Het is duidelijk dat de linkse partijen de campagne niet naar hun hand hebben weten te zetten, zegt Rosema. "Die ging voor een groot deel over migratie, maar ook over bestaanszekerheid: een traditioneel links thema waar de PvdA normaal gezien sterk op is. Ook was er aandacht voor klimaat en dat past weer sterk bij GroenLinks en bij partijleider Timmermans met zijn verleden als Eurocommissaris. Dat zijn toch thema's waarmee zij uit de voeten hadden gekund."
Uiteindelijk zijn de thema's waar links op had kunnen scoren, geclaimd door de PVV, ziet de politicoloog. "Wilders heeft bestaanszekerheid en de woningcrisis krachtig weten te koppelen aan migratie, waar hij een duidelijk profiel op heeft. GroenLinks-PvdA wist er daardoor niet meer tussen te komen. Gezien het feit dat die thema's zo goed bij GL-PvdA passen, dat die partijen in de oppositie zaten en dat de huidige regering impopulair was, is het bijzonder dat ze niet meer kiezers hebben weten aan te spreken."