De laatste etnische Armeniërs zijn vertrokken uit Nagorno-Karabach, meldt Armenië. De Armeense enclave in Azerbeidzjan is inmiddels grotendeels verlaten.
Er woonden zo'n 120.000 etnische Armeniërs in Nagorno-Karabach. Ruim 100.000 van hen zijn volgens de Armeense regering naar Armenië gevlucht sinds Azerbeidzjan de controle over de regio ruim anderhalve week geleden overnam na een oorlog van 24 uur.
Op onderstaande beelden is te zien dat er nauwelijks auto's meer zijn in de hoofdstad Stepanakert.
In de hoofdstad Stepanakert zijn nog maar enkele honderden mensen, meldt het Rode Kruis. In de stad leefden voorheen zo'n 55.000 etnische Armeniërs. Ziekenhuizen functioneren niet meer, het medisch personeel is vertrokken, meldt de hulporganisatie. Ook de directeur van het mortuarium is weg. De teamleider van het Rode Kruis spreekt van "een surrealistische situatie".
De overgebleven inwoners zijn veelal ouderen, zieken en mensen met een beperking. Medewerkers van het Rode Kruis proberen met megafoons achterblijvers op te sporen.
Ook op onderstaande beelden uit de hoofdstad is nauwelijks verkeer te zien.
De meeste inwoners zijn gevlucht uit angst voor etnische zuiveringen. Dat is volgens Azerbeidzjan niet nodig. Het land zegt Nagorno-Karabach vreedzaam te willen integreren, maar dat wordt vanwege de gewelddadige voorgeschiedenis niet geloofd.
De enclave Nagorno-Karabach hoort formeel bij Azerbeidzjan, maar werd voornamelijk bewoond door etnische Armeniërs die er een separatistisch zelfbestuur hadden.
Van dat bestuur zijn volgens Azerbeidzjan vier separatistische leiders gearresteerd. Het gaat om twee oud-presidenten van de Armeense enclave, Bako Sahakyan en Arkadi Ghukasyan, en Arayik Harutyunyan, die president was toen Azerbeidzjan de controle overnam. Ook de voorzitter van het parlement van Nagorno-Karabach zou zijn opgepakt.
Drie andere voormalige leiders, onder wie twee ministers en het hoofd van de veiligheidsdienst, zijn wel veilig de grens overgekomen, meldt Armenië.