Overleven in belegerd Khartoem: 'We zitten klem tussen strijdende groepen'
Eva de Vries
redacteur Buitenland
Eva de Vries
redacteur Buitenland
Na zeven maanden oorlog is de Sudanese hoofdstad Khartoem grotendeels in handen van de paramilitaire RSF. Nog altijd wordt er hevig gevochten; het regeringsleger voert geregeld luchtaanvallen uit op RSF-doelen in de stad. Een groot deel van de inwoners is gevlucht voor het geweld. Maar niet iedereen wil of kan weg.
"We zijn alleen maar bezig met overleven", zegt de 39-jarige Alaa vanuit Khartoem. Zijn wijk is nu in handen van de RSF, maar dichtbij zijn nog plekken waar het regeringsleger het voor het zeggen heeft. "Er wordt constant gevochten, huizen zijn kapot geschoten en winkels geplunderd. Ik herken mijn stad niet meer. Het is een spookstad geworden."
Khartoem had zich na de revolutie van 2019 juist snel ontwikkeld, zegt Sara Wadda Abdelhai vanuit Bahrein, waar ze naartoe is gevlucht. Abdelhai is het gezicht achter het Instagram-account Lovin Khartoum, dat vooral de mooie kant van de stad liet zien. "Nieuwe kunstvormen kwamen tot uiting, er waren debatavonden en allerlei concerten. En veel eten natuurlijk, Sudanezen houden van eten."
Maar van dat beeld is nu niets meer over. De oorlog heeft het leven in Khartoem tot stilstand gebracht. Scholen en de meeste ziekenhuizen zijn gesloten, ambassades zijn verlaten en het merendeel van de mensen heeft geen werk meer. Duizenden gebouwen, bruggen en wegen zijn verwoest. En volgens Artsen zonder Grenzen wordt er nauwelijks humanitaire hulp verleend.
Inmiddels is Abdelhais hele familie gevlucht uit Sudan. Ook Alaa's vrouw vertrok, samen met hun twee zoons. Alaa bleef, om voor zijn vader en voor de mensen in de wijk te zorgen. Nu maakt hij deel uit van een klein aantal mensen dat in Khartoem is achtergebleven.
Sinds RSF-strijders zijn huis binnenvielen en plunderden, woont Alaa bij zijn vader. "Van een dagelijks leven is hier geen sprake meer", zegt hij. "Samen met een paar vrienden, familieleden en buren probeer ik de dag door te komen. We helpen elkaar, we leven van dag tot dag."
Hij vertelt hoe ze dagelijks overleggen over de voedselvoorraden en wie wat nodig heeft in de wijk. Donaties worden bij elkaar gelegd en van dat bedrag maken ze voedselpakketten en kopen ze medicijnen. "Veel winkels zijn dicht, maar op de markt is nog wel iets te krijgen. Dat komt doordat er eten de stad in wordt gesmokkeld."
Door beschietingen en luchtaanvallen zijn er regelmatig stroomstoringen. Alaa's beroep als technisch bouwkundige komt dan goed van pas. "Met andere technici gaan we op zoek naar de oorzaak en kunnen we de storing vaak oplossen."
Amper informatie
Maar de straat opgaan is nooit zonder risico. Los van rondvliegende kogels, worden Alaa en de andere achterblijvers voortdurend lastiggevallen door RSF-strijders. "Bij checkpoints worden we soms geslagen, uitgescholden en bestolen. Ze stellen vragen over wie je kent en wie je steunt. Of ze doorzoeken je telefoon. Als ze denken dat je een spion bent, word je meegenomen en vastgezet. Heel beangstigend."
Die angst is ook de reden dat mensen nauwelijks informatie delen. Ze zijn bang dat regeringssoldaten of RSF-strijders bepaalde berichten of foto's zien, en dat ze daar vervolgens voor gestraft worden. En internationale journalisten kunnen dit gat niet opvullen, want zij mogen al sinds het begin van de oorlog het land niet in. Wat zich precies afspeelt in Khartoem en in de rest van Sudan, is hierdoor onduidelijk.
"Ondanks de risico's wil ik mijn leven vastleggen en delen", zegt Alaa. Voorzichtig is hij wel. "Ik sla mijn foto's op in een onzichtbaar mapje. En als ik naar de markt ga, dan laat ik mijn telefoon thuis."
Waarom blijft Alaa toch in Khartoem, ondanks alle ontberingen? "Het is geen makkelijke beslissing. Mijn vader en andere familieleden zijn hier, en het is duur en gevaarlijk om de stad uit te komen."
Volgens Sara Wadda Abdelhai is alles wat er na de revolutie in 2019 is opgebouwd, met de grond gelijk gemaakt. "Het is zo verdrietig om de sporadische video's en foto's uit de stad te zien. Al die jonge, talentvolle mensen die zijn vertrokken. Het Khartoem van mijn jeugd, het Khartoem dat ik ken, bestaat niet meer."
Binnenkort voegt Alaa zich mogelijk alsnog bij die grote uitstroom vluchtelingen. Hij snakt naar een gewoon, veilig leven en mist zijn vrouw, zijn kinderen en zijn werk. "Maar ik kom terug als er vrede is. Daar hoop ik op, want zonder hoop kan ik niet leven."
Vanwege veiligheidsoverwegingen noemen we Alaa alleen bij zijn voornaam. Zijn volledige naam is bekend bij de redactie.
- Opleving van etnisch geweld in Darfur, waar milities terrein winnen
- Meer mensen ontvluchten Sudan: in paar dagen duizenden mensen de grens over
- 'Zeker 35 doden bij gevechten afgelopen weekend in Sudan'
- Humanitaire ramp bij grens Sudan: sluiten we de ogen voor etnische zuivering?
- Oorlog in Sudan woedt door: 'We begraven de doden in onze tuinen'