Benefietwedstrijd ter gelegenheid van de Watersnoodramp. Nederlandse, in het buitenland spelende profs (professioneel voetbal was in Nederland niet toegestaan), spelen in Parijs een benefietwedstrijd tegen het Franse elftal.
NOS Voetbal

'Uitschot' legt in 1953 in Parijs kiem voor betaald voetbal bij Watersnoodduel

Uitschot. Het is een woord dat Kees Rijvers te binnen schiet wanneer hij, in 2017, voor de camera's van Omroep Zeeland verhaalt over die ene legendarische middag. Die van 12 maart 1953, de donderdag waarop Frankrijk en in het buitenland spelende Nederlandse voetbalprofs elkaar treffen in Parijs.

"Uitschot werden we genoemd. Althans, door sommige hoge pieten van de KNVB." Het was een benefietwedstrijd voor alle getroffenen van de Watersnoodramp, vandaag zeventig jaar geleden.

Memorabele treffen

Rijvers (96) is de enige nog levende voetballer die binnen de lijnen stond tijdens het memorabele treffen in Parc des Princes. Een duel dat zijn oorsprong kent in goedertierenheid van de Franse voetbalbond en geldt als startsein van het betaald voetbal in Nederland.

Met dank aan spelers die op de bondsburelen links en rechts worden afgeschilderd als rapaille, uitvaagsel en gebroed.

1953: benefietduel Nederland in Parijs maand na Watersnoodramp

De wedstrijd die op het affiche wordt aangekondigd als France-Pays Bas pour pros is ook de eerste waarbij supporters na het laatste fluitsignaal massaal bezitnemen van het veld. Rijvers en Cor van der Hart worden in Parijs door een deel van de 8.000 meegereisde Nederlandse supporters op de schouders genomen, onwetend van het historisch belang van de 2-1 overwinning.

Bedroevende staat

Het Nederlandse voetbal bevindt zich in de eerste tien jaren na de Tweede Wereldoorlog in bedroevende staat. Tussen 1949 en 1953 speelt Oranje een slordige dertig interlands, waarin slechts drie overwinningen worden geboekt.

De oorzaak: de KNVB houdt in de naoorlogse jaren halsstarrig vast aan amateurisme. Als voetballer betaald krijgen druist in de optiek van bestuurder Karel Lotsy, vermaard vanwege zijn donderspeeches in de kleedkamer, in tegen de zuivere sportgedachte. Het is slechts voorbehouden aan een bepaald slag volk. Uitschot.

Het gevolg: de beste Nederlandse voetballers van die jaren zoeken hun geluk buiten de landsgrenzen. Wie geld beurt voor het spelen van wedstrijden in Frankrijk, Duitsland of Italië wordt op instigatie van Lotsy niet langer uitgenodigd voor het Nederlands elftal. Dat is slechts voorbehouden aan puristen. Amateurs.

Of het gedenkwaardige resultaat zal leiden tot een koerswijziging van de voetballeiders die zich tot dusver voor de werkelijkheid blind hebben getoond? Wij moeten het, eerlijk gezegd, betwijfelen.

Ad van Emmenes, in 1953 hét gezicht van de vaderlandse voetbaljournalistiek

Zelfs een nationale ramp die op 1 februari 1953 het leven kost aan 1.800 mensen en 72.000 anderen ertoe dwingt te evacueren, kan Lotsy niet mild stemmen. Hij zet de hakken in het zand wanneer internationals Bram Appel en Theo Timmermans zich bij hem melden als voorvechters van een benefietwedstrijd in Parijs, een initiatief van de Franse voetbalbond FFF.

Eerder heeft de KNVB al een aanbod ontvangen van de Duitse bond om een dergelijk duel af te werken. De Joodse KNVB-bestuurder Martijn Sajet steekt daar hoogstpersoonlijk een stokje voor. "Te doorzichtig", noemt hij - een acht jaar na de Tweede Wereldoorlog - de toenaderingspoging.

Appel en Timmermans krijgen aanvankelijk nul op het rekest, maar slagen er op slinkse wijze toch in een elftal aan te laten treden in Parijs. Op aanraden van Lo Brunt, secretaris-penningmeester van de KNVB, schakelen de twee de hulp in van prins Bernhard, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het nationale Rampenfonds. Een vondst die Lotsy schaakmat zet.

Geen Wilhelmus

De KNVB sputtert slechts wat tegen en verbiedt de spelers het dragen van het klassieke oranje shirt met logo van de leeuw op de borst. Als compromis treden de elf Nederlanders aan met een rood shirt, witte broek en blauwe kousen. Het Wilhelmus mag bovendien absoluut niet klinken, zo verordonneert Lotsy.

Bram Appel (l) aanvoerder van het Nederlands elftal, geeft zijn Franse collega Rene Marche de hand

Nederland brengt in Parijs een elftal op de been van spelers die in Frankrijk een bestaan als voetbalprof leiden. Uitzondering op die regel vormt Frans de Munck, die FC Köln dient.

De ijdele showkeeper, die steevast plaats neemt onder de lat met een kammetje in de achterzak van zijn broek, en Joop de Kubber zijn de enige twee Zeeuwen in de ploeg. Ze luisteren in Parijs gezamenlijk naar het Wilhelmus, dat ondanks de oekaze van Lotsy wordt ingezet door het Franse muziekkorps en uit 8.000 kelen wordt meegezongen.

Een-vijfde deel van de 40.000 toeschouwers die op deze donderdag de tribunes van het Parc des Princes bevolken, komt uit Nederland. Mannen veelal die hunkeren naar écht voetbal, in tijden van sportieve malaise. Tijden waarin Oranje bestaat uit amateurs die nederlaag op nederlaag stapelen.

Hunkering

De buitenlandse profs zijn oorspronkelijk naar Parijs gekomen om een ontspannen potje te spelen. Verdedigers worden niet opgesteld. Al snel bereiken de spelers berichten dat in het vaderland met grote hunkering naar de ontmoeting wordt uitgekeken.

Arie de Vloet onderkent de ernst van de ontmoeting en deelt zijn ploeggenoten mee: "De naam van het Nederlandse voetbal staat op het spel."

De spelers van het Nederlands elftal in training voor het benefietduel met Frankrijk

De Nederlanders in buitenlandse dienst winnen met 2-1. Voor ingenieur Ad van Emmenes, hét gezicht van de vaderlandse voetbaljournalistiek, voldoende reden om in het blad 'Sportief' Lotsy cum suis publiekelijk uit te dagen:

'Of het gedenkwaardige resultaat zal leiden tot een koerswijziging van de voetballeiders die zich tot dusver voor de werkelijkheid blind hebben getoond? Wij moeten het, eerlijk gezegd, betwijfelen.'

Het antwoord klinkt, tegen alle verwachtingen in, bevestigend. Van Emmenes' twijfels blijken ongegrond.

Het 'officiële' Nederlands elftal laat de KNVB simpelweg geen andere keuze. Dat speelt vier dagen voor de ontmoeting van de profs in Parijs ook een eigen benefietwedstrijd. Die ontmoeting met Denemarken gaat, in een volle Kuip, met 2-1 verloren.

Geest uit fles

Vier dagen later verliezen de amateurs met dezelfde cijfers, ditmaal van Zwitserland. Ook de resterende drie interlands die Nederland dat jaar speelt gaan verloren.

Van Emmenes haalt zijn gelijk, al wordt zijn geduld op proef gesteld. Na het duel in Parijs duurt het tot 4 juli 1954 alvorens de KNVB akkoord gaat met de invoering van betaald voetbal. De geest is uit de fles en geen bestuurder die hem er nog in krijgt. Zelfs Lotsy niet. Hij moet zijn meerdere erkennen. In uitschot, nota bene.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl