Vlissingen wilde het niet, maar heeft nu toch slavernijmonument
In Vlissingen is vannacht uit protest een monument ter herdenking van de slavernij geplaatst. De gemeenteraad stemde onlangs tegen het oprichten van zo'n monument, maar de voorstanders legden zich daar niet bij neer. Op de boulevard hebben zij een monument neergezet, een dag voor Keti Koti, wanneer de gemeente excuses aanbiedt voor het slavernijverleden van de stad.
"We zijn heel vroeg opgestaan om het hier toch te plaatsen op de boulevard", zegt initiatiefnemer Angelique Duijndam, voormalig gemeenteraadslid terwijl de laatste hand wordt gelegd aan het monument. Ze vindt het een goede plek, omdat de slavenschepen in het verleden langs dezelfde boulevard kwamen. "Dan is de boulevard de plek om zoiets te plaatsen."
Het monument is een gouden kom op een zilverkleurige pilaar van ongeveer anderhalve meter hoog, met daaronder een scheepsketting. "De ketting is een metafoor voor de slaven die geketend waren, maar ook de schakels die ons allemaal verbinden", zegt kunstenaar Zeus Hoenderop. Hij heeft het monument tegen de muur bij de boulevard geplaatst. "Dus als je hem niet wil zien, hoef je hem ook niet te zien."
De Vlissingers die we spreken staan positief tegenover het monument:
De kom van het monument zit alleen met de ketting vast en kan dus bewegen. "Als je hem wel wil zien en je wil er echt verbinding mee maken, dan kun je deze kom in je handen pakken en hem boven het muurtje uit tillen. Je kunt het zichtbaar maken, in het licht zetten", aldus Hoenderop.
De kunstenaar vindt dat Vlissingen een monument verdient en is blij dat hij daar een rol in kan spelen. Op de suggestie dat het monument er zonder toestemming van de gemeenteraad illegaal staat, reageert Hoenderop gebeten. "Illegaal? Het is crimineel om hem niet te plaatsen, om na 150 jaar nog steeds niet klaar te zijn om een monument neer te zetten en het erover te hebben. Dan eer je niet de mensen."
De gemeente Vlissingen laat in een reactie weten dat men het kunstwerk inmiddels heeft gezien en dat de betrokkenen worden uitgenodigd voor een gesprek. Van verwijderen is op dit moment nog geen sprake. "Eerst dat gesprek", zegt een woordvoerder.
Koploper in Nederlandse slavenhandel
In 2021 is er in opdracht van de gemeente onderzoek gedaan naar het slavernijverleden van Vlissingen en daaruit bleek dat de stad met name in de tweede helft van de achttiende eeuw een belangrijke rol had in de slavenhandel. Tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen zo'n 60.000 slaafgemaakten, waarmee de stad destijds de koploper in de Nederlandse slavenhandel was. Een kwart van de lokale economie was ermee verbonden.
Toen dat bekend werd, besloot het college om enerzijds die geschiedenis publiekelijk te erkennen en actief deel te nemen aan de jaarlijkse slavernijherdenking in Middelburg. Anderzijds zei het college geen apart monument te willen "omdat het slavernijverleden nadrukkelijk ook een Walchers en een Zeeuws verhaal is en dus het slavernijmonument in Middelburg passend is".
Ook de gemeenteraad van Vlissingen was lang verdeeld over de omgang met het slavernijverleden van de stad en de vraag of er excuses moeten komen. Sommige Vlissingse raadsleden vonden het symboolpolitiek om naast het Zeeuws Slavernijmonument in Middelburg nog een monument neer te zetten in Vlissingen, de geboorteplaats van admiraal Michiel de Ruyter. Die heeft overigens al sinds 1841 een standbeeld in de stad.
Duijndam hoopt dat het protestmonument in Vlissingen kan blijven staan. "Dat de gemeente zoiets heeft van: het is mooi genoeg om er ook een officiële plek van te maken."