Bezoekers bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in Amsterdam
NOS Nieuws

Reconstructie: de lange weg naar 'overhaaste' slavernij-excuses

  • Maartje Geels

    redacteur Online

  • Maartje Geels

    redacteur Online

Maandag biedt het kabinet naar verwachting landelijke excuses aan voor het slavernijverleden. Dat gebeurt niet in herdenkingsjaar 2023, zoals werd aangenomen, maar op een 'gewone' maandag. Vorige maand lekte al uit dat het kabinet dit van plan was en dat leidde tot een stroom van kritische reacties. Nazaten van tot slaaf gemaakten verwelkomen het besluit, maar zijn ook geërgerd over de gang van zaken.

Het historische moment van maandag kent een lange aanloop. Twee keer eerder betuigde een Nederlands kabinet spijt over het slavernijverleden: in 2001 en 2013. Maar nazaten van slaafgemaakten hebben er sindsdien altijd op gewezen dat een spijtbetuiging niet hetzelfde gewicht heeft als excuses.

In 2020 komt het politieke debat over dit thema van de grond. De Tweede Kamer buigt zich over het slavernijverleden en dus ook over excuses, die voor premier Rutte dan nog onbespreekbaar zijn. "De vraag is of je mensen die vandaag leven verantwoordelijk kunt houden voor het verleden. Dat kunnen anderen weer als pijnlijk ervaren. De slachtoffers en de daders leven niet meer", zegt hij. Bovendien is hij bang voor polarisatie.

Het kabinet is verdeeld: VVD en CDA zijn tegen excuses, D66 en ChristenUnie voor. Wel gaat er een commissie aan het werk die een maatschappelijk debat op gang moet brengen.

Steden over de brug, slavernij in coalitieakkoord

In juli 2021 komt het onderwerp in een stroomversnelling: de commissie brengt dan een advies uit. Dit Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, zoals de officiële naam luidt, raadt het kabinet aan om toch verontschuldigingen aan te bieden, niet namens individuen, maar wel namens de Staat.

Rond de presentatie van het rapport roepen GroenLinks en D66 op om van 2023 een nationaal herdenkingsjaar te maken, als het 160 jaar geleden is dat de slavernij in de toenmalige koloniën officieel werd afgeschaft en 150 jaar dat dat ook in de praktijk gebeurde. Demissionair premier Rutte vindt dat een goed idee, zegt hij. Maar het kabinet is afgetreden en het aanbieden van excuses is niet aan een demissionair kabinet, menen bewindspersonen.

Op 1 juli 2021 neemt Amsterdam het voortouw: burgemeester Halsema biedt excuses aan voor de rol van het stadsbestuur in het slavernijverleden, na lang overleg met groepen nabestaanden uit Suriname, het Caribisch gebied en Indonesië. Rotterdam, Utrecht en Den Haag volgen snel.

Met het aantreden van het kabinet-Rutte IV, in januari van dit jaar, lijkt de politiek overstag te gaan. Het slavernijverleden is een thema in het coalitieakkoord: de vier partijen roepen 2023 uit tot herdenkingsjaar en het debat over het slavernijverleden en hedendaags racisme moet extra aandacht krijgen. Maar over het hoe en wanneer van excuses wordt niet veel duidelijk.

Troonrede en meerderheid in Kamer

In het najaar hint koning Willem-Alexander in de troonrede op excuses: hij benoemt dat de regering die al heeft aangeboden voor het optreden van Nederland tijdens de Jodenvervolging en het extreme geweld tijdens de dekolonisatieperiode in Indonesië in de jaren 40.

Een maand later schaart een meerderheid van de Tweede Kamer zich voor het eerst achter verontschuldigingen. Regeringspartij CDA gaat overstag nadat een Kamerdelegatie een reis heeft gemaakt naar Suriname, Curaçao en Bonaire. De Kamerleden zien het maken van excuses voor het slavernijverleden "als essentieel begin van erkenning en herstel".

Begin november onthult RTL Nieuws dat het kabinet binnenkort echt met verontschuldigingen komt. Het besluit zal de maand erop officieel bekendgemaakt worden. Dat gaat dan nog over de reactie op het rapport van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, waar het kabinet officieel nog niets over heeft gezegd.

Drie weken later meldt NOS dat 19 december de beoogde datum is. Zeven leden van het kabinet zullen dat op die dag doen in Suriname en het Caribische deel van het Koninkrijk. Zij zullen toespraken houden, Rutte doet hetzelfde in Nederland.

De keuze voor de datum is pragmatisch. Het kabinet wil met verontschuldigingen komen vóór het herdenkingsjaar 2023, met het oog op mogelijke excuses van de koning op 1 juli. Maar omdat acht bewindslieden tegelijk betrokken zijn, is het agendatechnisch lastig te organiseren. Maandag is voor de ministers een rustige dag. Bovendien mogen de verontschuldigingen niet op een geschiedkundig beladen datum komen en zegt het kabinet te vrezen dat het politieke draagvlak volgend jaar weg is.

Onvrede over datum

Het kabinet hoopt dat belangengroepen blij zullen zijn met de excuses, maar het tegendeel gebeurt. Maatschappelijke organisaties en stichtingen hebben meteen problemen met de datum.

Het zit hen dwars dat die niet vooraf met hen is gedeeld en dat de excuses halsoverkop lijken te komen. Onderling zijn de actiegroepen ook verdeeld: een deel legt zich neer bij 19 december en wil zich richten op de herstelagenda, maar zes ervan stappen naar de rechter. Onder de Nederlanders van Indonesische afkomst klinkt bovendien de kritiek dat de excuses te veel gericht zijn op Suriname en het Caribisch gebied.

In Suriname groeit daarnaast onvrede: het Surinaamse Nationaal Comité Herdenking Slavernij wil dat het kabinet vasthoudt aan 1 juli 2023, precies 160 jaar nadat de slavernij op papier werd afgeschaft (tot slaaf gemaakten werden verplicht om daarna nog tien jaar voor een armzalig loon te blijven werken).

Pijnlijk vinden velen dat minister Weerwind, die zelf een Surinaamse achtergrond heeft, naar voren wordt geschoven. Het kabinet hoopt ermee te laten zien dat de slavernij nu écht tot het verleden behoort. Maar een aantal organisaties laat weten geen excuses te accepteren van een zwarte minister die zelf voorouders heeft die slachtoffer waren van de slavernij. De in Nederland gevestigde Vereniging Ons Suriname waarschuwt dat de excuses niet geaccepteerd zullen worden.

Gesprekken Catshuis en wensenlijst

Om de plooien glad te strijken gaat voordat minister Weerwind (Rechtsbescherming) naar Suriname gaat, vicepremier Kaag al naar dat land. In het Catshuis worden ondertussen gesprekken gevoerd met onder meer het Surinaamse Nationaal Comité Herdenking Slavernij.

Ook daar stuit het kabinet weer op een pijnpunt: een van de sessies is op 8 december, de dag van de Decembermoorden uit 1982 in Suriname. Uiteindelijk klaren de gesprekken de lucht iets, maar de onvrede blijft. De belangengroepen vinden dat het kabinet eenzijdig acteert, en te weinig rekening houdt met de gevoeligheden.

In de aanloop naar 19 december komen belangengroepen met een brief aan het kabinet. Zij formuleren een aantal voorwaarden waarop ze de excuses wél zullen accepteren, zoals de instelling van een herstelfonds voor nazaten en de verdwijning van Zwarte Piet uit het publieke domein. De lijst is bedoeld als inventarisatie van de wensen van de Surinaamse en Caribische gemeenschap.

Maar bij de coalitie valt dit 'eisenpakket' niet goed. Het kabinet schat in dat de verschillende belangengroepen niet op één lijn te krijgen zijn en besluit vast te houden aan 19 december.

In een kort geding verwerpt de rechter donderdag de bezwaren van zes Surinaamse organisaties, waarmee de weg vrij is voor excuses. Wat er op 1 juli gaat gebeuren, blijft onduidelijk.

Advertentie via Ster.nl