Rutte treft kritische gesprekspartners bij gesprek over slavernijexcuses kabinet
In het Catshuis spreekt premier Rutte vandaag met een aantal organisaties over de vraag hoe de Nederlandse Staat moet omgaan met het slavernijverleden. Het is mogelijk een van de laatste stappen naar de excuses voor de slavernij die 19 december door het kabinet worden aangeboden, maar er wordt weerstand verwacht. Vijf vragen.
Met wie spreekt Rutte?
Vanaf 10.15 uur spreekt de premier met meerdere organisaties en betrokkenen uit het Caribisch deel van het koninkrijk, Suriname en Nederland. Een lijst met genodigden wordt door de regering niet gedeeld, maar onder anderen Linda Nooitmeer (voorzitter Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis), Rabin Baldewsingh (Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme) en Dagmar Oudshoorn (voormalig voorzitter Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden) zijn aanwezig.
Ook de Leidse historicus Karwan Fatah-Black gaat:
Namens het kabinet schuiven behalve Rutte ook minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken), staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties), minister Weerwind (Rechtsbescherming), minister Dijkgraaf (OCW) en staatssecretaris Van Ooijen (VWS) aan.
Waar gaat het overleg over?
In de brief die de premier in november aan de betrokkenen stuurde heeft hij volgens Het Parool geschreven dat hij verder wilde spreken over "de best mogelijke manier om vorm te geven aan erkenning, herdenking en aandacht voor de doorwerking van het slavernijverleden in het hier en nu".
Het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden adviseerde in 2021 dat het kabinet over zou moeten gaan tot erkenning, excuses en herstel voor het slavernijverleden. Dat excuus komt hoogstwaarschijnlijk 19 december, als zeven leden van het kabinet Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk bezoeken. In Nederland betuigt Rutte zelf spijt. Het gesprek in het Catshuis is zeer waarschijnlijk een van de laatste voorbereidingen hierop.
Waarom is het overleg nodig?
Leden van het kabinet reisden dit jaar al naar Suriname (12 en 13 september) en Sint-Maarten, Sint-Eustatius en Curaçao (6 tot en met 9 september), om daar in gesprek te gaan met betrokkenen. Volgens minister Bruins Slot (Koninkrijksrelaties) wil het kabinet hiermee "tot een belangwekkende reactie komen die recht doet aan de betekenis en beleving van het slavernijverleden".
Maar er zit nog veel ruis op de lijn. Veel belanghebbenden zijn niet tevreden over de invulling.
Waar komt de onvrede uit voort?
In een brief hebben slavernijcomités in Nederland, Suriname, Curaçao en Aruba dinsdag een oproep gedaan aan het kabinet om de excuses voor het slavernijverleden op 1 juli uit te spreken. Dan wordt herdacht dat het precies 150 jaar geleden is dat de slavernij feitelijk ophield te bestaan, in 1873.
De organisaties zijn tegen 19 december omdat die dag geen speciale betekenis heeft. De organisaties zeggen ook verrast te zijn door de haast waarmee een datum is voorgesteld.
Ook is er kritiek van belangenorganisaties dat de excuses in Suriname worden aangeboden door minister Weerwind (Rechtsbescherming) en niet door Rutte of de koning.
Wat vindt Rutte daarvan?
Hij liet eind november nog weten niets te zien in excuses van de koning, omdat hij vindt dat de koning zich niet moet uitlaten over een onderwerp "dat niet helemaal ontdaan is van controversialiteit".
Of de datum van de spijtbetuiging nog kan veranderen is onbekend. Vooralsnog wil het kabinet daar niets over zeggen.