NOS Nieuws

Waarom het koopkrachtcijfer dit jaar nog minder zegt dan normaal

  • Charlotte Klein

    redacteur Economie

  • Charlotte Klein

    redacteur Economie

Je kunt er de klok op gelijkzetten: op de derde dinsdag van september gaat het heel veel over koopkracht. Nog een Prinsjesdagtraditie: de discussie over datzelfde koopkrachtcijfer, want kritiek is er al jaren.

Ook, of eigenlijk vooral, dit jaar zal het weer veel over koopkracht gaan. Mede door de alsmaar stijgende prijzen gaat de koopkracht namelijk achteruit, het CPB verwacht dit jaar een daling van 6,8 procent.

Waarom zegt het koopkrachtcijfer dit jaar door allemaal onvoorziene ontwikkelingen nog minder dan normaal, en waarom wordt het dan tóch gebruikt? Maar eerst: wat is koopkracht en hoe wordt het berekend?

Wat is koopkracht?

Koopkracht is wat huishoudens met hun inkomen kunnen kopen. Het Centraal Planbureau (CPB) maakt elk jaar ramingen, oftewel voorspellingen, wat voor effect kabinetsbeleid heeft op de portemonnee van verschillende huishoudens.

Elk jaar komt het CPB in augustus met voorspellingen hoe de koopkracht zich ontwikkelt als er niks in beleid verandert. Dit jaar bleek die voorspelling voor de rest van 2022 -6,8 procent te zijn.

Met die voorspellingen in de hand gaat het kabinet in overleg: wat gaan we veranderen in bijvoorbeeld toeslagen of belastingen zodat het er wat beter uitziet? Die plannen worden vervolgens weer doorberekend door het CPB, en dát is het koopkrachtcijfer dat op Prinsjesdag zal rondzingen. Of eerder: vrijdag lekten de belangrijkste cijfers - ook weer volgens traditie - uit.

Alhoewel er dus één algemeen (mediaan) koopkrachtcijfer uitrolt, zijn het met name de cijfers voor verschillende huishoudens - denk tweeverdieners, gepensioneerden - die belangrijk zijn voor het kabinet. Op basis van die berekeningen gaat het kabinet namelijk kijken of een groep niet fors benadeeld wordt of juist bevoordeeld, en of er dus plannen moeten worden aangepast.

Waarom zegt koopkracht voor jouw situatie niet zoveel?

Het statische koopkrachtcijfer zegt iets over jou als je komend jaar in precies dezelfde situatie blijft. Oftewel een jaar zonder te gaan studeren, kinderen krijgen, baan verliezen, promotie maken, scheiden, verhuizen of het winnen van de loterij. Dit worden ook wel life events genoemd.

Dat statische koopkrachtcijfer is wat beleidsmakers gebruiken: dit gebeurt er met deze huishoudens als er niks verandert. Dat gaat dus over koopkracht van groepen en niet individuen. Dynamische koopkracht is wat life events voor invloed hebben op iemands inkomsten en uitgaven. Die kan pas achteraf berekend worden.

"Dynamische koopkracht heeft tien keer zoveel invloed op mensen als de statische", zegt econoom Jasper Lukkezen. "Terwijl de overheid bezig is met de statische koopkracht, gaat het bij individuen vooral om de dynamische."

Waarom zegt koopkracht dit jaar nog minder?

Naast die life events zijn er ook onvoorziene zaken als oorlog en inflatie die van grote invloed kunnen zijn op koopkracht. Neem bijvoorbeeld de mediane koopkracht voorspellingen van vorig jaar voor dit jaar: +0,1 procent. Maar die komt hoogstwaarschijnlijk dit jaar uit in de min.

Een van de belangrijkste redenen is de recordinflatie, afgelopen augustus tikte die de 12 procent aan. "Dat had niemand vorige Prinsjesdag kunnen voorzien", zegt Lukkezen. "In de jaren 70 hadden we voor het laatst zulke hoge inflatie. Dat maakt voorspellen waar het heengaat eigenlijk alleen maar moeilijker: we hebben een totaal andere economie dan toen."

Ook is het volgens Lukkezen zo dat met hoge inflatie de koopkracht van mensen steeds meer uiteen gaat lopen. "Het maakt meer dan ooit uit hoelang je energiecontract nog duurt, hoe geïsoleerd je huis is en hoeveel gas je verbruikt." Dat heeft ook het CBS berekend. Bij huishoudens die een jaar of langer geleden een vast energiecontract hebben afgesloten, is de inflatie niet 12 maar zo'n 6,2 procent.

Daarom zie je volgens de econoom binnen inkomensgroepen enorme koopkrachtverschillen ontstaan. "Dat maakt beleid ook zo lastig, want dat zijn vaak generieke maatregelen gericht op groepen."

Waarom gebruiken we koopkracht dan toch?

Als dit jaar het koopkrachtcijfer zo weinig zegt, waarom gebruiken we het dan nog? Omdat het statische koopkrachtcijfer vertelt waar het kabinet wat aan kan doen, het is dus nuttige sturingsinformatie. Op basis van die berekeningen neemt de overheid namelijk beslissingen over zaken als belastingen en toeslagen. En dat heeft, hoe je het ook wendt of keert, toch invloed op ieders uitgaven en inkomsten.

"Op basis van verwachtingen maak je beleid", zegt Lukkezen. "De voorspellingen zullen nooit precies uitkomen. Ook al zeggen koopkrachtvoorspellingen niet alles, we zullen het ermee moeten doen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl