NOS Nieuws

Duizend coronapatiënten in ziekenhuis; ze zijn jonger en liggen er minder lang

  • Paulus Houthuijs

    redacteur Online

  • Paulus Houthuijs

    redacteur Online

Landelijk is vandaag de grens van duizend patiënten met corona in het ziekenhuis doorbroken. Volgens de laatste cijfers zijn het er 1021; van hen liggen er 210 op de intensive care. In vergelijking met de eerste maanden van de coronacrisis is de gemiddelde ligduur in het ziekenhuis korter en zijn de patiënten nu gemiddeld jonger.

Op de reguliere verpleegafdelingen zijn ze zo'n vijf tot tien jaar jonger, zegt internist-infectioloog Joost Wiersinga van het Amsterdam UMC. "Dat is heel belangrijk, want hoe jonger de patiënt, hoe beter de prognose."

Ook op de intensive care is te zien dat coronapatiënten iets jonger zijn dan voorheen. Maar onder de streep worden nog altijd verreweg het vaakst mensen van boven de 50 jaar oud opgenomen in het ziekenhuis. En ook zijn nog steeds mannen oververtegenwoordigd.

Sneller bij eerste hulp

In tegenstelling tot in de eerste golf hoeven mensen niet te gissen of ze besmet zijn. Iedereen kan zich nu laten testen, al kunnen de wachttijden lokaal flink oplopen. Daardoor melden patiënten zich sneller bij de eerste hulp met klachten. Vooral ook meer jongere mensen dus.

"Als je een patiënt eerder behandelt, worden ze gemiddeld ook minder ziek, dus dat is mooi", zegt Wiersinga. "Ik denk dat de sterfte daardoor lager is op de verpleegafdelingen ten opzichte van het voorjaar, maar daar zijn nog geen harde cijfers van."

Verder valt op dat naar verhouding veel meer patiënten op de reguliere ziekenhuisafdelingen liggen dan op de IC. Dat was eerst ruwweg een op de twee opnames en nu een op de vijf.

Het verschil komt waarschijnlijk door de verbeterde behandeling van patiënten. Door het gebruik van bijvoorbeeld virusremmer remdesivir, ontstekingsremmer dexamethason, het gebruik van antistolling-middelen en nieuwere technieken om zuurstof toe te dienen.

"We hopen dat dit voortschrijdend inzicht in de behandeling ervoor zorgt dat minder patiënten op de IC terechtkomen en dat ze er korter hoeven worden behandeld", zegt Dave Dongelmans. Hij is voorzitter van de stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE) en intensivist bij het Amsterdam UMC.

Geen onderliggende aandoening

Afgezien dat covid-19-patiënten op de IC ietsjes jonger zijn, hebben ze volgens de statistieken van NICE iets minder vaak een of meerdere onderliggende aandoeningen. Met de kanttekening dat er in dit rapport alleen is gekeken naar vijf veelvoorkomende kwalen. Over heel maart had zo'n 20 procent last van minimaal een van deze onderliggende aandoeningen, tegenover de afgelopen maand zo'n 15 procent van de coronapatiënten op de intensive care.

Deze gegevens druisen volgens Dongelmans in tegen het beeld dat veel mensen hebben. "Covid-19 is dus een ziekte die ook mensen treft die nergens anders last van hebben. Terwijl de gedachte leeft dat het vooral mensen met extra aandoeningen raakt. Dat is misschien ook een van de redenen waarom sommige mensen die eigenlijk in quarantaine moeten, denken: ik ga de kroeg in."

Iedereen wil weten wat de risicofactoren zijn om opgenomen te worden of te overlijden.

Dave Dongelmans, anesthesioloog-intensivist bij het AMC.

Er zijn geen grote verschillen te zien in welke onderliggende kwalen opgenomen patiënten hebben. Dat zijn nog altijd vooral suikerziekte, hart- en vaatziekten, een te hoge bloeddruk, obesitas of een longaandoening.

Extra kwalen en kans op overlijden

Onder de sterfgevallen zijn dit soort onderliggende aandoeningen overigens veelvoorkomend. Dat staat in het gisteren verschenen epidemiologische RIVM-rapport, waarin 733 gemelde sterfgevallen met elkaar zijn vergeleken. Van deze groep had 69 procent een onderliggende kwaal, 9,5 procent niet en van 21 procent was het niet vermeld. Ook in de statistieken van NICE wordt bevestigd dat onderliggende aandoeningen gelinkt zijn aan een verhoogde kans op overlijden.

In het RIVM-rapport staat verder dat van de in totaal 13.020 ziekenhuisopnames 61 procent man was. Van de geregistreerde overledenen was de man-vrouw-verhouding 55-45.

Beide experts zijn voorzichtig met het trekken van conclusies uit al deze statistieken. Zo benadrukt Dongelmans dat de pandemie nog in volle gang is en dat veel mogelijke verbanden nog niet wetenschappelijk zijn vastgesteld.

"Iedereen wil weten wat de risicofactoren zijn om opgenomen te worden of te overlijden. Of welk risico een langere ligduur heeft en wat we nog meer kunnen doen. Veel mensen hadden gehoopt dat we de antwoorden hierop voor de tweede golf zouden hebben. Maar het wordt op dit moment nog allemaal onderzocht."

De belangrijkste boodschap volgens Wiersinga is dat er vooruitgang is geboekt in de strijd tegen het virus. Mensen liggen korter in het ziekenhuis en de behandeling is beter dan eerst. "Maar het virus is nog even venijnig en heeft alle potentie om de zorg te ontwrichten. Zoals we nu ook merken in de steden waar de reguliere zorg niet door kan gaan."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl