Vrijwillige brandweer Australië raakt uitgeput; tekort aan geld en materieel
De verhalen zijn schrijnend: een vrijwillige brandweerman in het Australische Lithgow was urenlang aan het blussen, maar zag bij thuiskomst dat een deel van zijn eigen huis was verbrand. Vrijwilligers zijn wekenlang in touw, zonder dat ze daarvoor betaald krijgen. Onkosten voor eten, drinken en uitrusting betalen zij soms zelfs uit eigen zak. Er zijn vrijwilligers die leningen afsluiten om het financieel te rooien.
De vrijwillige brandweerlieden zijn cruciaal bij de bestrijding van bosbranden in Australië. Het land heeft het grootste vrijwillige korps ter wereld. Zo'n 200.000 mensen, van bakkers tot advocaten en van gepensioneerden tot studenten, zijn op afroepbasis beschikbaar. Maar het grote aantal vrijwilligers raakt uitgeput. Bovendien is er een tekort ontstaan aan geld en materieel.
Hoe is het voor een brandweerman om dagenlang in de vuurlinie te staan? Correspondent Eva Gabeler sprak met de Nederlandse Jeroen van Veen, die al jaren commandant is bij de vrijwillige brandweer in Australië:
Premier Scott Morrisson kwam het korps een beetje tegemoet. Vrijwilligers die in de publieke sector werken, beloofde hij vanochtend 20 dagen betaald verlof. Direct volgde kritiek, want hoe zit het met vrijwilligers die een baan hebben bij private bedrijven of hun eigen bedrijf runnen? Zij verdienen wekenlang geen geld.
Daarnaast ontstaan tekorten in het materieel. Bijvoorbeeld omdat de uitrusting, zoals de mondkapjes van de brandweerlieden, niet is berekend op het intensieve gebruik. Premier Morrison zegde weliswaar 11 miljoen dollar extra toe voor blusvliegtuigen, maar weigert vooralsnog meer geld vrij te maken voor de vrijwillige brandweer. Brandweerkorpsen trachten daarom met crowdfunding geld in te zamelen om een betere uitrusting te bekostigen.
Enorme afstanden
Vanwege de enorme afstanden in Australië is het niet te betalen om in elke plaats een professionele brandweer aan te houden. Hoewel grote steden een betaald korps hebben, zijn veel dorpen en stadjes voor hun bescherming tegen het vuur afhankelijk van vrijwilligers.
Zo ook de man van de Australische Meg McGowan. Een online bericht dat zij op haar blog schreef, werd honderdduizenden keren bekeken. Daarin stelt ze de vraag of de premier "werkelijk denkt dat mensen hun zomer op deze manier willen doorbrengen."
"Begrijpt de premier wel hoe het voelt als mijn echtgenoot thuiskomt, besmeurd met as? Met slechts een flinterdun gezichtsmasker tussen zijn kwetsbare longen en de giftige rook? Nee," schrijft ze. "Premier Morrison, mijn man wil zijn zomer niet doorbrengen met het blussen van bosbranden. Maar hij doet het omdat hij geeft om zijn gemeenschap en om de natuur. Konden we van onze premier maar hetzelfde zeggen."
Kritiek op de premier
De kritiek op de Australische premier Morrison stapelt zich op. De premier ging op vakantie naar Hawaï, terwijl in Australië branden van ongekende omvang woeden. Pas na een storm van kritiek keerde hij terug. Maar nog altijd wordt hem gebrek aan leiderschap verweten.
Die kritiek wijst Morrison van de hand. "I don't hold the hose, mate," zei de minister-president in een radio-interview: "Ik hou de brandslang niet vast." De premier ziet ook geen reden extra geld vrij te maken voor de vrijwillige brandweerkorpsen.
Door klimaatverandering is het Australische vuurseizoen langer en heviger dan ooit. Een gebied groter dan Nederland is nu afgebrand en de branden stoppen niet voor maart. De ecologische schade zal nog jaren voelbaar zijn. Sommige brandhaarden zijn zo groot dat blussen onmogelijk is. De luchtkwaliteit in grote steden is al wekenlang extreem slecht. Zo'n 900 huizen zijn verwoest en zeven mensen zijn omgekomen, onder wie twee leden van de vrijwillige brandweer.