'Rechters coulant voor mestfraudeurs door wispelturig overheidsbeleid'
In zes recente strafzaken tegen boeren die op hun bedrijf te veel mest produceren werd geoordeeld dat er een strafbaar feit was gepleegd, maar er werd geen straf opgelegd. Dat blijkt uit onderzoek van het FD. Dat er geen straf werd opgelegd, had volgens rechtbanken mede te maken met wispelturig overheidsbeleid.
De boeren die voor de rechter stonden, raakten volgens die rechters klem door veranderende regelgeving. Boeren mochten in die zaken de illegaal behaalde winst houden. Het gaat per geval tussen de 50.000 en 360.000 euro.
In deze video wordt de mestcrisis uitgelegd:
In de zes recente zaken tegen boeren die te veel mest uitreden, gaat het om fosfaatrechten. Sinds 2018 hebben melkveehouders, die vooral het mestoverschot veroorzaken, fosfaatrechten nodig. Het melkvee van boeren mag niet meer mest produceren dan het aantal fosfaatrechten dat ze hebben. Daardoor kwamen sommige boeren in de knel.
In een van de rechtszaken hierover oordeelde de rechter dat de boer wel schuldig was aan mestfraude, maar is er geen staf opgelegd. De boer zou tijdens de uitbreiding van zijn bedrijf "in de knel" zijn gekomen door de invoering van strengere mestregels. Het Openbaar Ministerie zei over deze zaak dat de boer slachtoffer was van enerzijds de bank en anderzijds het overheidsbeleid.
Nieuwe mestplannen
Ook de afgelopen zijn de mestregels veranderd. Nederlandse boeren mogen minder mest uitrijden dan eerder het geval was omdat Nederland de Europese uitzonderingspositie is kwijtgeraakt. Dat heeft onder meer te maken met de slechter wordende waterkwaliteit in Nederland, doordat stoffen in uitgereden mest in het grondwater terechtkomen.
Veel boeren hebben daardoor overvolle mestkelders en silo's. Daar wordt de mest in opgeslagen, totdat het mag worden uitgereden over het land. Dus moeten de boeren de mest laten ophalen door een commerciële partij. Dat kost boeren veel geld.
Ondertussen werkt het kabinet aan nieuwe mestplannen. Om de mestoverschotten aan te pakken, moet er in de toekomst minder vee overblijven, vindt ook minister Wiersma van Landbouw.
Partijen in de Tweede Kamer willen dat de minister een nieuwe brede uitkoopregeling voor veehouders eerder gaat openstellen dan ze van plan was. Haar plan was eerder dat boeren zich in 2026 voor zo'n regeling kunnen melden.
Wiersma zegt dat regelingen om boeren uit te kopen wel zorgvuldig moeten gebeuren, maar partijen in de Tweede Kamer zeggen dat de tijd dringt.
Daarnaast stelt het huidige kabinet in het regeerakkoord dat het bij Brussel "alles op alles" gaat zetten "om de Europese richtlijnen zo aan te passen dat ze werkbaar zijn en het verdienmodel ondersteunen".